Pioniers Magazine jan/febr/maart 2020 | Integriteit en transparantie | Page 80

Goede voornemens

Hoe belangrijk integriteit en transparantie zijn, hebben we in alle artikelen en interviews van dit magazine uitgebreid kunnen lezen. Toch knaagde er bij mij nog iets. Natuurlijk zijn dit twee eigenschappen, deugden misschien zelfs, die ontzettend belangrijk zijn en waarmee wij mensen een groot verschil kunnen maken. Met “alleen maar” transparantie of alleen integriteit helpen we onze wereld echter ook niet vooruit. Sterker nog: ook deze eigenschappen kunnen schade berokkenen.

Om het radicaal te stellen: de geschiedenis heeft uitgewezen dat de gemiddelde dictator heel transparant en heel integer is geweest. Ze zijn stuk voor stuk helder geweest over hun toch echt dubieuze motieven en zijn daarin ook in die zin integer geweest dat ze dicht bij zichzelf zijn gebleven en bij hun diepste, toch echt dubieuze overtuigingen en waarden. Deze figuren hebben de lelijke kant laten zien van waar we het in dit magazine over hebben als we spreken over integriteit en transparantie. Alles heeft immers een keerzijde.

Alleen maar integriteit en alleen maar transparantie maken dus niet per se een betere wereld. Wat is er dan nog meer nodig? Waarom zijn leiders als Mandela en Gandhi (hoewel ook zij natuurlijk niet onkreukbaar waren, uiteindelijk zijn we allemaal net mensen) geslaagdere voorbeelden van de mooie kant van transparantie en integriteit dan die dictators waar ik net over sprak? Welke eigenschap, welke extra deugd is hier nog meer in het spel? Tussen de regels door hebben we ook dit wel kunnen lezen op de voorgaande pagina’s. Ik denk dat compassie de noodzakelijke voorwaarde, de verbindende factor, het smeermiddel is dat andere eigenschappen of zo je wilt deugden ten volle tot hun recht kan laten komen.

Als we bij onze transparante en integere acties het effect op anderen, op de wereld om ons heen niet in ogenschouw nemen, missen ze mogelijk hun doel of schieten dit voorbij. Dat zou jammer zijn, want we hebben vandaag de dag, in 2020, bijna letterlijk een wereld te winnen. Het goede nieuws is: compassie kun je trainen. Het is als het ware een manier van kijken. Het is ook nooit te laat om ermee te beginnen en het mag ook een keer een dag mislukken. Als je ook maar voor 51% bereid bent het goede te doen, als je er voor 51% naar streeft een voortreffelijk mens te zijn, ben je al op weg en is de bal al aan het rollen. Daar hebben we dan meteen een andere, belangrijke eigenschap te pakken: de kracht van intentie. Je kunt compassie prima verder trainen met meditatie, of met aikido, of yoga. Als dat je te zweverig is: vrijwilligerswerk of het (uitgevoerde) voornemen om één keer per week of per dag iemand ergens mee te helpen (hoe klein ook) is ook een prima manier om je compassie te trainen.

Compassie betekent ook niet dat je je de hele dag precies in het gevoel of het leed van anderen moet verplaatsen. Liever niet zelfs. Onderzoek heeft intussen afdoende aangetoond dat zo’n vorm van empathie letterlijk uitputtend is. Met het leed van een ander doorvoelen, blijft er geen energie over om tot constructieve actie te komen en je maakt het leed van de ander er niet minder mee. Op die manier lijden er twee. Je hoeft alleen maar je zorg, je liefde, je warme aandacht naar de ander uit te laten gaan. Te luisteren zonder oordeel, er te zijn. Vanuit je aandacht, een goed gesprek en het stellen van vragen ontstaat vervolgens wel wat je heel concreet zou kunnen doen voor iemand. Zodat iemand echt geholpen is en jij niet even ongelukkig als die ander bent geworden. Misschien was op dat moment de beste actie al dat gesprek zelf, het even werkelijk in verbinding zijn met elkaar.

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL