82
De sporen van lava zijn duidelijk te zien vanaf deze hoogte. Het lijkt
op uitgelopen stroop over een pannenkoek. Ik probeerde me, zo
aan het einde van mijn reis, voor te stellen hoe het zou zijn om hier
te wonen en vroeg het aan de 28-jarige gids Jason en zijn tien jaar
jongere broertje Eduino, die hier, aan de voet van de Pico do Fogo,
zijn grootgebracht. In 2014 hebben zij hun dorp zien verdwijnen
onder een lavastroom toen de vulkaan uitbarstte. ‘Het is een
gegeven, dit land is ons leven. Zonder deze vruchtbare grond heeft
onze familie niets.’
We beginnen aan de afdaling van de vulkaan. Chã das Caldeiras,
de woonplaats van de jongens, komt langzaam terug in zicht.
Bovenop het verwoeste dorp staan de eerste nieuwe huizen. Ik
realiseer me dat deze plek, boven de wolken en ver weg van de
alledaagse drukte, exemplarisch is voor het hele land. Uitvergroot
tot het extreme. Het is een land waar mensen van houden en op
kunnen vloeken, een land van uitersten, die soms zelfs in elkaar
besloten liggen. Bovenal wordt er, zo heb ik geleerd, gezongen. Uit
volle borst.
We zijn rond de krater gelopen en dalen af aan de andere kant.
Het is de bedoeling dat we van de steile, met stoffig zwart gruis
bedekte bergwand afrennen. ‘Dit’, zegt Jason, ‘is het leukste
stuk.’ Zijn jongere broer zet zich schrap en springt zonder zich te
bedenken de helling af.
Zonder twee keer na te denken spring ik er achteraan.
Drie weken eerder en een paar honderd kilometer verderop begon
ik mijn reis op het eiland São Vicente. Een maand lang ontdekte ik
hoe divers deze unieke eilandengroep kan zijn. Hoe lieflijk en rauw
op hetzelfde moment, verweven met de melancholieke klanken
van het echte leven.
De diva op blote voeten
‘Muziek is het belangrijkste dat de mensen hebben’, betoogt
Ricardo, ‘daarom is er elke avond in deze stad wel een concert.’ Ik
geloof hem meteen. Mindelo, de hoofdstad van São Vicente, barst
van de muziekcafés, musea en galeries, een van de redenen dat
ik hier ben. Ricardo is een local die ik ontmoet via couchsurfing.
Het is het eind van de middag en hij is net vrij van zijn werk bij de
haven. We zitten in een café aan de overkant van zijn huis. Hij heeft
me verteld over de grote hoeveelheden pakketten hij binnenkrijgt
van de diaspora overzee. Vanuit grote gemeenschappen in de
Verenigde Staten, Parijs en Rotterdam worden elektronica
verscheept, voedsel, meubels en meer. ‘In principe komt alles wat
je op dit eiland ziet binnen per schip.’ Hij benadrukt hoe afgelegen
Kaapverdië eigenlijk ligt, en dat mensen gewend zijn elkaar lang
niet te zien. Tegenover de half miljoen eilandbewoners wonen er
een miljoen in andere landen. ‘Daarom is de muziek, met name de
morna, het lied van heimwee, afscheid en verlies, zo’n belangrijk
onderdeel van onze identiteit.’ Volksmuziek is een sterk cultureel »