FIB NR4 | Page 71

DIENSTVERLENING dubbele belasting over hetzelfde inkomen aan, omdat China de tegenovergestelde mening is toegedaan. Voor Erwin, Sander en mijzelf is een belangrijke rol weggelegd in het voorkomen daarvan. Door middel van een goede analyse van de juiste allocatie van inkomen op basis van de internationaal geaccepteerde transfer pricing regelgeving en met inachtneming van de lokale afwijkingen.’ Feit is dat bedrijven niet blij zijn met al deze ontwikkelingen, zo merkte Sander Flore al bij diverse seminars en gesprekken met klanten. ‘Dat wil niet zeggen dat ze iets te verbergen hebben overigens’, maakt hij duidelijk. ‘Maar doordat belastingheffing en toerekening van inkomen geen exacte wetenschap is, kan er op lokale niveaus discussie ontstaan. Met dergelijke discussies wil een ondernemer zich niet bezighouden. Ten tweede is er onzekerheid over wat er met de informatie wordt gedaan en waar die informatie uiteindelijk terecht kan komen, omdat de gegevens ook concurrentiegevoelige informatie over het bedrijf kunnen bevatten. Daarnaast maken bedrijven zich zorgen over het aanleveren van de gevraagde informatie. Maar weinig ondernemingen kunnen - naar het zich nu laat aanzien - de gevraagde informatie met één druk op de knop opleveren.’ Arends: ‘De economische realiteit is wel iets waar steeds meer op gelet wordt. In transfer pricing – worden er realistische transacties uitgevoerd tegen zakelijke prijzen? – maar ook in de structuren van bedrijven. Waarom ga je op een bepaalde manier iets kopen? Waarom gebruik je een bepaald land voor een transactie? Past het binnen de business opzet van de onderneming? Daar besteedden wij in ons advies altijd al veel aandacht aan, maar de laatste tijd nog meer, omdat dat gewoon steeds belangrijker wordt. Kortom: het wordt een interessante periode.’ VESTIGINGSKLIMAAT Met de veranderde wetgeving komt ook de status van Nederland als vestigingsland op de tocht te staan. Van den Bree: ‘Nederland is altijd een betrouwbaar vestigingsland geweest omdat bijvoorbeeld een bedrijf met de belastingdienst binnen de kaders van de Nederlandse en internationale wetgeving vooraf afspraken kan maken wat de fiscale gevolgen zouden zijn van het opstarten van operationele activiteiten in Nederland. Hierbij kijkt de belastingdienst ook naar de positie van haar buitenlandse collega’s. Dat kan nu uiteraard nog steeds en wordt doorgaans als positief ervaren. Dat is ook logisch want bedrijven willen graag zekerheid over hun belastingpositie. Echter, als gevolg van ontwikkelingen zoals in het geval van Starbucks zou de - wat ons betreft onterechte - perceptie kunnen ontstaan dat er minder waarde kan worden gehecht aan zo’n afspraak vooraf dan voorheen.’ Daar spelen de OECD-ontwikkelingen vervolgens ook weer doorheen: ‘In Nederland hebben we de innovatiebox, een fiscale faciliteit waarmee innovatie gestimuleerd wordt doordat je over een deel van de winst die toerekenbaar is aan deze innovatie geen 25 procent maar slechts vijf procent belasting hoeft te betalen. Dat stimuleert Nederlandse maar ook buitenlandse bedrijven om in Nederland te innoveren. Over de innovatiebox kunnen in de praktijk vooraf afspraken worden gemaakt met de Belastingdienst. Nu heeft de OECD de innovatiebox en vergelijkbare faciliteiten in zijn algemeenheid - dus ook in andere landen (bijvoorbeeld de patentbox ) - aangemerkt als fiscale faciliteiten die “verstorend zouden kunnen werken”. Indien Nederland als gevolg hiervan de aanbevelingen van de OECD volgt en de regels rondom de innovatiebox aanpast, zou dit impact kunnen hebben op het Nederlandse vestigingsklimaat.’ Flore: ‘De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB, red.), onze belangenorganisatie, heeft onlangs de zorg uitgesproken over het feit dat Nederland mogelijk minder aantrekkelijk wordt als vestigingsland en de gevolgen die dat heeft voor de economische positie. Van Bree vult aan: ‘Gelukkig vindt Nederland het nog steeds veel belangrijker om internationaal met elkaar zaken te kunnen doen. Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft naar Amerikaanse bedrijven ook een brief gestuurd, waarin hij benadrukt dat het nog steeds loont om in Nederland te investeren en/of te vestigen. Die brief is daar gelukkig goed ontvangen. We hebben één gemeenschappelijk belang en dat is dat Nederland interessant blijft als vestigingsland.’ De specialisten van PwC blijven de ontwikkelingen volgen om hun cliënten zo goed mogelijk van advies te kunnen voorzien. Maar, zo benadrukken ze, er zijn natuurlijk meer redenen om je in Nederland te vestigen dan alleen het belastingklimaat. ‘Nog steeds is Nederland, en met name de regio Rotterdam, een goede uitvalsbasis om zaken te doen met de rest van de wereld. Dat komt door de goede infrastructuur, de aanwezige kennis, de hoog opgeleide werknemers, het leefklimaat en onze ondernemende mindset’, zegt Arends. ‘Dat merk ik aan de Chinese bedrijven die ik adviseer; zij hebben nog altijd een bovenmatige interesse voor ons land. Er zijn weinig sectoren die zo internationaal zijn als de Rotterdamse haven. Daarbij profiteren bedrijven van ons internationale netwerk. We zijn gevestigd in 157 landen en er werken wereldwijd 195.000 mensen bij PwC, die we binnen 24 uur aan de lijn kunnen krijgen. Zo kunnen we overal snel achterhalen welke gevolgen deze nieuwe regels in ieder land hebben.’ TEKST: BAS ABRESCH FOTOGRAFIE: ANNE BAL 69