LETT - The Best Of Letterenreporters 2012-2013 2012-2013 | Page 45

LETT had. Met name Egypte, met zijn piramides, beetje unheimlich  te voelen. hiërogliefenschrift en – jawel – mummies sprak het Mummies zijn kassa Westen zeer tot de verbeelding. Na de opgraving Dat is ook niet zo gek volgens de (dode) Duitse van het graf van Toetankhamon door Howard psycholoog Carter in 1922 en de vermeende vloek waarmee de Unheimliche komt volgens hem door twijfel. Omdat opgravers te kampen kregen, werd de mummie in wij de dood maar moeilijk kunnen begrijpen, maar een vervloekte tombe een standaardmotief binnen er allemaal mee te maken krijgen, zien wij de dood het horrorgenre. als iets kwaads. Dat maakt dat wij als mensheid Sigmund Freud. Angst voor het bijna automatisch kwaadaardige wezens verzinnen Dood en ondood die niet leven, maar ook niet dood zijn. Denk ook Waarom mummies zo tot de verbeelding spreken aan de verhalen over Dracula (van Bram Stoker), het is verder omdat ze dood zijn. De dood is mystiek monster van Frankenstein (Mary Shelley), zombies en onafwendbaar. Wij zijn bang voor de dood en en dus ook mummies. tegelijk fascineert de dood ons enorm, gewild of ongewild. Deze fascinatie zorgt er ook voor dat wij Kortom: wij zijn bang voor de dood en omdat wij uitzonderingen vormen in ons hoofd. Mummies zijn de dood niet helemaal kunnen begrijpen, verzinnen hier goede voorbeelden van: zij zijn niet dood en niet we wezens die uit de dood herrijzen om die angst in leven, maar ondood. Elke cultuur kent monsters een plek te kunnen geven. Daarmee kunnen wij uit die ‘leven’ in het schemergebied tussen leven en onze dagelijkse routine ontsnappen en daarbij geldt dood. voor mummies ook nog eens dat ze uit een oude en onbekende cultuur komen. Daarom vinden wij Unheimlich mummies eng. En daarom zijn films over een ondood Natuurlijk bestaan uit de dood herrezen wezens niet wezen in een mysterieuze oosterse setting kassa. • echt, maar we vinden het wel fijn om met dergelijke spookbeelden onze dagelijkse routine te doorbreken. Deze, altijd boosaardige, monsters schudden ons weer even ‘wakker’. Een mooie rationele verklaring, maar terwijl deze woorden door de spookachtig verlichte museumruimte galmen, voel ik een koude tocht langs mijn nek trekken... Ik begin me toch een | 45