Energietransitie en-infrastructuur
Groen, groener, groenst
We staan voor een enorme opgave. Als land moeten we verduurzamen op alle fronten. Nederland wil in 2030 namelijk 49 % minder en in 2050 zelfs 95 % minder CO2 uitstoten. In Europa pleiten we zelfs voor een broeikasgasreductie van 55 % in 2030. De winning van het Groninger aardgas stopt en het gebruik van fossiele energie moet drastisch omlaag, tot vrijwel nul in 2050. Dit heeft consequenties voor alle sectoren. De huidige energiesystemen en-infrastructuren gaan daardoor sterk veranderen. De ambities zijn torenhoog, maar hoe gaan we deze enorme uitdaging vormgeven in ons land?
Edgar van Niekerk Programmamanager Energietransitie, Bouwend Nederland
De verduurzamingsopgave waar we in Nederland voor staan is complex. De energietransitie verandert onze manier van leven, wonen en werken en maakt ons ervan bewust dat we naar duurzame vormen van energieverbruik moeten omschakelen. Deze transitie grijpt in op alle sectoren zoals industrie, elektriciteit, landbouw, mobiliteit en de gebouwde omgeving. Het is daarom ontzettend waardevol en belangrijk een bredere kijk te ontwikkelen op hoe de toekomst eruit kan gaan zien. Hoe denken verschillende experts hierover? Wat gebeurt er in andere sectoren? Het kan daarnaast ook heel interessant zijn om kennis op te doen over mogelijk nieuwe technologieën die wellicht kunnen gaan helpen bij de verduurzamingsopgave.
De transitie naar een CO2-arme gebouwde omgeving en duurzame energievoorziening gaat een hele klus worden. Hoe we die klus met voldoende capaciteit in de sector gaan klaren, gaat misschien wel een van de grootste uitdagingen worden. De sector moet grote schaalsprongen gaan maken om gebouwen en huizen te verduurzamen en benodigde energiesystemen aan te leggen. Daarvoor zijn innovaties nodig, evenals efficiënte ketenprocessen en de opbouw van benodigde arbeidscapaciteit. Gelukkig hebben we daar nog wel even de tijd voor tot 2050. De komende jaren zal het werkaanbod en daarmee de behoefte aan vakmensen in elk geval sterk gaan groeien.
Willen we de energietransitie werkelijk versnellen, dan zal er een maatschappelijk handelingsperspectief moeten ontstaan. Als we kijken naar de gebouwde omgeving, dan moeten we de vraag stellen: wat kunnen burgers, corporaties of gebouweigenaren doen om aan de slag te gaan met verduurzaming? Daarmee ontstaat ook het handelingsperspectief voor de markt: toenemende volumes aan de vraagkant zorgen voor continuïteit bij bedrijven en leiden tot innovaties en opschaling waarmee de energietransitie haalbaar en betaalbaar kan worden gemaakt. Er moet in elk geval fors worden ingezet op energiebesparing in bestaande bouw en energiezuinige nieuwbouw.
22 Nu Bouwen aan Morgen