Geomagazine Dec. 2013 | Page 9

Burgerparticipatie

Bij een goede voorbereiding en inventarisatie kom je al snel uit bij burgerparticipatie. De afgelopen jaren is er binnen de overheidscommunicatie een trend gaande van top-down naar bottom-up. In het verleden werd er door de overheid een plan neergelegd en daar moest de burger het vaak maar mee doen. Tegenwoordig heeft de burger meer inspraak in het proces.

Volgens Tjerk van Impelen zijn er twee oorzaken van deze trend: “Ten eerste technologische ontwikkelingen. Burgers weten informatie steeds makkelijker te vinden, vooral dankzij het internet. Ze zijn een stuk beter op de hoogte van wat gaande is dan vroeger. Een tweede punt is een transparantere overheid. De overheid wil een stuk transparanter zijn in het proces van een project.” Een voorbeeld hiervan is het referendum in 2002 waarbij de burgers van Utrecht uit twee plannen konden kiezen. De participatie had echter al voorafgaand aan het referendum plaatsgevonden. Burgers hebben inspraak gehad bij het maken van die twee plannen. Via het referendum konden ze kiezen voor een van beide plannen. Na het referendum is er inspraak mogelijk via de gemeenteraad.

Naast participeren is informeren ook belangrijk in het proces. Een groot deel van de dagelijkse werkzaamheden van Tjerk van Impelen bestaat uit het geven van lezingen en presentaties. Dit doet hij voor diverse doelgroepen en vanuit allerlei disciplines zoals architectuur, bouwkunde of geografie. Ze werken in een team van vier waarbij er altijd twee als baliemedewerker bezig zijn. Hier worden klachten opgevangen en mensen ontvangen. Eventuele vertragingen worden helder gecommuniceerd. “Mensen zien namelijk zelf ook dat het langer duurt en ze hoeven maar aan één iemand op de werkplaats te vragen waarom er vertraging is. Daarom een goede communicatie van belang”.

Rol van de overheid

Bij grote infrastructuurprojecten is een trend gaande waarbij de overheid zich langzaam terugtrekt. Tjerk van Impelen: “Een ontwikkeling die gaande is, is dat aannemers zowel de bouwput meer willen beheren als ook daarbuiten. Je kunt hierbij denken aan de verkeerstromen. Dit wordt traditioneel

geregeld vanuit de gemeente, maar aannemers willen dit steeds meer overnemen. De overheid stelt veel eisen en voorwaarden hieraan. Bij meerdere actoren wordt het beheer een knelpunt. De overheid wil hierbij teveel sturen. De aannemer heeft er veel meer ervaring mee en kan het daardoor beter regelen. Mocht het misgaan dan kan de aannemer hierop worden afgerekend.”

CU2030 is niet de enige in zijn soort en dus wordt er van andere projecten geleerd. Tjerk van Impelen: “We doen regelmatig werkbezoeken bij vergelijkbare grote projecten. Het heeft niet zo veel zin om een kleiner project te bezoeken, het gaat om de grootte en complexiteit van het gebied. Bij het werkbezoek ligt de focus op de aanpak bij andere projecten. Zelf krijgen we ook regelmatige werkbezoeken over de vloer. Op deze manier kunnen we van elkaars aanpak leren.”

Of ze ook degelijk van elkaar hebben geleerd zal komende jaren blijken. Er staan nog grote ingrepen voor de deur en heldere communicatie zal hierbij essentieel zijn. CU in 2030.

Bronnen:

- Interview: Tjerk van Impelen, voorlichter bij CU 2030, 22 november 2013.

9