De discussies in de Werkgroep waren heftig, er werd vele versies
en hielden de deur dicht. De Voorbereidingscommissie wekte bij
van het rapport geschreven maar het lukte: in augustus 1972 werd
hen overigens wel verwachtingen: er zouden binnen afzienbare
de Basisfilosofie namens de Voorbereidingscommissie in Medisch
tijd een tweede hoogleraar en een lector uit de staf van Annadal
Contact gepubliceerd. Dit document zou jarenlang richtinggevend
worden benoemd. Maar ook dat bracht deze staf niet tot bewegen.
blijven voor de inrichting en vormgeving van het geneeskundige
Hulsman dreigde een keizer zonder rijk te worden.
onderwijs in Maastricht en uiteindelijk ook de medische curricula
elders in Nederland en zelfs daarbuiten diepgaand beïnvloeden.
Het zal mede vanuit die frustratie zijn dat Hulsmans zich in
een persoonlijke brief tot Tans richtte met een groot aantal
Wat stond er in de Basisfilosofie? Kort gezegd: de achtste
voorwaarden waaraan moest worden voldaan wilde de faculteit in
medische faculteit moest een actieve bijdrage leveren aan de
1974 kunnen starten. Daartoe behoorde de start met de ruwbouw
herstructurering van de gezondheidszorg, onder andere door
van het academisch ziekenhuis, garanties over de omvang van de
extra aandacht te schenken aan de huisartsgeneeskunde en aan
staf en het realiseren van een wettelijke status. Tans was woedend.
onderzoek naar zorgprocessen en, even belangrijk, zij moest
Hij deelde mee dat met deze eisen zelfs een start in 1976 niet zou
daarbij gebruik maken van geheel nieuwe vormen van onderwijs
worden gehaald en vroeg Hulsmans op de brief terug te komen.
met nadruk op probleemoriëntatie, zelfwerkzaamheid en attitude
Maar hij deed meer.
ontwikkeling. In een aanvullende nota werd verder vastgesteld, dat
de faculteit voor het bereiken van deze doelstellingen gebruik zou
In 1971 had de Voorbereidingscommissie Hulsmans als
maken van de gehele regionale gezondheidszorg met daarin een
toekomstig decaan naar voren geschoven. Als enige was hij in
bijzondere positie voor het ‘Ziekenhuis Maastricht’ waarvan aard
dat jaar benoemd als buitengewoon hoogleraar in de interne
en omvang pas later zouden worden vastgesteld. Tans had zijn
geneeskunde ‘voor de duur van zijn lidmaatschap van de
doel bereikt. De achtste medische faculteit werd nu gelegitimeerd
Voorbereidingscommissie’. Een toekomstig voorzitterschap van
door de vooraanstaande rol die ze zou vervullen bij de
de kernstaf lag in de rede. Met de Basisfilosofie begonnen zijn
onderwijsvernieuwing en de herstructurering van de zorg en er kon
kansen te keren maar met deze laatste brief was voor Tans de
worden gestart zonder dat de besluitvorming over het academisch
maat vol. Hij wendde zich tot Tiddens, lector kindergeneeskunde
ziekenhuis was afgerond. De voorbereiding kon nu echt ter hand
aan het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. Tiddens had in
worden genomen.
de voorbije jaren een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling
van de Basisfilosofie en had grote affiniteit met de vernieuwing
Op 11 mei 1973 trad het kabinet Biesheuvel af. Tans zag nieuwe
van het medisch onderwijs naar inhoud en vorm. Voor dat laatste
kansen. Hij kende de nieuwe staatssecretaris van Onderwijs
werkte hij nauw samen met Wijnand Wijnen, een uit Groningen
en Wetenschappen, Klein, goed en den Uyl had een belofte uit
afkomstige onderwijskundige. Tans vroeg Klein om Tiddens tot
1965 in te lossen. Zou de start van de achtste medische faculteit
voorzitter van de kernstaf en Wijnen tot hoofd van het Bureau
niet vervroegd kunnen worden? Klein voelde daarvoor en de
Onderwijsontwikkeling te benoemen.
Voorbereidingscommissie besloot te streven naar een opening
in 1974. Om dat mogelijk te maken, moest een zogenaamde
kernstaf worden geformeerd die het onderwijsprogramma concreet
vorm zou gaan geven. Op 20 juni 1973 werden Brouwer, Greep,
Hemker, Hulsmans, Lemmens, Romme en Willighagen bij het
ministerie van O en W voorgedragen als hoogleraar en leden van
de eerste kernstaf. Een huisarts, een psychiater, een biochemicus,
een patholoog, 2 chirurgen en 1 internist. Tweeënhalf jaar na het
internistisch gekleurde ‘Interimrapport’ zag de wereld er voor de
Interne Geneeskunde in Maastricht heel anders uit.
Waarom 2 chirurgen en 1 internist? Lemmens was chirurg in
Annadal, Greep kwam van het Lu cas Ziekenhuis in Amsterdam.
De voordracht van beiden tezamen werd als onlosmakelijk gezien;
als een van beiden niet werd benoemd, ging de voordracht van
de ander ook niet door, zo zei de Voorbereidingscommissie.
Dit betekende dat de facultaire en niet-facultaire chirurgie aan
elkaar werden geklonken. Hoe anders was dat bij de interne
geneeskunde. De internisten van Annadal wensten Hulsmans niet
48 als hoogleraar boven zich of zelfs maar naast zich te accepteren
Professor. dr. H.A.M. Hulsmans (1936-2008, voorzitter van de academische
afdeling interne geneeskunde 1974-1986).
| Ellen Hakvoort | Eugenie vd Ham | Wim Hameeteman | Henrike Hamer | Karly Hamulyak | Christianne Hansen | Nordin Hanssen | Bas Havekes | Paul Heeringa | Bart-Jeroen Heesen |