omgevingsanalyse omgevingsanalyse | Page 147

Brasschaat scoort goed op de vergelijking van de schuldgraad. Schuld op 31/12/12 : 25Mio euro, voor 37.311 inwoners op 1/1/2012 geeft dat 670euro per inwoner • chuld op 31/12/18 bij opname 10.000.000: 24Mio voor 37.840 inwoners op 1/1/2018 geeft dat 634 euro per S inwoner Dit betekent dat de schuldgraad licht gedaald is. Er dient het verband gelegd te worden met de evolutie van de grootste exploitatie inkomstenbronnen en grootste exploitatie uitgavestijgingen. Als de inkomsten eerder afnemen of bevroren blijven in de tijd en stijgen enkele grote uitgaveposten zoals de responsabilisering (zie verder), zorgt dit ervoor dat er hetzij minder ruimte zal zijn om te investeren en beleid te voeren dan wel dan bijkomende leningen noodzakelijk kunnen zijn. Volgende cijfers zijn hierbij van belang: Hier kunnen we afleiden dat: • e exploitatieontvangsten evolueren van 56,5 Mio € (2018) naar 64 Mio (2024) of stijgen met 13,2%. De exploita- D tieuitgaven stijgen met 15,6% sterker in die periode dan de exploitatieinkomsten. Ze evolueren van 54 Mio € naar 62,6 Mio €. • Het financieel draagvlak van de gemeente kent bijgevolg een dalende trend. In 2018 is een lening aangegaan van 10 Mio € en ook in volgende jaren zullen bij gepland investeringsbeleid grote leningen moeten worden opgeno- men. Extra leningen opnemen om het tekort weg te werken is niet haalbaar gezien dan de netto aflossing van intresten en kapitaal ook structureel toenemen. • De schuldgraad zal in de huidige simulatie, met gesimuleerde investeringen en exploitatie, sterk toenemen in de volgende meerjarenplanning. Deze tabel leert dat er in 2019 een erg hoog bedrag gebudgetteerd is. Waar dit enkel gaat over geplande items is er mogelijkheid tot spreiding van de investeringsplanning. • Hier is nog geen rekening gehouden met nieuw toekomstig beleid! 4.3.4.5 bijdragen aan andere werkingen Een gemeentebestuur financiert via haar middelen verschillende andere werkingen: • OCMW Brasschaat Het OCMW Brasschaat ontvangst werkingsmiddelen van de gemeente voor zover haar eigen exploitatiemiddelen onvol- doende zouden zijn: p 147