NVM magazine 2-2020 | Page 32

32 Expertise Tekst | Berber Bijma • NVM MAGAZINE Onderzoek TU/e en HAN “Meer woningen, maar De komende jaren moeten er heel wat woningen worden bijgebouwd en die zouden net zo gevarieerd moeten zijn als de wensen van hun bewoners. Hoogleraar Masi Mohammadi doet vanuit Hogeschool Arnhem-Nijmegen en de Technische Universiteit Eindhoven onder meer onderzoek naar gemeenschappelijk wonen. “De interesse daarvoor bestaat in alle leeftijdsgroepen.” Public actors Users Real life content Living Labs Knowledge institutes Private actors Zo snel mogelijk meer huizen uit de grond stampen is niet de goede oplossing voor het tekort aan woningen. Er moet vooral slim worden gebouwd en verbouwd, bepleit prof. dr.ir. Masi Mohammadi. Zij is hoogleraar Smart Architectural Technologies aan de Technische Universiteit Eindhoven en lector Architecture in Health aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Samen met onderzoeksmedewerkers heeft Mohammadi 11 living labs opgezet die de komende vier jaar moeten uitwijzen wat wensen en oplossingen zijn voor de woningmarkt. “Wij richten ons vooral op kwetsbare groepen als ouderen, mensen met een beperking en mensen die sociaaleconomisch kwetsbaar zijn. We brengen sociale, ruimtelijke en technologische aspecten bij elkaar in ons onderzoek. We willen slimme concepten en gebouwen ontwikkelen die mensen stimuleren om actief te blijven en die de sociale interactie bevorderen.” Een van de living labs, in samenwerking met Woonzorg Nederland, richt zich op vormen van gemeenschappelijk wonen. Vaak wordt daarbij gedacht aan senioren die (veel) te goed zijn voor het verpleeghuis, maar wel graag anderen om zich heen hebben die een oogje in het zeil houden. “Zo wordt het vaak geframed, maar die doelgroep is zeker niet de enige die interesse heeft voor co-housing”, stelt Mohammadi. “In alle leeftijdsgroepen is interesse voor gemeenschappelijk wonen. Wellicht heeft het ermee te maken dat we de afgelopen jaren steeds meer het gevoel hebben gekregen dat we in de samenleving op onszelf zijn aangewezen en zoeken we daarom naar nieuwe, informele netwerken. Om meer gemeenschappelijk wonen mogelijk te maken, is nieuwbouw het makkelijkst: je kunt woningen meteen in een U-vorm of een hofjesachtige setting bouwen. Maar we zullen zeker ook aan verbouw van de bestaande woningvoorraad moeten denken. Wij onderzoeken waarom mensen kiezen voor gemeenschappelijk wonen, wat daarin de stand van zaken is, wat de mogelijkheden zijn en ook wat het betekent voor de mate van zorg en diensten die mensen afnemen en hun gevoelens van eenzaamheid. Leidt meer gemeenschappelijk wonen bijvoorbeeld tot minder kosten voor de BV Nederland?” Verliefd op tiny houses Het zijn vragen waar ze nu, in de beginfase van het onderzoek, nog geen antwoord op kan geven. “Eén ding moeten we zeker niet doen: al te fanatiek trends volgen. Voor de coronacrisis zijn we massaal verliefd geworden op tiny houses. Je telde als gemeente of corporatie bij wijze van spreken niet mee als je ze niet had. Nu we zoveel thuis zitten, blijken tiny houses helemaal niet voor iedereen ideaal. Let wel: ik heb niets tegen tiny houses, maar we moeten waken voor copycat. Kijk naar situaties en naar individuele wensen, niet naar trends.” Wat de gevolgen van de coronacrisis zijn voor de woonwensen in de nabije toekomst, is nog niet te zeggen. Geen idee, zegt Mohammadi lachend: “Ik zou geen goede onderzoeker zijn, als ik de uitkomsten van het onderzoek nu al zou voorspellen.” Slimme wijken Nieuwbouw laat vaak jaren op zich wachten, maar innovatieve vormen van ‘gemeenschappelijk’ wonen – in de brede zin van het woord – zijn over een paar jaar al mogelijk, verwacht Mohammadi. “In Eindhoven zouden we in januari 2021 van start gaan met een slimme wijk. Door de coronacrisis zal dat wel wat uitgesteld worden, maar het zit er zeker aan te komen. Het gaat daarbij om een wijk die je als het ware als geheel tot een intramuraal gebied maakt. Gebouwen die we nu intramuraal noemen, hebben vaak hooguit een binnentuin. Met slimme technologie zorg je ervoor dat mensen die kunnen gaan dwalen veel meer bewegingsruimte hebben binnen de grenzen van de wijk. Dat geeft verzorgenden lucht: ze hoeven mensen niet 24 uur per dag in de gaten te houden. Bovendien houd je met diezelfde technologie ongewenste indringers buiten. Die technologie zal de komende jaren nog flink verbeteren, maar we hoeven niet te wachten tot we de beste technologie op aarde hebben voor we ermee aan de slag gaan.” Bij de living labs zijn vooralsnog geen makelaars betrokken. Mohammadi hoopt de link met die beroepsgroep wel te kunnen leggen. “Makelaars weten als geen ander wat mensen willen. De woningtypes waar wij onderzoek naar doen, zijn nieuw, dus het zou heel mooi zijn als we de makelaarsbranche kunnen betrekken bij een goede match tussen vraag en aanbod.”•