NVM magazine 3-2020 | Page 29

OKTOBER 2020 • Tekst | Niels Crooijmans

Van agrarisch naar niet-agrarisch ondernemen in het buitengebied . Kan dat ?

Juridische Dienst 29
Een veehouder besluit te stoppen met zijn veehouderij op locatie X en deze te verkopen . Een koper dient zich aan , maar de beoogde bedrijfsvoering van deze koper is niet-agrarisch . De koper wil namelijk een tuincentrum realiseren op de locatie . Een voorbeeld van een situatie waarvoor toestemming nodig is van de gemeente . Te denken valt aan een bestemmingsplanherziening , wijzigingsplan of een omgevingsvergunning voor afwijken .
De inhoud van de provinciale verordening is één van de factoren die bepaalt of een nieuw initiatief doorgang kan krijgen . Op provinciaal niveau worden regels gesteld - ook wel ‘ instructieregels ’ genoemd - aan de inhoud van een bestemmingsplan en aan omgevingsvergunningen waarbij wordt afgeweken van een bestemmingsplan . Dit zijn juridische bindende regels die worden neergelegd in een provinciale verordening . Het is dus geen zekerheid dat als de gemeente op zichzelf positief staat tegenover een initiatief , dat het ook provinciaal bezien kan .
Naast deze ‘ instructieregels ’ kent de verordening ook rechtstreeks werkende regels . Ongeacht wat het bestemmingsplan al dan niet regelt , gelden deze regels uit de verordening direct . Deze regels gelden dus niet alleen voor de gemeenten , maar dus ook voor alle ondernemers van de desbe treffende provincie !
EEN PRAKTIJKVOORBEELD Een agrarisch bedrijf stopt en wil een woonbestemming krijgen voor zijn bedrijfswoning . Die woonbestemming moet zo vorm krijgen dat alle overtollige bebouwing wordt gesloopt en uiteindelijk op het perceel twee burgerwoningen zijn toegestaan . De gemeente vindt dit een prima plan en maakt een bestemmingsplan . Omwonenden gaan in beroep en voeren bij de Raad van State aan dat het bestemmingsplan in strijd is met de provinciale verordening . Zij krijgen gelijk in beroep bij de Raad van State . De provinciale regels uit de verordening waren niet goed gevolgd . Daarin mochten stedelijke functies , zoals woningen , worden ontwikkeld buiten bebouwingscontouren , maar alleen als sprake was van verplaatsing .
Daar was hier geen sprake van , omdat het om een geheel nieuwe functie ging : een bedrijfswoning is iets anders dan een burgerwoning . De gemeente mocht weer terug naar de tekentafel en zal bij toetsing van een initiatief altijd goed moet kijken naar de provinciale verordening .
HELP ! HET INITIATIEF PAST PROVINCIAAL NIET ! In de verordening kan een mogelijkheid zijn opgenomen om af te wijken van de regels in de verordening . Als dit is geregeld in de verordening kan aan de provincie om een ontheffing worden gevraagd . Zo niet ? Dan zal het initiatief , als de regels niet wijzigen , geen doorgang kunnen krijgen .
Meer informatie over herbestemming in het algemeen ? Goorts + Coppens Niels Crooijmans n . crooijmans @ gca . nl 06 55 50 65 41
LESSEN VOOR DE PRAKTIJK
1 Niet alleen de houding van de gemeente is belangrijk bij een nieuw initiatief , maar ook de houding van de provincie heeft een rol .
2 Voor de rol van de provincie in het kader van regelgeving is de provinciale verordening belangrijk . Een nieuw initiatief moeten passen in de provinciale verordening .
3 De provinciale verordening kan afwijkingsmogelijkheden in zich hebben . Afhankelijk daarvan zijn er mogelijkheden om ontheffing te vragen van de inhoud van de regels in de provinciale verordening .