MAASTRO clinic | een eeuw radiotherapie in Limburg | Page 60
beschikbaar was, bleef men voorlopig experimenteren
met röntgenstralen. Al in 1903 en 1904 rapporteerden
Nederlandse dermatologen en KNO-artsen tijdens
hun wetenschappelijke vergaderingen de uitstekende
resultaten van radium bij allerlei goed- en kwaadaardige
aandoeningen van huid en slijmvliezen. Daarna ging men
ook dieper gelegen tumoren bestralen door naalden
of staafjes met radium of met radon (een gasvormig
vervalproduct van radium) in de tumor te brengen. Het
toepassen van radium ter vervanging van de ingewikkelde
röntgentherapie, werd dan ook snel populair, al vormden
de hoge kosten van radium een belangrijke beperking.
Het vaststellen van de juiste stralendosis bleek echter een
probleem. Het was hierdoor moeilijk de deugdelijkheid
van de diverse radiumpreparaten te testen en het had ook
veel complicaties (verbrandingen) door overdosering tot
gevolg. Toch werden radiumtherapie en röntgentherapie
gedurende lange tijd naast elkaar gebruikt (zie ook
Prof. dr. J.K.A. Wertheim Salomonson (1864-1922), buitengewoon hoogleraar in de neurologie en de
röntgenologie aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam (1899) en de eerste hoogleraar röntgenologie
in Nederland. Postuum portret (1923) door Jan Veth. Olieverf op doek, 74x58 cm (met lijst 99x 83 cm).
(Universiteit van Amsterdam, Bibliotheek Bijzondere Collecties)
hoofdstuk 7).
Onder de titel Behandeling van kwaadaardige
gezwellen met Röntgenstraling verscheen in 1915 de
In de jaren na 1910 werd de röntgentherapie enige tijd
eerste Nederlandse publicatie over de resultaten van
vrijwel volledig overschaduwd door een therapie met een
röntgentherapie. De auteur, G.F. Gaarenstroom, was
andere stralingsbron: de radiumtherapie. De doorbraak
verbonden aan de heelkundige kliniek van
daarvan was het gevolg van het beschikbaar komen, althans
prof. dr. J. Rotgans van het Binnengasthuis in Amsterdam.
in Europa, van voldoende radium. De gedachte om radium
in de geneeskunde toe te passen stamde uit 1901, toen
de ontdekker van natuurlijke radioactiviteit Antoine-Henri
Becquerel (1852-1908) een brandwond opliep, doordat
hij langere tijd een buisje radium in zijn jaszak bewaard
had. De brandwond leek zo op een röntgenverbranding,
dat de geconsulteerde dermatoloog direct veronderstelde
dat radium mogelijk eenzelfde therapeutisch effect kon
hebben als röntgenstraling. Radium werd dan ook al snel
gebruikt bij de behandeling van allerlei huidafwijkingen. Dit
was succesvol en bovendien gemakkelijk. Er kwamen geen
ingewikkelde apparaten aan te pas, maar enkel eenvoudig
in rubber zakjes, glazen buisjes of capsules aan te brengen
radiumzouten. Al snel stond de literatuur er vol van. In
58
de Verenigde Staten, waar in die tijd nog weinig radium
Links dokter G.F. Gaarenstroom (H. van der Gugten, NKI/AVL)