omgevingsanalyse omgevingsanalyse | Page 87

1.9.2.4 soorten Het Besluit van de Vlaamse Regering m.b.t. de geïntegreerde natuurbeheerplanning kan in een Type 2 beheerplan als leefgebied worden afgebakend. In Brasschaat is de aanwezigheid van vleermuizen een zeer belangrijk gegeven, zie ook de eerdere vermelding bij het Fort van Brasschaat. In en rond Brasschaat liggen verschillende kerngebieden voor vleermuizen: zowel de forten (Bras- schaat, Kapellen, Schoten en Ertbrand), de grotere bosgebieden met dreven waarin al dan niet voor vleermuizen inge- richte bunkers gelegen zijn (Mastenbos, Uitlegger, Inslag, Peerdsbos/Park Van Brasschaat, Oude Gracht, Vordenstein), de uitgestrekte militaire domeinen (Klein en Groot Schietveld) met heides en vennen, en grote waterpartijen (E19 plas). De Antitankgracht fungeert als een essentiële verbinding op bovenlokaal niveau. Op lokaal niveau is het laanbomenpa- trimonium van wezenlijk belang, waarbij er linken gelegd kunnen worden met de lanen met oude bomen (>60 jaar) met grote kruinen (kroonbreedte >15m) (zie figuur). Er is daarmee ook sterke overlap met de lanen die in de BWK als ‘waar- devol’ of ‘matig waardevol met waardevolle elementen’ gekarteerd werden. Vleermuizen gebruiken de lanen niet alleen als migratieroutes en jachtgebied (zoals vastgesteld tijdens de inventarisa- ties voor KaBraS, veelal gewone dwergvleermuis), de ruime aanwezigheid van oudere bomen met holtes in combinatie met een parkachtige omgeving (zoals in de woonparken) maakt het ook zeer aannemelijk dat de dreven als jacht- en verblijfgebied worden gebruikten (bv. rosse vleermuis). Ook voor soorten die in gebouwen verblijven is de laanboomstructuur zeer belangrijk als migratieroute en als jacht- gebied. In Brasschaat zijn vleermuiskolonies gekend uit de hoofdkerk (laatvlieger) en uit het kerkje van Hoogboom (grootoor sp.) 6 . Uit een studie van SPK 7 rond vleermuizen in het parklandschap Voorkempen blijkt het belang van dreven in villawijken die verbonden zijn met de Antitankgracht en de Antwerpse fortengordel. In Brasschaat werden concreet de Sionklooster- laan en Mishagen onder de loep genomen. Het uitgestrekte laanbomenpatrimonium zorgt aldus zowel voor de noodzakelijke verbinding tussen de kerngebieden, als voor een belangrijk aanbod aan leefgebied voor vleermuizen. Er werden hiervoor ook al maatregelen genomen. Op het traject van de Essensteenweg (gewestweg N117) bv. werd dit aspect door de beheerder erkend en werd erop ingespeeld door aangepaste verlichting te voorzien langs het naastliggende fietspad. Op de BWK werden in totaal ca. 43,5 km wegtraject met laanbomen als waardevol gekarteerd (op een totaal van ca. 190,6 km wegtraject met laanbomen op grondgebied Brasschaat,). Rekening houdend met een berm aan weerzijden van 2m breed waarin de laanbomen zijn ingeplant betekent dit een oppervlakte van ca. 17,4 ha die als doelstelling voor leefgebied voor vleermuizen vooropgesteld zou kunnen worden, verder te verfijnen tijdens de inventarisatiefase. Ook amfibieën zijn in de Brasschaatse context relevant. In de Miksebaan en de Kerkedreef zijn met succes een groot aantal amfibieëntunnels aangelegd om padden en kikkers veilig te kunnen laten migreren tussen het voortplantings- en overwinteringsgebied. Recent onderzoek toont aan dat de tunnels door verschillende diersoorten gebruikt worden, waar- onder zelfs ook boommarters 8 . Ook de retentiebekkens in de bermen aan de Frillinglei kunnen interessant zijn voor verschillende amfibieënsoorten. 6 7 8 Schriftelijke mededeling Filip Borms, vleermuizenwerkgroep SPK vzw 2012. PPS². Provinciaal Prioritaire Soorten x Publiek Private Samenwerking . Eindrapport Gielis L. 2017. Monitoring van amfibieëntunnels te Essen en Brasschaat. Stageverslag Universiteit Antwerpen. p 87