omgevingsanalyse omgevingsanalyse | Page 68

1.6.6 eenoudergezinnen en jongeren Eenoudergezinnen zijn een grote risicogroep binnen de (kans)armoedecijfers omdat de criteria inkomen, tewerkstelling, gezondheid, opleidingsniveau van de ouder precair zijn. Het aandeel alleenstaande ouders met kinderen is opvallend hoger in Brasschaat (11%) dan elders (Vlaanderen, Belfius en randgemeenten 9%) en nam de afgelopen 20 jaar toe. Ook in Brasschaat is de groep alleenstaanden met minderjarige (en eventueel meerderjarige) kinderen die een financi- ële steun verkregen van het OCMW in 2017, niet alleen de grootste groep- 29,3%, maar vertoont ook een stijging ten opzichte van 2016 met bijna 2%. De groep alleenstaanden, al dan niet met kinderen, blijft de meest kwetsbare groep (56,5% van alle cliënten die een financiële steun kregen van het OCMW) Daarnaast zien we ook een evolutie wat betreft jongeren tot 25 jaar. Ongeveer 1 op 4 leefloongerechtigden is jonger dan 25 jaar. In 2016 was dit nog 1 op 5. 1.6.7 uitdrijving Het OCMW wordt ook steeds betrokken bij een nakende uitdrijving en biedt steeds hulp aan. In 2017 werden er hiervoor 95 brieven gestuurd. Sinds 2015 stellen we een toename vast die wel de afgelopen 2 jaar lijkt gestabiliseerd. 1.6.8 welzijn - fysiek, psychisch en sociaal welzijn Uit de jaarverslagen voor 2017 algemene sociale dienst en schuldhulpverlening van OCMW Brasschaat blijkt dat steeds meer hulpvragers kampen met een (bijkomende) psychische problematiek. Misbruik van verslavende middelen (alcohol, drugs, medicatie), depressie, maar ook andere psychische (en psychiatrische) moeilijkheden, bemoeilijken het hulpverle- ningsproces. Ook bij de éénmalige of korte hulpvragen, vaak van eerder informatieve aard (gemiddeld 5 à 6 per dag) zijn er veel vragen rond gezondheid (psychische en algemene gezondheid). In de rapportering van de dossiers wordt hiervan melding gemaakt. Dat dit geen ‘lokale’ trend is kunnen we ook afleiden uit de cijfers van de gezondheidsmonitor van de stad Antwerpen voor 2017. Respondenten met een lage socio-economische status rapporteren veel vaker financiële problemen/schulden (18% t.o.v. 5,3%), gezondheid (20% t.o.v. 8%), de woonomgeving (12% t.o.v.4%), werkloosheid (10,6% t.o.v. 1,6%) en geen toekomstperspectief (9,5% t.o.v. 2,5%) als oorzaak van stress. Voor het eerst zijn er ook vragen over de mentale toestand van kinderen. Aanleiding is het zorgwekkend hoge aantal jongvolwassenen tussen de 15 en 24 jaar dat kampt met psychische problemen. Bij jonge vrouwen was dat bij de laatste gezondheidsenquête in 2013 maar liefst 40%, tegenover ‘slechts’ 32% in 2001.