gezien. Met mijn ontwerpen houd ik rekening met dit oude denken dat er in de loop van al die jaren bij medewerkers is ingesleten. Het voorbeeld van zo’n balie los ik op door deze midden in de gang te plaatsen, op tafelhoogte.
Dan kan de medewerkster zich daar niet meer achter verschuilen. Ook hanteer ik een ‘clean desk policy’. Dat betekent zoveel als dat alles opgeruimd en schoon is, waardoor ze altijd zichtbaar zijn. Medewerkers ervaren zulke transities vaak in eerste instantie als vervelend. Ook is het wat onwennig in het begin.
Ik vind dat de essentie van de ouderenzorg is dat je er altijd bent voor de ouderen en voor hun gasten. Daarvoor is er iemand die hen welkom heet. Dat is een primaire taak. Ik verander wezenlijke dingen in een gebouw. Dit zijn dus ook de dingen die automatisch ontstaan zijn, maar die niet zo zichtbaar zijn.
Als ik weer weg ben, heb ik een organisatie niet alleen geholpen met een goed ontwerp en een inrichting, maar ook met een eerste aanzet tot gedragsverandering bij de medewerkers. Het mooie van mijn werk vind ik dat er een nieuwe manier van werken ontstaat. Daarmee is mijn werk tegelijkertijd verandermanagement.
De gesprekken die ik voer met het management en de medewerkers gaan dan ook verder dan over het ontwerp alleen. Zo kan de visie van een organisatie op elk niveau worden vertaald naar de meest wenselijke situatie.
Is interieurarchitectuur een ondergeschoven kindje?
Mijn vak als interieurarchitect wordt gezien als mooi maken, maar het grootste cadeau zit ‘m in de verandering die ontstaat doordat werkwijzen mee veranderen. Precies zoals ik net al noemde. Ik kijk naar de functionele behoefte van een gebouw of een organisatie. Daarin maak ik keuzes die goed zijn voor de bewoners, de mensen die er werken en voor het gebouw zelf. Natuurlijk gaat het ook over mooie kleuren en een mooi interieur. Soms zoek ik een kleur uit omdat deze iets doet met een ruimte en niet zozeer omdat ik die kleur mooi vind. Een lelijke vloer waar ik niks aan mag doen, compenseer ik door een kleur die dit opheft of door er een element aan toe te voegen waardoor de aandacht verlegd wordt.
Ik vergelijk mijn vak graag met het koken van een maaltijd die in de basis goed is. Of je dan jus over je aardappels wilt of kaassaus over de bloemkool, dat moet je helemaal zelf weten. De jus en de kaassaus worden altijd gezien als mijn hoofdtaak maar dat is het niet. Mijn hoofdtaak is het intern goed oplossen van problemen die men zelf nog niet goed gezien heeft. Het grootse compliment dat ik ooit kreeg is dat iemand zei: “je hebt veel meer opgelost dan ik je gevraagd heb”.
Wat doe je anders dan je vakgenoten?
Ik ben een frisdenker, iemand die vrij kan denken. Ik vind dat we ons als mens bijvoorbeeld teveel conformeren aan de regels of gewoonten in het proces van bouwen. Het liefste ben ik bij de start