Pioniers Magazine juli/ aug/sept 2016 Thema: Creativiteit | Page 36

Creatiekracht: de dood omarmen brengt nieuw leven

Sinds ik een tuin heb, verwonder ik me mateloos als in het voorjaar plotseling op kale plekken hele planten verrijzen, die soms na een poosje ook nog kleurige bloemen produceren. De hele winter is de grond kaal, geen teken van leven te bekennen. En opeens, na de nodige zonneschijn, schiet het leven de grond uit. Dat is wat je noemt creatiekracht. De kale, dode grond blijkt vol van leven. Ik ben in deze periode van mijn leven nogal bezig met de dood. Paradoxaal genoeg brengt dat veel tot leven.

Anderhalf jaar geleden kreeg mijn vader een zware hersenbloeding die hij tot ieders verrassing overleefde. Sindsdien is de dood niet ver weg. Mijn moeder is er ook nog, maar heeft een zwak hart en leidt aan vasculaire dementie. Het is die periode in mijn leven waarin de rollen omdraaien en ik voor mijn ouders ga zorgen. Ook in dit proces heb ik me al vaak verbaasd over de enorme kracht van het leven. Diverse keren heeft mijn vader op het randje van de dood gebalanceerd, maar steeds is er weer die enorme levenskracht die hem nog hier op aarde houdt. Hij is inmiddels fysiek een fractie van wie hij ooit was. Mentaal zijn er delen van zijn hersenen beschadigd, waardoor hij geen ruimtelijke oriëntatie en coördinatie meer heeft en het erg moeilijk en angstig voor hem is om zich te (laten) verplaatsen. Toch is de drang om te leven sterker.

Door bewust zo dichtbij de dood te leven, wordt het voor mij steeds duidelijker, soms bijna als een fysieke ervaring, dat de dood niet alleen een einde is, maar vooral een nieuw begin. Altijd. Het hele leven verloopt in cycli en als de dood één cyclus beëindigt, dan is dat meteen het begin van een nieuwe cyclus. Als een plant doodgaat, voeden de dode bladeren de aarde en andere organismen. Als een dier of mens doodgaat, gebeurt hetzelfde. Het niet-materiele deel van de mens (en misschien ook wel van het dier) leeft voort in een andere vorm of hoedanigheid, in een andere dimensie. Dat laatste kan ik niet wetenschappelijk bewijzen, maar daar ben ik van overtuigd. De mysterieuze levenskracht doordrenkt alle vormen van leven: de mens, de aarde, het zonnestelsel, het hele universum.

Vorige week heb ik een vriend ontmoet die een (niet-toeristische) reis had gemaakt met bedoeïenen door de woestijn. Hij vertelde dat hij het leven nog nooit zo intensief had beleefd, doordat de dood opeens zo’n reële metgezel was op die reis. Ik herkende iets in zijn ervaring. Door mijn vader te vergezellen in zijn langzame stervensproces word ik mij langzaam maar zeker bewust van een kostbare waarheid: door de dood te omarmen, wordt het leven veel intenser geleefd en genoten. Door het verdriet, de pijn en de uitdagingen van het zorgen die er ook allemaal bij horen heen word ik mij bewust van de enorme levenskracht (= creatiekracht) die ook door mij stroomt en waar ik mee kan samenwerken, door me er aan over te geven.

Als ik samenwerk met die levenskracht, in plaats van vast te houden aan het verdriet om het verlies van wat is geweest, ben ik volledig –en vol liefde- aanwezig