5. Clubkampioenschap
5.1. Het bestuur bepaalt bij het opstellen en wijzigen van het programma welke ritten tellen voor het clubkampioenschap en hoeveel punten er aan de deelnemende clubleden worden toegekend.
5.2. De punten worden toegekend volgens volgend schema: 5.2.1. ritten tot 100 km: 1 punt 5.2.2. ritten tot 150 km: 2 punten 5.2.3. ritten tot 200 km: 3 punten 5.2.4. langere ritten: telkens 1 punt extra per schijf van 50 km.
Het bestuur behoudt zich het recht voor om van bovenstaande puntenverdeling af te wijken.
5.3. Indien een rit- door omstandigheden- korter of langer uitvalt dan voorzien, en daardoor in een andere categorie terecht komt, dan blijven toch de oorspronkelijk voorziene punten behouden.
5.4. Enkel de leden die tijdig het controleblad tekenen, de clubkledij( minimaal broek en trui) zichtbaar dragen en de rit uitrijden, verdienen automatisch het aantal punten dat aan die rit is toegekend. Het bestuur kan beslissen geen punten toe te kennen aan clubleden die zich niet houden aan bepalingen uit dit reglement.
5.5. In geval van slechte weersomstandigheden dient er minstens 1 uur gefietst te worden om punten toe te kunnen kennen.
5.6. Het aantal deelnemers aan een rit is van geen belang voor de puntentoekenning.
5.7. De tussenstand van de puntenrangschikking wordt regelmatig meegedeeld aan de clubleden via de website www. trappers. be. Er worden afzonderlijke rangschikkingen gemaakt voor mannen( ouder dan 18 jaar), vrouwen( ouder dan 18 jaar) en jeugd( tussen 12 en 18 jaar oud)
6. Aanwijzing van de clubkampioenen
6.1. In elk van de drie groepen wordt een clubkampioen en twee laureaten aangeduid op basis van een tijdrit.
6.2. Het bestuur duidt één of meerdere personen aan om het tijdritparcours uit te stippelen en af te pijlen. De betrokken personen nemen zelf niet deel aan de tijdrit en houden het parcours geheim voor alle andere leden van de club.
6.3. De volgens de puntenrangschikking twintig best geklasseerde leden van elke groep kunnen deelnemen aan de kampioenschapstijdrit, voor zover hij / zij tijdens het lopende seizoen minstens 20 ritten heeft meegereden. Het bestuur kan beslissen extra deelnemers toe te laten tot de regelmatigheidstijdrit.
6.4. De deelnemers rijden deze tijdrit in clubkledij.
6.5. De deelnemers trachten een bepaalde richttijd zo dicht mogelijk te benaderen, zonder enig hulpmiddel te gebruiken dat tijd, afstand of snelheid kan meten( zoals bijv. chronometers, horloges, fietscomputers, hartslagmeters, …)
6.6. Bij lottrekking worden drie richtsnelheden bepaald. De deelnemers kiezen net voor het vertrek tussen de“ hoge”, de“ gemiddelde” of de“ trage” gemiddelde snelheid. De gekozen snelheid wordt enkel aan de betrokken deelnemer meegedeeld.
6.7. Na de start van de laatste deelnemer worden de drie richttijden berekend.
6.8. Hij / zij die bij de eerste tien in de puntenrangschikking staat en de gewenste richttijd het dichtst benadert, is clubkampioen( e)). Degenen die van de overgebleven deelnemers de gewenste richttijden het dichtst benaderen worden respectievelijk eerste en tweede laureaat.
6.8.1. Met tijdverlies onderweg ten gevolge van pech, overwegen, verkeerslichten, enz. wordt geen rekening gehouden.
6.8.2. Bij gelijke tijden zal het behaalde puntenaantal tijdens het seizoen het resultaat bepalen.
6.8.3. De Clubkampioen verdient een trofee, een kampioenentrui en € 200. De Eerste Laureaat krijgt € 130 en de Tweede Laureaat € 70.
6.8.4. De Clubkampioene en de Jeugdclubkampioen verdienen elk een trofee, een kampioenentrui en € 75. De eerste en de tweede laureaat ontvangen respectievelijk € 50 en € 25
6.9. De clubkampioenen en laureaten ontvangen hun trofee, kampioenentrui en geldprijs in persoon tijdens het trappersfeest. Indien verhinderd, kunnen zij iemand afvaardigen om de prijzen in ontvangst te nemen.