History, Wonder Tales, Fairy Tales, Myths and Legends Geschiedenis van de Familie Adriaens | Page 378

De Baljuw : wat doet die voor de kost ? Van heerlijkheid tot gemeente Als resultaat van een lange ontwikkeling ontstond er in West Europa een grote verbrokkeling van het grondgebied in talrijke zelfstandige heerlijkheden .Er was een leencontract tussen leenheer en leenman met wederzijdse rechten en plichten.De feodale maatschappij was ingedeeld in standen die elk hun plaats en taak hadden. In 'de Middeleeuwen' en 'de Nieuwe Tijden' waren er ook al lokale besturen. Men sprak echter nog niet van 'gemeenten', maar van 'heerlijkheden' en 'parochiƫn'. Plaatselijke lieden voerden er het gezag in opdracht van verderaf wonende koningen, graven, abten of andere hogere heerschappen. Ze heetten burggraaf of schout of meier en regeerden vrij onafhankelijk. Vanaf de tweede helft van de twaalfde eeuw werden de meiers geleidelijk aan vervangen door meer gezagsgetrouwe 'baljuws', nog het best te omschrijven als ambtenaren in dienst van de heer : hij benoemde en betaalde ze, hij kon ze verplaatsen en ontslaan. Vaak behoorden de baljuws tot de verarmde of jonge landadel of tot het patriciaat uit de steden. De baljuw had een alomvattende bevoegdheid. Hij bestuurde in naam van zijn feodale heer de heerlijkheid en vorderde in zijn opdracht een waslijst van belastingen. Hij bekleedde belangrijke rechterlijke functies, bijvoorbeeld het arresteren van misdadigers en het verbeurd verklaren van goederen. In lagere en 'middelbare' rechtszaken vervulde de baljuw de rol van aanklager. Tenslotte was hij van dichtbij betrokken bij de meeste notariƫle gebeurtenissen. De baljuw werd in zijn ambt bijgestaan door schepenen en was steeds voorzitter van de schepenbank (of vierschaar). De zittingen van de schepenbank gebeurden gewoonlijk in open lucht op een vrije plek bij de kerk of op het kerkhof. Pas vanaf de 17de eeuw vergaderden op het platteland de baljuw en de schepenen in een lokaal, meestal een zaal in een herberg. In de steden werd al veel vroeger onderdak gezocht in een gebouw : aanvankelijk houten hallen, vanaf de 13de eeuw die als marktplaats en bestuursruimte dienden, vanaf de late 14de eeuw afzonderlijke gebouwen (schepenhuizen). Het korte Franse tijdvak tussen 1790 en 1815 maakte een bruusk einde aan dit eeuwenoude systeem. Met een besluit van 31 augustus 1795 werd het feodale systeem afgeschaft. Later is aan dit systeem nog nauwelijks iets ve