Leven is COMMUNICEREN is Leven Als ELK Woord Telt | Page 52
Motiveren: wat is dat?
Motiveren betekent letterlijk: het duidelijk krijgen van het motief waarom iemand iets doet. Het is erg belangrijk
om deze definiëring goed tot je te laten doordringen. Het betekent dus nadrukkelijk niet ompraten tot ander
gedrag. Het betekent niet het opdringen van een andere visie. Dit wordt namelijk in de gewone taal nog wel eens
gedacht.
Bij therapeutisch motiveren dienen we ons te verdiepen in de beweegredenen, de opvattingen en de ideeën van
de patiënt. Om allereerst inzicht te hebben in wat de feiten zijn en vervolgens inzicht te krijgen wat de
interpretaties van die feiten door die patiënt zijn, zonder daarover een waardeoordeel te uiten of richting te
geven aan een bepaalde oplossing. Met name bij psychotische mensen gaat dit naar ons idee nogal eens mis. Ten
eerste omdat het lang niet altijd moeilijk is om vast te stellen dat iemand een psychose heeft. Vaak zie je aan de
buitenkant al hoe laat het is, doordat iemand zich minder goed verzorgd, moeite heeft met adequaat contact
maken. Ten tweede omdat de omgeving vaak aandringt op het nemen van snelle stappen, er moet dringend iets
gebeuren. Gevolg is al gauw dat wij, tevreden dat we zo snel hebben kunnen vaststellen wat er aan de hand is,
dit zo snel mogelijk met de patiënt bespreken. En dan beginnen de problemen: de patiënt herkent zich totaal niet
in dit beeld en verklaart jou eigenlijk voor gek. Voordat we het gaan hebben over specifieke gesprektechnieken
bij mensen met psychotische klachten, zullen we eerst moeten stilstaan bij welke attitude het beste bij de situatie
past.
Er zijn volgens ons 3 attitudes in de psychiatrie.
1.De houding van adviseur.
In de langdurige psychiatrie betekent dit dat je opstelt in de trant van: 'U bent welkom om over een
psychiatrische problemen met mij te spreken. Ik ga u niet achter de broek aan lopen maar doe wel mijn best
voor U'. Bij een problematische of tegenhangende patiënt is de aanpak volgens het Socratisch Motiveren van
Martin Appelo zeker aan te bevelen. Of overweeg om überhaupt geen aanbod te doen. Motivationeel
Interviewen zoals bedoeld in dit artikel is hier niet van toepassing of zinvol.
2.De houding van verleider:
indien iemand oordeelsonbekwaam is gaan we alles op alles zetten om hem aan ons te binden. Wel interessant is
het volgende: je begint bij verleiden eerst met de patiënt. Mocht deze echter toch niet gaan meewerken dan is
het zaak om niet op te houden maar met het systeem aan de gang te gaan om vervolgens weer bij de patiënt
terug te komen.
3.De andere bemoeizorg-variant is ingrijpen.
De toon is dan directief. Wanneer iemand oordeelsonbekwaam is en een gevaar in de zin van de (BOPZ) wet
veroorzaakt dan heb je als hulpverlener de verantwoordelijkheid en de plicht om in te grijpen. Er is in dit soort
situaties dus weinig ruimte voor onderhandelingen.
Het is erg belangrijk om een keuze te maken tussen één van deze strategieën. Behoed je ervoor ze door elkaar te
gebruiken, dit komt niet duidelijk over naar de klant. Het verschil tussen adviseren enerzijds en verleiden en
ingrijpen anderzijds ligt in de oordeelsbekwaamheid. Het gaat in dit geval over de bekwaamheid om te
beoordelen of men eigenlijk wel een ziekte heeft.
Bij mensen met schizofrenie is er toenemend bewijs dat er bij een grote groep sprake is van anosognosie
(Amador). Deze term uit de neurologie betekent dat mensen hun ziekte of handicap niet kunnen zien ondanks
dat deze glashelder aanwezig is. We kennen dit bijvoorbeeld bij bepaalde herseninfarcten met verlammingen als
gevolg. Het is belangrijk om de reikwijdte van dit inzicht goed te doordenken. Te vaak laten wij als
hulpverleners ons gedeeltelijk of zelfs geheel leiden door de gedachte dat de patiënt moeilijk doet, niet wil
meewerken en daarbij vaak ook nog onaardig kan zijn.
52