History, Wonder Tales, Fairy Tales, Myths and Legends Geschiedenis van de Familie Adriaens | Page 38
Denderhoutem
(Overgenomen Van Wikipedia)
Wapenschild Denderhoutem
(Eigenlijk berust het wapenschild op een vergissing: Het oorspronkelijk schild toonde een
ontwortelde boom tussen twee schilden.)
Ons geschiedkundig verleden in een notedop
In 1976 werden vier gemeenten en een deel van Erembodegem (Terjoden) gefusioneerd,
en kreeg de naam: Haaltert met ca. 17000 inwoners.
In het leenstelsel behoorden onze dorpen tot de heerlijkheid Land van Rotselaer. Het
blazoen van de heren van Rotselaer was drie rode klauwende leeuwen, blauw getongd op
een zilveren veld. Het is nu het wapenschild van (groot) Haaltert.
In 1132 ontmoeten wij reeds een ridder Goswinus van Denderhautem die een goederen beheert van de abdij van
Geraardsbergen. Een oude schepenzegel dateert van 1536.
Denderhoutem bezat een eigen vierschaar. In het leentijdperk stond het dorp onder de voogdij van de hertog van
Brabant en van Hendrik, zoon van Gewijde van Dampierre, heer van Ninove.
Omstreeks 1650 had het dorp erg te lijden onder de belastingen en verwoestingen van de Fransen. Aan het einde van
de 18de eeuw trokken veel dorpelingen ten strijde tegen de Oostenrijkse keizer Jozef II.
Denderhoutem werd één van de welvarendste dorpen uit de Denderstreek. Grote belangrijke pachthoven, zoals Hof
ten Betsenbroek, Hof te Hullebroek, Hof ter Blokken, Hof ter Rusinge, Hof ter Schuren en Hof te Groten Broeke
zorgden naast kleinere landbouwbedrijven voor de welvaart. In 1770 telde Denderhoutem 200 weefgetouwen. In 1830
werd hier turf ontgonnen, vandaar de bijnaam ‘turfboeren’. Zes molens zijn bekend: Groebbemolen, Smetjesmolen,
Tervarentmolen, Gravesmolen, Tabaksmolen en een watermolen op Herlinkhove. In Denderhoutem waren een
bierbrouwerij, vier linnenfabrieken, drie suikerfabrieken en verscheidene handschoenmakerijen actief.
Denderhoutem kan ook prat gaan op een groot sociaal voelend en politiek figuur, Advocaat Aloïs De Backer (1858 –
1904), medestander van priester Adolf Daens.
De oudste naam van de plaats, werd gevonden in een oude ‘keuren’ van de 11e eeuw. Hier is het genoemd als
Holthem samen met de plaats Herlinkhove, een plaats dat tot 1807 een zelfstandige dorp was. In de 15e eeuw komt de
naam Tenrehoutem, wat zoiets als beboste plek bij de Dender betekende. Een bekende bijnaam voor de inwoners van
Denderhoutem is die van turfboeren, in 1830 meldt de Potter een ‘turfland’ van 5 ha bij de plaats.
Het behoorde vroeger tot de heerlijkheid Land van Rotselaer, vernoemd naar de Brabantse heren van Rotselaar, een
adellijke familie, die bestuurlijk belangrijkste positie bekleedde. Overigens is de oudste melding van deze heerlijkheid
uit 1277 als Land van Haaltert.
De Sint-Amanduskerk
Er zijn sporen van een houten kerk van vóór de 11de eeuw. In de 11de eeuw werd de
Gotische kerk in witte plaatselijke hardsteen opgetrokken. De toren (beschermd) en
de zuiderbeuk werden gebouwd in de 12de of 13de eeuw. Het koor (beschermd) en
de noorderbeuk zouden gebouwd zijn in de 16de eeuw. Ook Denderhoutem had te
lijden onder de beeldenstorm. Pastoor Cornelius Baeyens, zelf van Denderhoutem,
herstelde de schade.
De huidige pastorie werd in 1767 opgericht.
38