Brasschaat valt vooral op door de combinatie van een grotere mate van vergrijzing enerzijds en het achterwege blijven
van een verjonging van de inwoners anderzijds. Men voorspelt de komende 15 jaar hierin geen kentering.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de afhankelijkheidsratio (verhouding bevolking buiten arbeidsleeftijd
dwz < 20j en >65j tov bevolking binnen arbeidsleeftijd (20-64j)) in Brasschaat (76,3) hoger ligt dan in de rest van
Vlaanderen (Vl 70,5; Belfius 70,3; rand 71,9). Een ratio die de afgelopen 20 jaar in Brasschaat sterk is toegenomen
waardoor er voor 100 inwoners op arbeidsleeftijd steeds meer inwoners zijn met een leeftijd buiten de arbeidsleeftijd.
Dit heeft op lange termijn verschillende financiële gevolgen:
• de inkomsten uit de personenbelasting nemen af naarmate de bevolking vergrijst, een trend die niet snel
omkeerbaar is gezien de aanhoudende daling van het aantal jonge gezinnen
• en ouder wordende bevolking genereert een bijkomende vraag naar zorg wat zich financieel vertaalt in een
e
hogere uitgave.
1.1.3 inwoners uit andere gemeenten
Brasschaat kent al sinds 20 jaar een negatieve natuurlijke bevolkingsaangroei (-2,9/1000 inwoners) dwz dat het aantal
overlijdens hoger ligt dan het aantal geboortes. Dit in tegenstelling tot de gemeenten uit de Belfiuscluster (0,2),
Vlaanderen (0,8) en de aanpalende buurgemeenten (-0,2). Vooral sinds 2013 wordt het verschil tussen het aantal sterf-
tes en het aantal geboortes in Brasschaat steeds groter en de natuurlijke aangroei steeds negatiever.