KidzTori July 2014 July, 2014 | Page 16

4. De straf staat in verhouding tot het gedrag. Zorg dat je niet uit boosheid of vermoeidheid of moedeloosheid een kind erg straft voor iets wat eigenlijk maar heel klein is. Zorg dat de straf ook qua ernst past bij dat wat het kind heeft gedaan. 5. De straf volgt kort op het gedrag. Werk niet met uitgestelde straffen. Probeer dezelfde dag een straf te laten uitvoeren, het liefst zo kort mogelijk op het ongewenste gedrag. Hoe jonger een kind is, hoe meer moeite het heeft de link tussen de straf en het ongewenste gedrag te leggen als er veel tijd tussen zit. Het heeft geen zin om een jonge kleuter vandaag te straffen voor iets wat hij gisteren heeft gedaan. 6. De straf sluit het conflict af. Je kind moet altijd met een goed gevoel de dag afsluiten. Dus los het conflict met je kind op voordat de dag om is. Als het kind eenmaal gestraft is, moet het ook voorbij zijn. Blijf niet boos of geïrriteerd 16 KidzTori doen tegen het kind en laat duidelijk merken dat je er klaar mee bent nadat het is afgesloten. 7. De straf is eerlijk. De straf geldt alleen voor de kinderen die ongewenst gedrag vertonen. Spreek niet alle kinderen aan op het gedrag van één enkeling. Het is niet eerlijk om alle kinderen te straffen als één kind iets fout heeft gedaan. 8. De straf is consequent en eenduidig. Zorg dat de straffen die je hanteert gelden voor alle kinderen en onder alle omstandigheden. Als je het vandaag niet accepteert dat kinderen in huis voetballen, is het niet consequent als dat morgen ineens wel mag. Zorg dat je regels duidelijk zijn en dat ze voor iedereen op dezelfde manier gelden. Als een kind dat nooit ongewenst gedrag vertoont vandaag iets doet wat niet mag, moet dat kind dezelfde straf krijgen als zijn of haar broer of zus, die regelmatig ongewenst gedrag vertoont.