Leven is COMMUNICEREN is Leven Leven IS communiceren | Page 38

3. Laat de gesprekspartner over zichzelf praten (woon je hier in de stad? Wat voor werk doe jij? Ga je op reis deze vakantie?) 4. Meng opinies, informatie en vragen en bevorder de conversatie door aanmoedigingszinnetjes: Jeetje, deed ie dat echt? Wat zeg je me daarvan! Echt waar? Dat is fantastisch zo te horen heb je een hoop lol gehad!) 5. Stel open vragen, die niet zomaar met “ja” of “neen” kunnen beantwoord worden: Hoe was het daar? Wat deed je daar ’s avonds? Wat houdt die job precies in? 6. Als je eigen ervaringen vertelt, laat ze dan aansluiten bij de interesses en ervaringen van de ander. AFSCHEID 1. Goed, ik moet er weer eens van door. Hou je goed hé 2. Leuk ie weer gesproken te hebben, We moeten later zeker eens op ons gemak bijpraten ... 3. Daag, tot ziens! Tot de volgende keer! 4. Ik zie je nog wel eens! Ik kom je nog wel tegen! 5. Daar moeten wij het eens meer uitgebreid over hebben, wanneer zou dat voor jou passen? Volgende week maandag misschien? Of past dinsdag beter? 38