OOG VOOR AFRIKA 12 | Page 25

Eindelijk naar het land tussen de Limpopo en de Zambezi dat door natuurliefhebbers zo wordt aangeprezen. Vanwege de adembenemende, ongerepte natuur en de diversiteit aan dieren, met parken als Hwange, Mana Pools, Gonarezhou, Matopos en Matusadona. Ik heb voor vertrek een ware studie gemaakt van dieren, bomen en cultuur. Want aan de zijde van een gelauwerde fotograaf wil je geen modderfiguur slaan. Ik in ieder geval niet. Pamuzinda Safari Lodge, onze eerste bestemming, is van koninklijke allure. De lodge, die omschreven wordt als het paradijs, ligt op slechts een uur rijden van de bezige hoofdstad Harare. Meteen voel ik me echt in Afrika. Een klein privé-wildpark in het hart van de streek die eens Afrika’s grootste jachtgebied was. Pamuzinda is het Shona woord voor ‘koninklijke lodge’. Vanuit een open Landrover zien we vooral veel antilopensoorten, waaronder natuurlijk de impala, de sabelantilope en waterbokken die direct herkenbaar zijn aan de witte cirkelvormige vlek rond het achterwerk. ‘God had net de toiletbrillen wit geschilderd. De waterbok kon niet wachten en ging erop zitten. Sindsdien heeft hij de witte cirkel.’ Ja, ze konden me toen nog veel wijsmaken. Aan het eind van de dag zien we vanuit de lodge nog een groep olifanten geruisloos passeren en wordt met nadrukkelijk tromgeroffel het diner aangekondigd. Waarom hebben zebra’s strepen? Uit het gesprek tussen onze gids en de fotograaf leer ik dat daar aardig wat verschillende meningen over bestaan. Ik kijk naar de kudde zebra’s, fotogeniek, alert, beweeglijk, maar vooral heel duidelijk zichtbaar in het landschap. Waarom bestaan er ‘gestreepte paarden’ en tart de zebra de wetten van camouflage? En waarom hebben deze dieren met hun opvallende streeppatroon als enige paardachtigen in Afrika kunnen overleven? Wat is het voordeel van de strepen? Camouflage is heel lang het argument geweest. In de zinderende Afrikaanse hitte vervagen de strepen en is de zebra minder goed zichtbaar voor de roofdieren die altijd op de loer liggen. Maar, dit helpt vooral overdag en leeuwen, de voornaamste vijanden, jagen vooral ’s nachts. Bij maanlicht zijn de witte strepen duidelijk zichtbaar en zijn de donkergekleurde buffels en wildebeesten beter gecamoufleerd. Maar … een groep vluchtende ‘strepen’ maakt het voor een leeuw moeilijker om een enkeling te isoleren. Maar als dat de oplossing is, waarom hebben dan niet alle dieren die in kuddes leven een streeppatroon? »