Hans HERBRANT,
Herbrant Partners
OPSCHORTEN ?
De zon is in het land, dat was de laatste
dagen meer dan duidelijk, en de tempera-
turen gingen alweer naar zuiderse pieken.
Wie niet zou geloven in zonne-energie,
moet eens goed rond zich kijken als deze
eerste warmte de terrassen doet vollopen,
de rosé laat stromen en de rokken kleed-
jes doet krimpen. En ik heb het hier nu
even niet over de energie waar Tommelein
zich zo bekend mee maakt, maar over de
levensenergie die door onze grootste licht-
bron wordt gevoed. Wie dus goed kijkt ziet
hoe alles plots meer gaat bruisen, hoe al-
les meer en weer tot leven komt, en hoe
krachtiger we allemaal worden. Iedereen
denkt aan nieuwe initiatieven en ontplooit
een daadkracht die we in de duistere win-
termaanden niet kennen.
We leven, werken en handelen echter in
onzekere tijden en net dan is het belang-
rijk bij het aangaan van verbintenissen
deze slechts aan te gaan als men zeker
is van wat men wil en kan, en men zoals
de volksmond zegt “als men weet waar
men staat”.
Een van de meest gebruikte methoden
om zich bij het afsluiten van overeenkom-
sten in te dekken tegen onzekerheden is
de opschortende voorwaarde. Vooral bij
aankoop van onroerend goed wordt er
duchtig gebruik van gemaakt, maar meer
en meer vinden we ze ook terug in an-
dere contracten zoals bij huur, aankoop
roerende goederen, aannemingsovereen-
komsten, renovatieovereenkomsten, enz ..
De bepaling van wat een opschortende
voorwaarde is vinden we terug in het Bur-
gerlijk Wetboek. (Art. 1181) Daarin staat
te lezen :
“Een verbintenis onder een opschortende
voorwaarde aangegaan, is die welke af-
hangt ofwel van een toekomstige en onze-
kere gebeurtenis ,ofwel van een gebeurte-
nis die reeds heeft plaatsgehad, maar aan
partijen nog onbekend is. In het eerste
geval kan de verbintenis niet uitgevoerd
worden dan nadat de gebeurtenis heeft
plaatsgehad. In het tweede geval heeft de
verbintenis haar gevolgen met ingang van
de dag waarop zij is aangegaan.”
(Art. 1181 Burgerlijk Wetboek)
Als u een wederkerige overeenkomst af-
sluit, van welke aard ook, en daarin is een
opschortende voorwaarde opgenomen,
(om het even wie die daar liet in opnemen)
dan zal de partij die zich verbindt slechts
gehouden zijn tot het nakomen van het-
geen waartoe hij zich verbonden heeft als
de voorwaarde is verwezenlijkt. Wie bv
koopt onder de opschortende voorwaarde
van het bekomen van een lening, zal dus
maar moeten kopen zodra hij zekerheid
heeft over het bekomen van zijn lening.
Het is iedere aandachtige lezer wel al dui-
delijk dat de opschortende voorwaarde een
ernstige stoorfactor kan zijn bij het afhande-
len van de aangegane overeenkomst.
Dit geldt voor beide partijen en het is dan
ook raadzaam om bij het opstellen van
deze voorwaarde niet over één nacht ijs
te gaan. Partijen moeten duidelijk bepalen
wat ze willen bereiken of bedoelen met de
voorwaarde en er zorg voor dragen dat
geen andere interpretatie mogelijk is.
Verder moet men er ook zorg voor dragen
dat men zich niet verder verbindt dan men
ook wil. De overeenkomst zelf die tussen
partijen werd afgesloten bestaat immers.
Ook al kent ze door de opschortende
voorwaarde nog geen uitvoeringwerking,
ze kan wel al rechten en verplichtingen
doen ontstaan tussen de partijen.
De verkoper of verhuurder kan bijvoor-
beeld hetzelfde goed niet meer aan een
ander verkopen of verhuren en hij moet er
zorg voor dragen dat het niet teniet gaat
door zijn eigen fout of daad.
In het aannemingsrecht heeft hij onder-
meer de verplichting zich zo te organiseren
dat de aanneming een uitvoering kan krij-
gen zodra de voorwaarde zich vervult. Hij
kan dan immers niet meer inroepen dat hij
niet in de mogelijkheid te doen waartoe hij
zich verbond.
Maar ook hij die zich verbonden heeft om
iets te doen of te laten als de opschor-
tende voorwaarde zich verwezenlijkt dient
mag niet onachtzaam zijn of denken dat hij
los mag omspringen met zijn verbintenis.
Deze partij die een rol speelt bij het ja dan
neen verwezenlijken van de voorwaarde
dient dit ter goeder trouw te doen. Nim-
mer mag hij de voorwaarde beschouwen
of gebruiken als een eenvoudige moge-
lijkheid om naar wel believen de overeen-
komst niet na te komen.
Zo zal hij volledig moeten meewerken aan
de aanvraag van een lening indien het be-
komen ervan een voorwaarde is, en niets
onverlet laten om deze ook te bekomen.
Handelt hij niet ter goeder trouw, en werkt
hij niet mee of laat hij na de noodzakelijke
handelingen te stellen, dan riskeert hij dat
bij betwisting de rechtbank de voorwaarde
als vervuld beschouwd, ook al is ze dat
in werkelijkheid niet. Hij zal dan de over-
eenkomst moeten uitvoeren of een scha-
devergoeding betalen die de aannemer
vergoedt voor de gederfde winst en reeds
gemaakte ko sten.
Nu de opschortende voorwaarde de
overeenkomst kan bevriezen voor wat de
uitvoering ervan betreft, is het raadzaam
haar niet onbeperkt in tijd te laten gelden.
De afbakening in tijd moet echter ook in
alle redelijkheid gebeuren; de voorwaarde
moet immers toch enigszins de kans krij-
gen zich te vervullen.
Het is ook niet ongepast een schadever-
goeding of compensatie te voorzien voor
het geval de overeenkomst geen uitvoe-
ring krijgt. De aannemer zou aldus een
vergoeding kunnen vragen voor de kosten
die gepaard gingen met het opmaken van
het bestek of de offerte.
Het besluit is dan ook dat hij die geen
aandacht heeft voor het correct opstellen
van de opschortende voorwaarde al snel
zal ondervinden dat er aan de afhandeling
van zijn totale overeenkomst héél wat zal
schorten…
Aalter | Eeklo | Deinze