Magazine Coachend Vlaanderen
21 maart 2013
Hoe meet je persoonlijke ontwikkeling?
Meetbaarheid is de achillespees van de (zelf)coaching en van veel vormen van persoonlijke begeleiding. Vaak
gaan vragen rond coaching over een beter gevoel in ons leven. Maar ons welzijn is moeilijk te meten: het is voor
velen een onvatbaar en vluchtig gevoel, dat ons dan nog eens bedriegt ook.
Sommige mensen verklaren dat ze ‘aan het groeien zijn’ of dat ze ‘in een proces zitten’. Super, maar hoe kan ik
zien dat het werkelijk zo is? En hoe weet je dat eigenlijk zelf? Meetbaarheid is dus essentieel als je wil weten of
je aan het evolueren bent of niet.
Laten we even kijken naar de verschilllende vlakken waarop persoonlijke ontwikkeling zich afspeelt, en hoe je ze
kan meten.
Fysieke beoordelingsparameters
Dit is de klassieke manier van meten, en de meest voorkomende. Ze is gebaseerd op wat je in je fysieke
omgeving kan waarnemen. Hieronder vallen je bankrekening, je lichamelijk gewicht en conditie, je titel op het
werk, een certificaat, een tijd, een hoogte, een lengte, een breedte, een groen licht of een zwarte gordel.
De coach vraagt: “Wat zal ik zien, horen, voelen… wanneer je dat doel bereikt hebt?” Fysieke zaken zijn het
meest onmiskenbaar, en daarom ook het meest gebruikt als beoordelingsparameter.
Materiële of fysieke groei verloopt vaak lineair, in een min of meer rechte lijn. Je weegt minder, geeft minder
uit, je kantoor ligt op een hogere verdieping in het bedrijf… Er kan wat heen en weer zijn, maar bijvoorbeeld op
financieel vlak kan het alleen omhoog of omlaag gaan.
Soms dienen signalen uit de fysieke wereld om iets ontastbaars te meten dat complexer is dan vooruit/achteruit,
omhoog/omlaag. Geluk bijvoorbeeld, assertiviteit of vrijheid. Het gaat dan om signalen van het lichaam of de
omgeving, zaken die we vanuit een bepaalde interpretatie betekenis geven.
Zoals zwetende handpalmen kunnen wijzen op zenuwen, een certificaat een bepaalde vaardigheid veronderstelt
of veel bijval uit de omgeving op een aansluiting met het grotere geheel. Deze zaken zijn wel altijd deel van een
interpretatie, een kader waarin een fysiek signaal betekenis krijgt.
Mentale beoordelingsparameters
Het mentale lijkt op het fysieke in de zin dat het ook lineair lijkt, van A naar B. Wanneer je iets bijleert word je
daar beter in, toch? Maar ook hier kan je soms bedrogen uitkomen: een meervoud aan kennis levert niet
noodzakelijk een beter begrip op.
Een aantal makkelijke voorbeelden: taal en wiskunde. Je kan makkelijk vaststellen dat je een taal begint te
beheersen, en je kan wiskundige vraagstukken leren oplossen. Je kan tests ontwerpen om de kennis te
beproeven.
Maar wat als het mentale dient om fysieke vooruitgang te meten? Je kan alles weten over salsa, maar dat maakt
je geen goede danser. Laat staan over emotionele of spirituele zaken; zaken die je niet met je verstand niet kan
pakken. Je mag nog alle vragen juist beantwoorden: dat maakt je geen ideale minnaar, een succesvolle
ondernemer, een goede beslisser, onderhandelaar of crisis manager…
20.