Pioniers Magazine jan/febr/maart 2017 Thema: Nieuw Leiderschap | Page 75

maar zijn of haar talent wil aanwenden om mensen (medewerkers) en mede daardoor de organisatie te laten ontwikkelen en daardoor te laten groeien. Dit komt dan tot uiting in het welbevinden van de medewerkers en in het rendement van de organisatie inclusief haar stakeholders.

In het boek " The Path" van Michael Puett (Hoogleraar Chinese geschiedenis aan Harvard) beschrijft hij dat o.a. Confucius en Laozi (omstreeks 500 B.C) al het begrip ‘medemenselijkheid’ benoemden. Het is interessant dat de leerlingen van Confucius hem regelmatig vroegen naar de definitie van medemenselijkheid. Hij gaf hen daar steeds een verschillend antwoord op, afhankelijk van de situatie. In zijn ogen is medemenselijkheid het vermogen om correct op anderen te reageren, een aangeleerde gevoeligheid die je in staat stelt je op een manier te gedragen die goed is voor de mensen om je heen en die het beste in hen naar boven brengt (vertaling door Jelle Noorman, 2016). Vanuit die basis voor gedrag zou de wereld er naar alle waarschijnlijkheid evenwichtiger, relaxter en plezieriger uit zien, zeker wanneer dit zichtbaar in de praktijk gebracht werd door een leider.

Zelfs de vader van de economische wetenschap, Adam Smith (18e eeuw), heeft hier aandacht aan besteed. Zijn bekende boek ‘Wealth of Nations’ was deel twee van een trilogie. Deel drie is nooit verschenen, maar het eerste deel heette ‘The theory of moral sentiments (1759),’ waarin hij het begrip sympathy introduceerde. Zijn omschrijving van sympathy valt samen met wat wij nu empathie of inlevingsvermogen noemen (Patrick van Schie, Nieuwsbrief nr. 3, 2009, Prof. Mr. Telderstichting).

"Een invalshoek die mij erg aanspreekt is dat van de leider die niet zo zeer leider wil zijn, maar zijn of haar talent wil aanwenden om mensen (medewerkers) en mede daardoor de organisatie te laten ontwikkelen en daardoor te laten

groeien."

Een volgende hinkstapsprong in de tijd brengt ons bij Robert Greenleaf, auteur in de jaren ‘70 van het boek ‘Servant Leadership’: een voorbeeld en inspirator voor mensen als Stephen Covey (‘The seven habits of highly effective people’). Een quote uit het boek van Greenleaf: “The servant-leader is servant first... Becoming a servant-leader begins with the natural feeling that one wants to serve, to serve first. Then conscious choice brings one to aspire to lead. That person is sharply different from one who is leader first.”

Interessant genoeg is er ook een vertaalslag te maken naar het (gewenste) gedrag van de interimmanager. In het boek van Jaap Schaveling, ‘Tijdelijk Leider-schap’ (2008), wordt aangegeven dat een interimmanager inzicht in menselijk gedrag moet hebben en dat zelf ook moet etaleren, het goede voorbeeld moet geven. Ook Schaveling appelleert aan het begrip dienstaar zijn aan de ontwikkeling en groei van de medewerkers en de organisatie.

Kortom, we hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Als leiders vanuit empathie en medemenselijkheid inzetten op ontwikkeling en groei van medewerkers dan hebben alle stakeholders daar baat bij. Bewijsvoering is te vinden bij de meest succesvolle bedrijven, waar bevlogenheid en betrokkenheid de zogenaamde key differentiators zijn.

WWW.PIONIERSMAGAZINE.NL