OOG VOOR AFRIKA OOG VOOR AFRIKA 01-2018 | Page 36

Oeganda, het land van duizend meren en met fluweelgroene bergketens. Van ondoordringbare regenwouden. Het thuis van de gorilla’s en chimpansees. Een land met spectaculaire safarimogelijkheden. De reis door dit land heeft misschien niet mijn leven veranderd, maar heeft wel een schatkist aan prachtige ervaringen toegevoegd. Ik heb het geluk met Lydia te mogen reizen, een trotse Oegandese die haar land tot in de puntjes kent. De leeuwen van Kidepo Onze reis begint in het noorden, in het Kidepo Valley National Park, op twee dagen rijden van hoofdstad Kampala. En daarmee meteen het meest afgelegen wildpark van Oeganda. Kidepo staat bekend om de grote aantallen leeuwen die maar liefst 13000 buffels op hun menukaart hebben staan, en de honderden olifanten. We overnachten in de nieuwe Savannah Lodge, gelegen bovenop een heuvel, met 360 graden uitzicht over de uitgestrekte savannes en de loodrecht uit het landschap oprijzende granieten bergketens in de verte. ‘s Nachts hoor ik de leeuwen brullen, net buiten het kamp. Overdag houden ze zich echter helaas schuil in het hoge gras, de regentijd is net ten einde. We zien wel olifanten, heel veel buffels – er wordt gezegd dat hier de grootste buffelpopulatie van de hele wereld leeft –, Jackson´s hartebeest, giraffen, zebra’s, oribi, veel ground hornbills, de fameuze neushoornvogels die in zuidelijk Afrika met uitsterven bedreigd worden. En we vinden de Oegandese kob, een prachtige antilopesoort die alleen in Oeganda en in oostelijk Congo voorkomt. Kidepo bestaat uit twee valleien, de drogere Kidepo Valley en de groene Narus Valley, de plek waar we de meeste dieren zullen zien. Oeganda’s best bewaarde geheim Aan het einde van de dag bezoeken we een dorp van de Karamojong. Een van de meest interessante en onbekende stammen van Oeganda. Een bevolkingsgroep die veel overeenkomsten vertoont met de Masai in Kenia, qua kleding, gebruiken en verschijning. De mensen wonen in eenvoudige lemen hutten met rieten daken. In het “keuken” deel liggen stenen om het graan en de gedroogde mais te vermalen. Er hangt een ketel met sorghum te borrelen boven een vuurplaats. Erboven strengen maiskolven. Sorghum is een gierst, erg voedzaam en volksvoedsel nummer twee in Oeganda. Het wordt gemalen en van het meel wordt brood gebakken of pap gemaakt. Sorghum kan ook gemixt worden met het sap van een bepaalde bananensoort. Dit prutje laat men gisten en vervolgens wordt het gedronken als bier. Het stamhoofd laat trots het nieuwe hok op palen zien, waar de geiten en kippen die los in het dorp lopen voor de nacht bijeen worden gedreven om ze te beschermen tegen roofdieren. Het dorp ligt immers midden in het Nationale Park. Net als de Masai uit buurland Kenia, zijn de Karamojong lang en slank, ze dragen wollen geruite doeken. Er wordt voor ons gezongen, de mannen en vrouwen springen wel een meter de lucht in. En ja, ik probeer het ook en kom best ver. Pure blijdschap. Meer in het zuiden van Oeganda, in het regenwoud van het Bwindi Impenetrable National Park leven de Batwa, een pygmeeënvolk, met een gemiddelde lengte van 1.60 meter. Zij worden gezien als de eerste bewoners van Oeganda. Ontmoeting met de Nijl Na een flinke rit van negen uur over vaak zeer slechte wegen (ik »