Tentstok
Dat zal je altijd zien. Sta je op een camping zonder tv-hok, breekt de antenne van de wereldontvanger.
Er wordt koortsachtig nagedacht over een noodverband. Ondertussen gluren we bij de Franse overbuurman naar binnen. Die heeft een piepklein
|
Bolletjestrui
Een moment van
|
" Nee hè ", fluister ik. Een losse veter. Het sliertje katoen slingert vervaarlijk langs mijn andere schoen. Tijd om het kleinood te verhelpen is er echter niet. |
|||
televisie schermpje in zijn caravan staan. Iemand tovert een klein snoertje uit de auto dat als een soort startkabel gebruik wordt. Het ene uiteinde is verbonden aan de wereldontvanger, het andere klikt vast aan een tentstok. Het werkt! We zijn gered. |
onachtzaamheid kan fataal zijn. Ik draai mijn hoofd een stukje opzij, maar mijn broer lijkt mijn materiaalpech niet te hebben opgemerkt. |
Het is nog zo’ n |
|||
tweehonderd meter | |||||
Beekje
Onze gezichten conflicteren nogal met de blauwe, heldere lucht. Ze staan op onweer. We gaan naar een beekje ergens in de buurt, net op de dag dat
|
naar de bergtop. Ik versnel mijn pas. Mijn broer doet hetzelfde. Hup, nog een schepje erbovenop. Mijn broer reageert |
||||
de koninginnerit wordt verreden. Wie verzint dat? Er wordt onderhandeld en uiteindelijk een compromis bereikt. De tent moet het maar even zonder luifel doen. Een tentstok wordt ingeladen.
Terwijl lachende kinderen zich op een luchtbedje laten meevoeren op de
|
Dan zien we het kruis en beginnen te rennen. Steeds harder. Honderd meter. Andere wandelaars kijken verwonderd naar het tafereel. Vijftig meter, dertig. |
simultaan. |
|||
stroming van de beek, zitten twee jochies aan de rand van het water met een tentstok tussen hen in. Eén van hen heeft een wereldontvanger in zijn handen. Het bereik is uitstekend. |
Dan sla ik mijn armen triomfantelijk om het koperen kruis, de finish van vandaag. Ik heb tien punten voor de |
||||
bolletjestrui verdiend! |