Hans HERBRANT,
Herbrant Partners
ALS HUREN NIET BLIJFT DUREN…
Het is weer een drukste van jewelste in
mijn ‘partyagenda’. Met de lente in het
land steken niet alleen de bloemen de kop
op, maar ook de ontelbare babyborrels,
communiefeestjes én … trouwparty’s, en
inbrandingen van de nieuw (gehuurde)
woningen door gehuwden of samenwo-
nenden.
We weten inmiddels allemaal dat com-
muniezieltjes niet altijd blijven wat ze op
die leeftijd zijn, en nog beter weten we dat
trouwpartijen en samenwoningen vaak
reeds in het begin de kiemen van hun
ontbinding in zich dragen. Net zoals die
jonge bloem bij het uitschieten reeds de
verschijnselen van de herfst in haar genen
heeft. En dan gebeurt het dat huren niet
blijft duren omdat de beide huurders niet
langer met elkaar overeenkomen.
In dat geval is de oplossing inzake de
door beiden aangegane huur verschil-
lend naargelang ze gehuwd zijn, wettelijk
samenwonen dan wel gewoon feitelijk sa-
menwonen.
Voor gehuwden lag en ligt het eigenlijk al-
lemaal nogal eenvoudig ; Zowel de oude
huurwet als het nieuwe huurdecreet, dat
ingaat vanaf 1 januari 2019 hebben al-
les geregeld. Dit betekent dat beide ge-
huwden recht hebben op de huur van het
onroerend goed dat hen als voornaamste
verblijfplaats dient, ook al heeft slechts
één van hen de huur afgesloten. Het
maakt zelfs niet uit dat dit nog voor het
huwelijk is gebeurd dan wel erna : beiden
hebben het huurrecht, volledig, maar dat
betekent ook dat beiden daardoor gehou-
den tot betaling van de huur, hoofdelijk en
ondeelbaar, doch niet voor deze die da-
teert van voor men (mede) huurder werd.
Als ze uit elkaar gaan moeten ze samen
overeenkomen wie zal blijven wonen, en
als dat niet lukt beslist de rechter. De part-
ner die de woning verlaat, en de huurover-
eenkomst van in het begin mee onderte-
kende, is daarna nog zes maanden mede
gehouden tot betalen van de huur.
Dit alles belet niet dat de rechter (fami-
lierechtbank) in een vonnis kan beslissen
dat de woning door één partij mag worden
bewoond en dat de andere het huis moet
verlaten en dat hij die blijft de huur moet
betalen. Deze uitspraak geldt dan wel tus-
sen de partijen, maar de verhuurder kan
zich nog steeds naar beide richten.
bedoeld de toestand waarbij de 2 partijen
(man/vrouw of man/man of vrouw/vrouw)
een schriftelijke verklaring op het gemeen-
tehuis hebben afgelegd inhoudend hun
samenlevingafspraken.
Slechter en moeilijker was het vroeger ge-
steld met feitelijk samenwonenden ; voor
hen had de wet geen regeling voorzien.
Toen gold de regel dat de huurovereen-
komst zei wie de huurder is, en alleen hij
was gehouden tot betaling van de huur
maar hij kon dan ook de andere partij laten
uitzetten als verstandhouding uit de hand
loopt. Hadden ze beiden geteken d dan
kan strikt genomen geen van hen beiden
worden uitgedreven.
Met het nieuwe huurdecreet is een wette-
lijke regeling ingevoerd. Feitelijk samenwo-
nende kunnen allemaal huurder worden.
Door een akkoord met de verhuurder, of
met via een rechterlijke beslissing. Ze zijn
allemaal gehouden tot de huur, maar kun-
nen elk apart de huur opzeggen en dan
zijn ze nog gehouden tot betalen tot ze
zijn ‘vervangen’ door een nieuwe huurder,
en met een maximum van zes maanden.
Als de huurders niet gehuwd zijn maar
wettelijk samenwonen dan geldt dezelfde
regeling. Ook in het nieuwe huurdecreet.
Met wettelijk samenwonen wordt dan wel
Aalter | Eeklo | Deinze