Magazine Logic-Immo : Oost- & West-Vlaanderen, Kust 422 | Page 58

Hans HERBRANT, Herbrant Partners OPSCHORTEN ? De zon is in het land, dat was de laatste dagen meer dan duidelijk, en de tempera- turen gingen alweer naar zuiderse pieken. Wie niet zou geloven in zonne-energie, moet eens goed rond zich kijken als deze eerste warmte de terrassen doet vollopen, de rosé laat stromen en de rokken kleed- jes doet krimpen. En ik heb het hier nu even niet over de energie waar Tommelein zich zo bekend mee maakt, maar over de levensenergie die door onze grootste licht- bron wordt gevoed. Wie dus goed kijkt ziet hoe alles plots meer gaat bruisen, hoe al- les meer en weer tot leven komt, en hoe krachtiger we allemaal worden. Iedereen denkt aan nieuwe initiatieven en ontplooit een daadkracht die we in de duistere win- termaanden niet kennen. We leven, werken en handelen echter in onzekere tijden en net dan is het belang- rijk bij het aangaan van verbintenissen deze slechts aan te gaan als men zeker is van wat men wil en kan, en men zoals de volksmond zegt “als men weet waar men staat”. Een van de meest gebruikte methoden om zich bij het afsluiten van overeenkom- sten in te dekken tegen onzekerheden is de opschortende voorwaarde. Vooral bij aankoop van onroerend goed wordt er duchtig gebruik van gemaakt, maar meer en meer vinden we ze ook terug in an- dere contracten zoals bij huur, aankoop roerende goederen, aannemingsovereen- komsten, renovatieovereenkomsten, enz .. De bepaling van wat een opschortende voorwaarde is vinden we terug in het Bur- gerlijk Wetboek. (Art. 1181) Daarin staat te lezen : “Een verbintenis onder een opschortende voorwaarde aangegaan, is die welke af- hangt ofwel van een toekomstige en onze- kere gebeurtenis ,ofwel van een gebeurte- nis die reeds heeft plaatsgehad, maar aan partijen nog onbekend is. In het eerste geval kan de verbintenis niet uitgevoerd worden dan nadat de gebeurtenis heeft plaatsgehad. In het tweede geval heeft de verbintenis haar gevolgen met ingang van de dag waarop zij is aangegaan.” (Art. 1181 Burgerlijk Wetboek) Als u een wederkerige overeenkomst af- sluit, van welke aard ook, en daarin is een opschortende voorwaarde opgenomen, (om het even wie die daar liet in opnemen) dan zal de partij die zich verbindt slechts gehouden zijn tot het nakomen van het- geen waartoe hij zich verbonden heeft als de voorwaarde is verwezenlijkt. Wie bv koopt onder de opschortende voorwaarde van het bekomen van een lening, zal dus maar moeten kopen zodra hij zekerheid heeft over het bekomen van zijn lening. Het is iedere aandachtige lezer wel al dui- delijk dat de opschortende voorwaarde een ernstige stoorfactor kan zijn bij het afhande- len van de aangegane overeenkomst. Dit geldt voor beide partijen en het is dan ook raadzaam om bij het opstellen van deze voorwaarde niet over één nacht ijs te gaan. Partijen moeten duidelijk bepalen wat ze willen bereiken of bedoelen met de voorwaarde en er zorg voor dragen dat geen andere interpretatie mogelijk is. Verder moet men er ook zorg voor dragen dat men zich niet verder verbindt dan men ook wil. De overeenkomst zelf die tussen partijen werd afgesloten bestaat immers. Ook al kent ze door de opschortende voorwaarde nog geen uitvoeringwerking, ze kan wel al rechten en verplichtingen doen ontstaan tussen de partijen. De verkoper of verhuurder kan bijvoor- beeld hetzelfde goed niet meer aan een ander verkopen of verhuren en hij moet er zorg voor dragen dat het niet teniet gaat door zijn eigen fout of daad. In het aannemingsrecht heeft hij onder- meer de verplichting zich zo te organiseren dat de aanneming een uitvoering kan krij- gen zodra de voorwaarde zich vervult. Hij kan dan immers niet meer inroepen dat hij niet in de mogelijkheid te doen waartoe hij zich verbond. Maar ook hij die zich verbonden heeft om iets te doen of te laten als de opschor- tende voorwaarde zich verwezenlijkt dient mag niet onachtzaam zijn of denken dat hij los mag omspringen met zijn verbintenis. Deze partij die een rol speelt bij het ja dan neen verwezenlijken van de voorwaarde dient dit ter goeder trouw te doen. Nim- mer mag hij de voorwaarde beschouwen of gebruiken als een eenvoudige moge- lijkheid om naar wel believen de overeen- komst niet na te komen. Zo zal hij volledig moeten meewerken aan de aanvraag van een lening indien het be- komen ervan een voorwaarde is, en niets onverlet laten om deze ook te bekomen. Handelt hij niet ter goeder trouw, en werkt hij niet mee of laat hij na de noodzakelijke handelingen te stellen, dan riskeert hij dat bij betwisting de rechtbank de voorwaarde als vervuld beschouwd, ook al is ze dat in werkelijkheid niet. Hij zal dan de over- eenkomst moeten uitvoeren of een scha- devergoeding betalen die de aannemer vergoedt voor de gederfde winst en reeds gemaakte ko sten. Nu de opschortende voorwaarde de overeenkomst kan bevriezen voor wat de uitvoering ervan betreft, is het raadzaam haar niet onbeperkt in tijd te laten gelden. De afbakening in tijd moet echter ook in alle redelijkheid gebeuren; de voorwaarde moet immers toch enigszins de kans krij- gen zich te vervullen. Het is ook niet ongepast een schadever- goeding of compensatie te voorzien voor het geval de overeenkomst geen uitvoe- ring krijgt. De aannemer zou aldus een vergoeding kunnen vragen voor de kosten die gepaard gingen met het opmaken van het bestek of de offerte. Het besluit is dan ook dat hij die geen aandacht heeft voor het correct opstellen van de opschortende voorwaarde al snel zal ondervinden dat er aan de afhandeling van zijn totale overeenkomst héél wat zal schorten… Aalter | Eeklo | Deinze