Informatie
voor de
leerkracht
Bij deze proef zien leerlingen
hoe gas kan ontstaan. Door
gist, suiker en (warm) water
te mengen in een flesje komt
een reactie op gang waarbij
koolstofdioxide vrij komt. Het
gas wordt opgevangen in
een ballon.
Voorbereiding
Vraag aan elke leerling of ze
voor deze les zelf een plastic
flesje van 0,5 liter, een ballon,
twee zakjes gedroogde gist
(of ongeveer 20 gram) en
een zakje suiker meenemen
(ongeveer 20 gram).
Verder zijn voor deze
opdracht (warm) water, een
aantal digitale weegschalen,
maatbekertjes en lepeltjes
nodig.
Koolstofdioxide is niet
schadelijk, maar adem het
niet direct in uit de ballon. Vooraf
Vertel dat we gaan
onderzoeken hoe gas kan
ontstaan. Licht dit toe aan
de hand van de informatie
uit de inleiding.
Bij vergisting van biomassa
zoals mest, rioolslib of gft-
afval vindt een vergelijkbare
reactie plaats waarbij
methaangas ontstaat. Dat is
geschikt als biobrandstof. Verdeel de klas in groepjes.
Bepaal hoeveel gram gist
en hoeveel gram suiker elk
groepje afweegt en in het
flesje doet.
Lesdoelen
• Leerlingen kennen een
voorbeeld van het
ontstaan van gas.
• Leerlingen voeren
zelfstandig een
practicumopdracht uit,
waarbij ze leren met
variabelen te werken.
• Leerlingen leren
gegevens interpreteren
en conclusies trekken.
Werkvorm
Groepsopdracht, maar de
practicumopdracht wordt
zelfstandig uitgevoerd.
Tip: Vooraf kunnen de
leerlingen voorspellingen
doen: als we meer gist
gebruiken. Zal …
Na afloop
Kijk met elkaar naar de
omvang van de ballonnen.
Wat valt op? Welke
conclusies kunnen jullie
trekken?
20 + 60
PROEF
+
WACHTTIJD
Het eerste deel van de opdracht
neemt ongeveer 15 tot 25
minuten in beslag. Daarna
wordt het flesje weggezet en
eventueel een andere activiteit
gestart. Na ongeveer een uur
kunnen de resultaten bekeken
worden.
Let op: bij het opruimen: haal
de ballonnen niet van het
flesje af, maar laat ze zeer
voorzichtig leeglopen en doe
dit bij een wasbak. Anders
wordt het een knoeiboel.
Biobased lessenset
hier krijg je bio-energie van
22