de schermen van bedrijven waar met zoveel passie wordt gewerkt
en geproduceerd. Ze hebben door de gaarden gestruind, olijven
geplukt, de oogsten en het persen beleefd en natuurlijk veel, heel
veel van het heerlijke ‘groene goud’ mogen proeven. Vooral het
laatste gaf hen een ongelooflijk inzicht in hoeveel verschillende
olijvensoorten er zijn en welke smaken je uit een slokje olijfolie
kunt halen.
Olijfolie uit Zuid-Afrika
De olijfolie uit Zuid-Afrika is in Nederland niet of nauwelijks
bekend en dat terwijl hij gezien de kwaliteit behoort tot de top
drie van de wereld. De inheemse olijfcultivar van Zuid-Afrika,
de wilde olijf (Olea africana), is oneetbaar. In de jaren vijftig
heeft de Italiaan Ferdinando Costa de eerste olijfbomen in Zuid-
Afrika geplant, en nu worden er meer dan twintig verschillende
ingevoerde olijfcultivars gekweekt. Deze variëren van populaire
olieproducerende variëteiten zoals Leccino, Frantoio en Coratina
tot Missie- en Kalamata-olijven. Deze laatsten zijn ook zeer
geschikt als tafelolijf.
Waarom is de kwaliteit in Zuid-Afrika zo hoog? Daar is een
aantal redenen voor. De Zuid-Afrikaanse olijfindustrie is volledig
ongesubsidieerd. Lokale olijfboeren reguleren deze industrie
geheel zelfstandig, hun passie gaat voor commerciële noodzaak.
De olijfgaarden zijn klein. Veel farms oogsten volledig met de hand.
Een goede Zuid Afrikaanse olijfolie herkent men aan het SA Olive
seal.
Olives Go Wild
De Olives Go Wild farm in Stellenbosch behoort toe aan twee
dames. Sandra van Schaik en Linda Costa, een goeroe op het
gebied van olijven en olijfolie. Haar vader heeft in de jaren vijftig
als eerste olijfbomen uit Italië naar Zuid-Afrika gebracht en daar
geplant. Haar achtergrond als biochemicus zorgt ervoor dat ze
vaak als adviseur fungeert. »