MAASVALLEI
WIE HET KLEINE NIET EERT
Na een korte detour langs het pittoreske Maas-
dorpje Leut, waar ik langs Kasteel Vilain XIIII rijd
om het Engelse landschapspark dat er achter ligt
te bezoeken, maak ik me klaar voor de laatste
etappe van m’n tocht. Mijn tour de force door
de Maasvallei eindigt – na een stevige rit naast
de Zuid-Willemsvaart – aan fietsknooppunt 58 in
Oud-Rekem. Een plek met standing is dat, waar
ooit de adel thuis was. Het centrum is er groen
en beschikt over verschillende uitnodigende
terrasjes. Het dorp zelf ligt erg fotogeniek in een
bocht van de Maas genesteld, en een heleboel
historische gebouwen staan er nog steeds in
piekfijne conditie recht. Ik kan me een pak
lelijkere Vlaamse dorpen voor de geest halen.
Het meest opvallende gebouw is het Kasteel
d’Aspremont-Lynden, dat in de 16 de eeuw in
Maaslandse Renaissancestijl werd opgetrokken
door de adellijke familie met dezelfde naam, die
ook verantwoordelijk is voor de grandeur van
de rest van het dorp. Het kasteel deed na z’n
118
hoogdagen jarenlang dienst als bedelaars-
gesticht en zelfs als psychiatrische instelling,
maar ondertussen wordt het beschermd. Een
bezoek kan tijdens een expositie, of als onder-
deel van een gegidste wandeling door het dorp.
“Een plek met standing is dat, waar ooit
de adel thuis was.”
Ook buiten Oud-Rekem is het aangenaam
wandelen. In het Natuurgebied Hochterbampd
bijvoorbeeld – het kind moet een naam hebben –
lopen ook Galloways rond. En wie daarna nog
niet uitgestapt is, kan in Lanaken zelf even tot
bij Domein Pietersheim fietsen, om aan één van
de mooie wandellussen door het Nationaal Park
Hoge Kempen te beginnen. Tijdens een bezoek
aan Limburg is de dag immers pas afgelopen als
je voeten niet meer verder kunnen.