FRITS Magazine 40 september 2015 FRITS 41 december 2015 | Page 27

INTERVIEW ‘Ik voel me niet ziek maar ook niet mezelf’ moment trouwens hoor, toen ik hondsberoerd en verkleumd onder de dekens lag. Ik heb de pruik maar twee keer opgehad. Het voelde als een toneelstukje. Alsof ik mijzelf aan het verstoppen was. Eén van die twee keren was op een feestje. Mijn man had gezegd: ‘Doe het maar, een kaal hoofd is voor zoveel mensen confronterend’. Halverwege de avond heb ik hem afgedaan. Ik laat liever zien hoe het is. Mijn kinderen zijn zeventien, vijftien en twaalf. Ik zeg tegen hen: ‘Als jullie het willen, zet ik de pruik op’. Tenslotte moeten zij er tegenaan kijken. Misschien schamen ze zich ervoor. Maar het hoeft niet van hen. Ze vinden het wel stoer eigenlijk, zo. Hoewel je nooit weet hoe pubers echt over dingen denken. Zelf schrik ik niet als ik mezelf tegenkom in de spiegel. Ik denk wel: ‘Het kan mooier’. Maar die kale kop past nu bij mij. Er gebéurt iets als je open over bent over de ziekte. Mensen spreken je gemakkelijker aan, het is een uitnodiging om erover te praten. Kennissen hoeven in de supermarkt niet achter een schap weg te duiken. Ik merk dat mijn omgeving het ook fijn vindt om deelgenoot te zijn. Er voor mij te zijn. Dat doet me enorm goed. Ik merk dat mijn openheid het ook voor mijn familie en kinderen uiteindelijk gemakkelijker maakt. En vooral luchtiger. Er mag gelachen worden om m’n kale hoofd, mijn vergeetachtigheid is thuis inmiddels berucht. Ik weet niet of dat door de behandeling komt of omdat ik er met mijn gedachten niet helemaal bij ben. Mijn kinderen noemen dat: chemomama. Chemo-mama is ook emotioneel van slag. Soms begin ik gewoon te huilen, door een combinatie van vermoeidheid, me niet goed voelen en frustratie omdat ik niet kan doen wat ik wil. Ik voel me dan niet ziek, maar ook niet mezelf. Dingen raken me veel sneller dan voorheen. Toen mijn zoon thuiskwam met het verhaal dat hij een brugklasser van het fietspad had geraapt die met zijn schoenveter in de ketting terecht was gekomen, was ik meteen aan het brullen. Ik vond dat zo lief van hem. Nou, daar moeten mijn kinderen dan weer keihard om lachen. Mijn conclusie is: kwetsbaarheid geeft kracht. Ik laat het zien, mensen reageren, iedereen wordt er sterker van. DE STRIJD Ik voel me geen kankerpatiënt die als een held tegen de ziekte strijdt en die de kanker kan overwinnen. De ziekte is er, als de medicijnen helpen, heb je geluk en anders heb je vette pech. Dat heeft niets met strijd te maken. Nee, de echte strijd is een innerlijke: de opgave om als persoon overeind te blijven, om in balans te blijven en veerkracht te behouden. Het is een hele lange weg en niets gaat zoals je hoopt. Dat schakelen binnen de chemotherapie bijvoorbeeld, kost zoveel kruim. Als je niet voldoende hersteld bent van een blok chemo, kun je niet naar de volgende maar komt er eerst een bloedtransfusie. Toen ik halverwege de chemotherapie was zei iedereen: ‘Gefeliciteerd, je kunt gaan aftellen’. Maar ik dacht: ‘Hoe breng ik het op?’ Soms moet het uit mijn tenen komen. Terwijl ik er met zoveel moed aan begonnen was. Ook mentaal is het een strijd. Ik heb het gevoel stil te staan, terwijl de wereld doordraait. Op goede dagen vind ik dat ik best weer kan werken. Maar ben mijzelf daarin in de afgelopen maanden vaak tegengekomen. Toch te weinig energie, minder concentratie. Ik lever niet de bijdrage die ik wil en gewend ben van mezelf. En ik lig daarna thuis voor pampus. Vitalis is volop in verandering, en ik sta wat aan de zijlijn. Frustrerend en ingewikkeld. Mijn kinderen worden erg snel volwassen door deze situatie. Ik kan ze soms niet bijhouden. We gingen afgelopen zomer niet op vakantie, toen is mijn dochter van zeventien alleen met haar vriendje gegaan. Daar was ik niet aan toe. De kinderen racen door. Ik zou soms alles om mij heen stil willen zetten tot ik er weer ben. Maar er is ook een andere kant. Het is een verrijkende ervaring, dat stilstaan van mij. Ik voel me in deze periode ook heel gelukkig, geniet meer van de dingen van de dag. Het is een cliché, maar je gaat de dingen die je belangrijk vindt weer meer aandacht geven. Ik kom dichter bij mezelf. De ziekte relativeert alle franje, alle gedoe. Allemaal onbelangrijk. Dat besef geeft me kracht, en maakt dat ik me vrij voel. Gewenning is er ook. Aan het idee dat je kanker hebt. Dat is minder erg dan ik dacht. En de chemo is zwaar, maar het is te doen. Er is ruimte om gewoon te leven en te genieten. Ik spiegel me aan andere chemopatiënten. De levenskracht en lol die ik zie bij mensen met uitgezaaide kanker maakt mij stil. Dan weet 027