Pioniers Magazine jan/febr/maart 2017 Thema: Nieuw Leiderschap | Page 80

Als ik in gesprek ben met een vrouw en haar vraag of ze weleens jaloers is, hoor ik negen van de tien keer dat ze ooit wel jaloers was, maar dat ze dat gedrag inmiddels is ontgroeid en zich heeft ontwikkeld. Ze ziet het dan wel vooral om zich heen bij haar collega’s of in haar familie. Als we even doorpraten, wordt duidelijk dat ook deze vrouw moet toegeven dat ze zich weleens schuldig maakt aan jaloers gedrag. Ik heb me altijd afgevraagd waarom vrouwen massaal ontkennen ooit weleens jaloers te zijn.

Dit fenomeen boeit me omdat onderlinge concurrentie onder vrouwen iets is (wellicht een gewoonte) wat ik regelmatig zie of zelf ervaar en omdat ik vind dat dit subtiele of minder subtiele gedrag vrouwen onderling onderuithaalt, zeker wanneer we samenwerken of ons leiderschap verder willen ontwikkelen.

Schat, is er iets?

In intieme relaties tussen mannen en vrouwen kennen we het allemaal wel. Je partner kijkt naar een andere vrouw en hij merkt dat je ineens veel stiller of lichtelijk geïrriteerd de andere kant opkijkt. “Schat, is er iets?” vraagt hij. “Nee, hoor, er is niets, waarom zou er iets moeten zijn?” antwoordt ze met een ongemakkelijke maar voelbare kilheid. Vervolgens is de sfeer compleet bedorven voor de komende uren of volgt er een ruzie. Herkenbaar? Vaak durven we zoiets wel toe te geven en doen we het af als een normaal verschil tussen mannen en vrouwen. Mannen communiceren directer en vrouwen vooral indirect, althans: dat denken we. Het verschil zit in een andere beïnvloeding door onze cultuur, van de eeuwenlange andere rollen die mannen en vrouwen hebben gehad en niet zozeer in dat mannen en vrouwen van een andere planeet komen.

We reageren als vrouw vaak zonder dat we het weten vanuit oude, culturele conditioneringen. Gedrag dat, door invloed van de cultuur, onder bepaalde condities tot stand is gekomen en een gewoonte wordt. We vertonen nog steeds gedrag dat lang geleden als de standaard werd gezien. Om je een beeld te geven hoe dat doorwerkt, zal ik eerst een beeld schetsen van de historie en het ontstaan van de concurrentiestrijd onder vrouwen.

In de traditionele tijd van 3000 voor Chr. tot en met 1700 na Chr. leven we voornamelijk van de landbouw. Vrouwen werken samen met hun man op het land. Vrouwen worden uitgehuwelijkt, in die tijd de normaalste zaak van de wereld. We worden gewaardeerd om onze rol als moeder en dit zien we als een vervullend leven. Er is duidelijkheid over de rol van de vrouw en over de rol van de man.  Dit geeft ons zelfvertrouwen en zelfrespect. De industriële revolutie en later het kapitalisme doen hun intrede (vanaf 1650- 1940) en daarmee verandert er veel. De moderne tijd breekt aan. Mannen gaan buitenshuis werken, trekken naar de steden. Getrouwde vrouwen blijven achter bij de kinderen. Ongehuwde vrouwen doen hun best om in de smaak te vallen bij welvarende mannen die kunnen zorgen voor gezond en sterk nageslacht. Als gevolg hiervan ontstaat er een concurrentiestrijd

“Schat, is er iets?” vraagt hij. “Nee, hoor, er is niets, waarom zou er iets moeten zijn?” antwoordt ze met een ongemakkelijke maar voelbare kilheid. Vervolgens is de sfeer compleet bedorven voor de komende uren of volgt er een ruzie."

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL