Het Verband 2012-3 | Page 6

6 RIZIV-NIEUWS 3DE KWARTAAL | 2012 NIEUWS VAN HET RIZIV den blijft vooralsnog element van discussie. Wellicht zal dit moeten gezocht worden in het budget dat nu naar “toiletzorg” gaat. Zo zal de toegang om een minimum van 2 toiletten te krijgen (T2) wellicht verstrengen door een score 3 op wassen ipv een score 2. Maar men wil verder gaan : een toilet zal in de toekomst bestaan uit een ‘volledig toilet’ (wassen en aankleden) door of in aanwezigheid van de verpleegkundige. Een volledig toilet zal dan bestaan uit wat de patiënt doorgaans gewoon was of is bij een wasbeurt. Met andere woorden, even binnenspringen voor rug en voeten zal in de toekomst onvoldoende zijn. We houden jullie op de hoogte! Wat staat te wachten ivm de Katz schaal De aanpassingen zoals hierboven beschreven kaderen in nog een andere belangrijke hervorming, welke reeds lang wordt voorbereid. Voor het gebruik van de KATZ-schaal worden nieuwe richtlijnen uitgewerkt. De verpleegkundige zal met meer nuance kunnen aanstippen waarom een bepaalde score wordt ingevuld. Motivatie hiervoor zal telkens terug te vinden moeten zijn in het verpleegdossier. Dit zowel wat betreft de aanvraag als de wijzigingen. De interpretatie van de KATZ-schaal zal dankzij meer instructie en betere richtlijnen moeten leiden tot een zelfde kijk van diegene die interpreteert en diegene die controleert. Om zeker te zijn dat dit systeem functioneert, wordt eerst een test opgezet met een groep verpleegkundigen en patiënten (80 verpleegkundigen en 800 patiënten). De resultaten van deze test zullen eventueel aanleiding zijn tot bijsturing, of definitief besluit tot invoering. Maar, of dit zal helpen om de grote aantallen overscoorde KATZ-schalen terug te dringen is zeer de vraag. De voorzitter van het nationaal college van adviserende geneesheren (NCAG) laat weten dat in de maand april 46% van de gecontroleerde patiënten door de mutualiteit foutief gescoord zijn en aanleiding geven tot een wijziging. Dit gebeurt in alle geledingen en diensten (zelfstandigen en loontrekkenden). De regering heeft in haar verklaring uitdrukkelijk opdracht gegeven aan de sector om hier initiatieven te nemen. Maar op dat vlak is nog niet veel gebeurd of onderhandeld. De herfinanciering van de sector En dan is er nog de werkgroep die zich bekommert om de ‘herfinanciering’ van de sector. Het Federaal Kenniscentrum (KCE) had een paar jaar geleden al suggesties gegeven om op een andere, minder complexe manier dan de huidige nomenclatuur, te zoeken naar financiering van de sector thuisverpleging. In de werkgroep werd dan een oud model van ‘praktijkfinanciering’ uit de kast gehaald. VBZV en AIIB (onze zustervereniging in Wallonië) kunnen zich niet vinden in de voorstellen, al leek de aanzet goed. Maar met onze vragen en suggesties wordt geen rekening gehouden en we hebben dan ook geen verder ambitie om in dit spoor mee te gaan. Ook bij een aantal grote diensten valt dit voorstel niet direct in de smaak. We vinden het echter wel straf dat we onlangs via onze leden vernamen dat de makers van dit voorstel volop bezig zijn met bijscholingen over deze praktijkfinanciering en de collega’s proberen te doen inzien dat ze het niet meer alleen zullen kunnen bolwerken. We willen dan ook nadrukkelijk iedereen gerust stellen. Laat u niet overdonderen of neem geen te snelle beslissing bij de beloftes die u worden gedaan. Wie informatie wenst kan steeds terecht bij ons VBZV secretariaat. Piloot project zorgkundigen Eind 2012 loopt het pilootproject voor zorgkundigen af. Vermits er nu al meer dan 1200 zorgkundigen worden ingeschakeld in de thuisverpleging, zijn deze niet langer weg te denken op het terrein. VBZV-AIIB ijveren om het werken met zorgkundigen toe te staan in kleinere gestructureerde groepen. Hiertegenover zal aan een reeks voorwaarden moeten voldaan worden. We zijn ervan overtuigd dat heel wat collega’s geholpen zouden zijn als ze bijvoorbeeld tijdens vakantieperiodes een student verpleging kunnen inschakelen. LET OP : zorgkundigen mogen enkel toiletten geven en steunkousen aan- en uitdoen. Maar voor bijvoorbeeld een tweede bezoek, of de gewone toiletten kan dit een fantastische hulp zijn. Ons voorstel wordt tegengehouden of vertraagd door de diensten en de collega’s van het kartel van zelfstandige verpleegkundigen, die de 4de zetel bemannen in de overeenkomstencommissie. Maar anderzijds hebben we op het kabinet van de Minister wel gehoor gevonden en wordt er aan een degelijk voorstel verder gewerkt. Hugo Baert