Pioniers Magazine juli/ aug/ sept 2017 Thema: Dualiteit | Page 32

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL

Waarin zijn jullie eigenwijze portretten en hoe zie je dat terug in jezelf en in je werk?

Jan Willem: Ja, ik ben wel een eigenwijs portret. Toen ik nog binnen grote bedrijven teams leidde, probeerde ik altijd om mensen bij elkaar te laten passen, zichzelf te laten zijn en hun sterke punten te laten gebruiken. Samen bepaalden we de richting. Zelfs als er druk van boven kwam. Zolang je succesvol bent, is er niks aan de hand. Het wordt lastiger als je een keer je cijfers niet haalt, dan ga je eruit. Dat gebeurde ook bij mij. Dat is soms de prijs van eigenwijsheid. Ik denk dat daarom leiderschap mij aanspreekt dat niet constant afhankelijk is van de mensen die boven in de top zitten, maar juist de nieuwe vormen die ruimte laten voor menselijkheid.

Ik vind het daarnaast altijd leuk om anders te zijn. Dat heb ik wel van huis uit meegekregen. Als klein jongetje verhuisden we van buitenaf naar Spijkenisse. Iedereen praatte met een accent. Ik niet. Iedereen liep er in spijkerbroek en ik had een ribbroek aan. Ik werd niet echt gepest, maar het was wel duidelijk dat ik er niet echt bij hoorde. Dan leer je van jongs af aan al wel meer je eigen koers te varen.

In mijn werk heb ik de kans om me veel meer te verdiepen in de kandidaat en de klant dan je bij een doorsnee headhunters bureau kunt doen. Als je de diepte ingaat met een organisatie, kijkt wat er precies nodig is, wat kansen en bedreigingen zijn, waar de kandidaat terecht kom, dan weet je veel beter wie er geschikt is voor de functie. Hoe meer je de diepte ingaat bij een kandidaat, hoe eerder je ook ziet of hij of zij blij gaat worden van een functie. We helpen organisaties ook bij het voortraject. Dan kun je bijvoorbeeld een andere taakverdeling in de organisatie adviseren. Op deze manier kunnen we veel meer kneden en meer matchen voor een organisatie.

Desiree: ik weet niet of ik echt eigenwijs ben, wat ik wel ervaar is dat ik anders ben. In mijn leven is er veel anders dan gebruikelijk gegaan. Het gezin waar ik opgroeide had niet veel met het milieu of natuur. Ik was altijd met het milieu bezig, met afval scheiden en energie besparen. In de jaren ‘70 was dat nog helemaal niet zo gewoon. Ik interesseerde me al op jonge leeftijd voor hoe we dingen konden hergebruiken of hoe we zuiniger met dingen konden omgaan. Ik werd niet echt begrepen.

Thuis noemden ze me zelfs ‘miss kliko.’ Ik raap iedere dag een stukje plastic zwerfafval op, omdat ik ervan uitga dat alle kleine beetjes helpen en dat je zelf het verschil kan maken, ook bij megaproblemen, zoals de plastic soep. Ik ging op latere leeftijd studeren, ik ging pas laat trouwen en ik deed alles in een andere volgorde.

Ik werkte in een mannenmaatschappij bij Oracle, dat was toen allemaal wat ongebruikelijk. Kenmerkend voor mij is dat ik altijd een manier vind die van mij is. Je hebt geen last van me, maar het resultaat is altijd zoals we het afspreken, alleen niet via de gebaande paden.

"Thuis noemden ze me zelfs miss kliko"