Wij beiden (Wendy en Esmée) hebben ervoor gekozen wel donor te willen worden, in ieder geval als postmortale donor, omdat je er zelf geen last van hebt als je niet al je organen meer hebt en je er iemands leven mee kunt redden. Wij zouden alleen ons hoornvlies en onze huid niet willen donoren, omdat dit ons niet levensbedreigend lijkt en dit redelijk goed te zien is aan de buitenkant van het lichaam.
Om deze keuze te maken hebben wij samen verschillende argumenten tegen elkaar afgewogen. Dit zijn onze argumenten:
Argumenten voor
1.Je hebt er zelf geen last van, je bent toch al overleden.
2.Je kunt iemands leven redden.
3.Er wordt netjes te werk gegaan bij de donoroperatie. Er wordt geopereerd met het maken van zo min mogelijk schade aan het lichaam. Aan de buitenkant van je lichaam zijn dus hooguit netjes afgehechte wonden te zien.
4.Er zijn lang niet genoeg donororganen, er is een grote wachtlijst met mensen die (met spoed) op een donororgaan wachten. Denken dat één donor meer of minder niet uitmaakt is dus erg onredelijk.
Argumenten tegen
1.Geen orgaandonatie op grond van geloof. Heel veel moslims gaan ervan uit dat het leven heilig is en dat je compleet voor je schepper moet verschijnen als je overlijdt. Maar de islam verbiedt orgaandonatie absoluut niet: het redden van het leven betekent eigenlijk het redden van de mensheid. Veel moslims geven dit standpunt steeds vaker de grootste prioriteit. Het protestantisme is verdeeld op het vlak van orgaandonatie. De grootste groep vindt dat orgaandonatie goed is, omdat je deelgenoot van een gemeenschap bent en je dit ook moet zijn in het ontvangen en afstaan van organen: als je iets krijgt, moet je ook iets geven. De kleine helft die er tegen is vindt dat je met je hele lijf en je hele lichaam moet opgaan in het hiernamaals. Het katholicisme en het hindoeïsme vinden orgaandonatie een goede zaak. Katholieken vinden naastenliefde erg belangrijk en orgaandonatie is hier een belangrijke vorm van. Hindoes zien hun lichaam als een stel oude kleren, omdat ze geloven in reïncarnatie. Hun ziel zou dus verder leven en hun lichaam niet. Wel zouden hindoes kunnen twijfelen als ze bang zijn om in een volgend leven niet compleet te zijn.
2.Er kan een drempel zijn: je organen horen toch bij je eigen lichaam. Het kan dan toch moeilijk zijn om er ‘afstand van te doen’, ondanks dat je er niets van merkt als je overleden bent.
Het eerste tegenargument is voor ons allebei niet van toepassing, omdat we niet zodanig in iets geloven dat dat ons zou weerhouden om donor te worden. Er blijven dan dus alleen nog maar voorargumenten over en een soort ‘drempel –tegenargument’. We vinden het nog wel lastig om over de drempel te stappen en de keuze vast te leggen, omdat je organen toch bij je eigen lichaam horen, maar willen toch ooit dat donorcodicil invullen met toestemming voor het doneren van onze organen.
Klik hier voor de link naar een filmpje met informatie over orgaandonatie en geloof