Gast voorjaar 2024 | Page 71

‘ OVERVLIEGENDE BRANDGANZEN WIJZEN ME DE WEG NAAR DE WIJERS .’
Een luide geeuw weergalmt op de ruime parking van Abdijsite Herkenrode in Hasselt . Na een ochtendlijke autorit van bijna twee uur sta ik te popelen om de ochtendstijfheid uit mijn lijf te stampen . Maar dat is duidelijk buiten de Limburgse aard gerekend , want nog voor ik goed en wel in het zadel zit , word ik aangesproken door een vrolijke wandelaar die zijn trouwe viervoeter uitlaat . Hij verwijst naar mijn fietstochten en peilt naar mijn reden van bezoek . “ Wel , kijk eens , een startplek als dit is toch fantastisch .” Toegegeven , de abdijsite met zijn imposante toegangspoort ziet er inderdaad majestueus uit .
“ En daar , aan de overkant ,” zegt hij nog , wijzend naar een statig wit gebouw , “ daar woonden de nonnen .” Blijkbaar ooit de grootste vrouwenabdij van de Nederlanden . Ik trek grote ogen van ontzag , schud Ronald de hand en gun Paco nog een aai over zijn kop . Mijn lichaam en geest willen vooruit . En dat lukt aardig , want de wind is me gunstig gezind . Sinds mijn fietstocht door Europa ‘ Met de wind mee ’ weet ik als geen ander hoe aangenaam het is om met de wind in de rug door het landschap te klieven . Een strakke zuidwestenwind duwt me al snel richting een eerste oase van rust . Het geluid van de E313 vervaagt . De natuurgeluiden nemen het over . Overvliegende brandganzen wijzen me de weg naar De Wijers .
1001 vijvers Wanneer ik er de uitkijktoren bestijg , ontvouwt zich een land van 1001 vijvers . Al moet ik de ochtendprut wel eerst uit mijn ogen wrijven en mijn gps dubbelchecken om me ervan te vergewissen dat ik zeker niet in Zweden ben . Ik doorkruiste een aantal jaren geleden het land van 1001 meren en stootte meermaals op dit soort welgevormde waterlandschappen . Jawel , dit komt aardig in de buurt .
Nog in de buurt liggen de Zonhovense visvijvers . Hier bots ik op een jolig duo , allebei in rubberen broek gehesen . Ze blijken broers te zijn . Samen met twee neven baten ze Viskwekerij Vandeput uit . Al zes generaties lang . “ Karpers ”, zegt de ene broer . “ De grootvader van onze grootvader is hiermee begonnen ”, vult de andere aan . De nonnen , waarvan in het begin sprake was , mochten in die tijd op vrijdag en tijdens de vasten geen vlees eten van ‘ dieren met vier poten ’. Zij werden dus snel trouwe klanten van de betovergrootvader . Toen was karper nog een vis die gegeten werd . “ Nu vooral nog in het voormalige Oostblok .”
“ Later werden de Joden onze trouwe klanten . Karper is koosjer . Wat een beetje vreemd is , want wij noemen karpers ‘ de varkens van de vijver ’. Die eten alles .” De broers zijn duidelijk blij met mijn komst , vissen een exemplaar uit een van hun vele vijvers en duwen die in mijn handen . “ Lachen , hé , vriend .” Fotograaf Jelle kirt van plezier .
‘ OVERVLIEGENDE BRANDGANZEN WIJZEN ME DE WEG NAAR DE WIJERS .’
36