Pioniers Magazine april/ mei/ juni 2016 Thema: Toekomst | Page 29

en het openbare leven te betreden, hebben vrouwen eigenschappen en vaardigheden moeten ontwikkelen die van huis uit geassocieerd worden met mannen, zoals actiegerichtheid, intellect en analytische en strategische capaciteiten. Zelfs in sport doorbreken vrouwen beperkingen en opvattingen over hoe een vrouwelijke vorm te vinden door mannelijke standaards te handhaven, zoals boksen, voetbal, bodybuilding en gewichtheffen.

"Ik ben niet echt een vrouw als ik geen kinderen, echtgenoot of minnaar heb"

Het probleem is dat maar al te vaak het vrouwelijk zelfbewustzijn niet mee verandert met de veranderingen in ons leven. De kern van de identiteit van vrouwen is nog steeds gericht op een rol als partner, moeder of verzorger in plaats van op het zijn van een op zichzelf staande persoonlijkheid. Niet dat er iets mis is met het verlangen naar deze dingen, maar dat pijnlijk knagende gevoel van "ik ben niet echt een vrouw als ik geen kinderen, echtgenoot of minnaar heb," houdt vrouwen vast in oude, beperkende patronen van denken en van zijn. Het beperkt vrouwen in hun keuzes. De Amerikaanse, feministische schrijver Stephanie Coontz noemt dit "een toekennen van te veel gewicht aan gender identiteit in plaats van aan hun individuele persoonlijkheid." Ze merkt op dat deze identificatie met oude waarden ons weerhoudt van het creëren van persoonlijkheden die vrij zijn om te reageren op de veranderende omstandigheden in onze wereld. Zolang we onze identiteit verbinden aan de 19e eeuwse waarden voor mannen en vrouwen, zullen wij ongeacht waar we toe in staat zijn, niet werkelijk vrij zijn om een andere sociale werkelijkheid te creëren.

Het bevrijden van vrouwen van deze oude identiteit is het begin van een andere relatie tussen vrouwen en mannen. Hoewel het de meesten van ons vreemd in de oren klinkt, voerde Friedrich Engels aan dat de rol van vrouwen in de familie het archetype was voor alle onderdrukking. Hoe dat zo is gekomen? Toen de klassenmaatschappij ontstond en het huis van de man zijn kasteel werd, betekende zijn recht van eigendom dat hij effectief macht had over de vrouw des huizes, zijn vrouw. Het huwelijk was oorspronkelijk een uitwisseling van goederen, waaronder de bruid.

Het resultaat hiervan was dat het bestaan en het zelfbewustzijn van vrouwen, hun identiteit, bepaald werden door de relatie met anderen (mannen, de echtgenoot of de kinderen), in plaats van dat een vrouw werd gezien als een actieve, handelende persoon die op haar eigen benen stond. Marxisten zagen de vrouwelijke overtuiging dat het hun eigen, graag gemaakte keuze was om “de afhankelijke ander” te zijn voor degene die werkelijk de macht had, als een vals bewustzijn dat de wrede waarheid van hun ondergeschiktheid en afhankelijkheid verborg. Nu vrouwen eigenschappen ontwikkelen om actieve, autonomie wezens te zijn, klampen velen zich ironisch genoeg nog altijd vast aan de historische identiteit van de afhankelijke ander, in plaats van de verantwoordelijkheid en de vrijheid te accepteren die horen bij autonoom mens zijn.