Eindelijk naar het land tussen de Limpopo en de Zambezi dat
door natuurliefhebbers zo wordt aangeprezen. Vanwege de
adembenemende, ongerepte natuur en de diversiteit aan dieren,
met parken als Hwange, Mana Pools, Gonarezhou, Matopos en
Matusadona. Ik heb voor vertrek een ware studie gemaakt van
dieren, bomen en cultuur. Want aan de zijde van een gelauwerde
fotograaf wil je geen modderfiguur slaan. Ik in ieder geval
niet. Pamuzinda Safari Lodge, onze eerste bestemming, is van
koninklijke allure. De lodge, die omschreven wordt als het paradijs,
ligt op slechts een uur rijden van de bezige hoofdstad Harare.
Meteen voel ik me echt in Afrika.
Een klein privé-wildpark in het hart van de streek die eens Afrika’s
grootste jachtgebied was. Pamuzinda is het Shona woord voor
‘koninklijke lodge’. Vanuit een open Landrover zien we vooral
veel antilopensoorten, waaronder natuurlijk de impala, de
sabelantilope en waterbokken die direct herkenbaar zijn aan de
witte cirkelvormige vlek rond het achterwerk. ‘God had net de
toiletbrillen wit geschilderd. De waterbok kon niet wachten en ging
erop zitten. Sindsdien heeft hij de witte cirkel.’ Ja, ze konden me
toen nog veel wijsmaken.
Aan het eind van de dag zien we vanuit de lodge nog een
groep olifanten geruisloos passeren en wordt met nadrukkelijk
tromgeroffel het diner aangekondigd.
Waarom hebben zebra’s strepen?
Uit het gesprek tussen onze gids en de fotograaf leer ik dat daar
aardig wat verschillende meningen over bestaan. Ik kijk naar
de kudde zebra’s, fotogeniek, alert, beweeglijk, maar vooral
heel duidelijk zichtbaar in het landschap. Waarom bestaan er
‘gestreepte paarden’ en tart de zebra de wetten van camouflage?
En waarom hebben deze dieren met hun opvallende streeppatroon
als enige paardachtigen in Afrika kunnen overleven? Wat is het
voordeel van de strepen? Camouflage is heel lang het argument
geweest. In de zinderende Afrikaanse hitte vervagen de strepen
en is de zebra minder goed zichtbaar voor de roofdieren die altijd
op de loer liggen. Maar, dit helpt vooral overdag en leeuwen, de
voornaamste vijanden, jagen vooral ’s nachts. Bij maanlicht zijn
de witte strepen duidelijk zichtbaar en zijn de donkergekleurde
buffels en wildebeesten beter gecamoufleerd. Maar … een groep
vluchtende ‘strepen’ maakt het voor een leeuw moeilijker om een
enkeling te isoleren. Maar als dat de oplossing is, waarom hebben
dan niet alle dieren die in kuddes leven een streeppatroon? »