DIENSTVERLENING
dubbele belasting over hetzelfde inkomen aan, omdat China de
tegenovergestelde mening is toegedaan. Voor Erwin, Sander en
mijzelf is een belangrijke rol weggelegd in het voorkomen daarvan.
Door middel van een goede analyse van de juiste allocatie van
inkomen op basis van de internationaal geaccepteerde transfer
pricing regelgeving en met inachtneming van de lokale afwijkingen.’
Feit is dat bedrijven niet blij zijn met al deze ontwikkelingen, zo
merkte Sander Flore al bij diverse seminars en gesprekken met
klanten. ‘Dat wil niet zeggen dat ze iets te verbergen hebben
overigens’, maakt hij duidelijk. ‘Maar doordat belastingheffing en
toerekening van inkomen geen exacte wetenschap is, kan er op
lokale niveaus discussie ontstaan. Met dergelijke discussies wil een
ondernemer zich niet bezighouden. Ten tweede is er onzekerheid
over wat er met de informatie wordt gedaan en waar die informatie
uiteindelijk terecht kan komen, omdat de gegevens ook concurrentiegevoelige informatie over het bedrijf kunnen bevatten. Daarnaast maken bedrijven zich zorgen over het aanleveren van de
gevraagde informatie. Maar weinig ondernemingen kunnen - naar
het zich nu laat aanzien - de gevraagde informatie met één druk op
de knop opleveren.’
Arends: ‘De economische realiteit is wel iets waar steeds meer op
gelet wordt. In transfer pricing – worden er realistische transacties
uitgevoerd tegen zakelijke prijzen? – maar ook in de structuren van
bedrijven. Waarom ga je op een bepaalde manier iets kopen?
Waarom gebruik je een bepaald land voor een transactie? Past het
binnen de business opzet van de onderneming? Daar besteedden
wij in ons advies altijd al veel aandacht aan, maar de laatste tijd nog
meer, omdat dat gewoon steeds belangrijker wordt. Kortom: het
wordt een interessante periode.’
VESTIGINGSKLIMAAT
Met de veranderde wetgeving komt ook de status van Nederland
als vestigingsland op de tocht te staan. Van den Bree: ‘Nederland is
altijd een betrouwbaar vestigingsland geweest omdat bijvoorbeeld
een bedrijf met de belastingdienst binnen de kaders van de
Nederlandse en internationale wetgeving vooraf afspraken kan
maken wat de fiscale gevolgen zouden zijn van het opstarten van
operationele activiteiten in Nederland. Hierbij kijkt de belastingdienst ook naar de positie van haar buitenlandse collega’s. Dat kan
nu uiteraard nog steeds en wordt doorgaans als positief ervaren.
Dat is ook logisch want bedrijven willen graag zekerheid over hun
belastingpositie. Echter, als gevolg van ontwikkelingen zoals in het
geval van Starbucks zou de - wat ons betreft onterechte - perceptie
kunnen ontstaan dat er minder waarde kan worden gehecht aan
zo’n afspraak vooraf dan voorheen.’
Daar spelen de OECD-ontwikkelingen vervolgens ook weer
doorheen: ‘In Nederland hebben we de innovatiebox, een fiscale
faciliteit waarmee innovatie gestimuleerd wordt doordat je over
een deel van de winst die toerekenbaar is aan deze innovatie geen
25 procent maar slechts vijf procent belasting hoeft te betalen. Dat
stimuleert Nederlandse maar ook buitenlandse bedrijven om in
Nederland te innoveren. Over de innovatiebox kunnen in de
praktijk vooraf afspraken worden gemaakt met de Belastingdienst.
Nu heeft de OECD de innovatiebox en vergelijkbare faciliteiten in
zijn algemeenheid - dus ook in andere landen (bijvoorbeeld de
patentbox ) - aangemerkt als fiscale faciliteiten die “verstorend
zouden kunnen werken”. Indien Nederland als gevolg hiervan de
aanbevelingen van de OECD volgt en de regels rondom de
innovatiebox aanpast, zou dit impact kunnen hebben op het
Nederlandse vestigingsklimaat.’
Flore: ‘De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB, red.),
onze belangenorganisatie, heeft onlangs de zorg uitgesproken over
het feit dat Nederland mogelijk minder aantrekkelijk wordt als
vestigingsland en de gevolgen die dat heeft voor de economische
positie.
Van Bree vult aan: ‘Gelukkig vindt Nederland het nog steeds veel
belangrijker om internationaal met elkaar zaken te kunnen doen.
Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft naar Amerikaanse
bedrijven ook een brief gestuurd, waarin hij benadrukt dat het nog
steeds loont om in Nederland te investeren en/of te vestigen. Die
brief is daar gelukkig goed ontvangen. We hebben één gemeenschappelijk belang en dat is dat Nederland interessant blijft als
vestigingsland.’
De specialisten van PwC blijven de ontwikkelingen volgen om hun
cliënten zo goed mogelijk van advies te kunnen voorzien. Maar, zo
benadrukken ze, er zijn natuurlijk meer redenen om je in Nederland
te vestigen dan alleen het belastingklimaat. ‘Nog steeds is Nederland, en met name de regio Rotterdam, een goede uitvalsbasis om
zaken te doen met de rest van de wereld. Dat komt door de goede
infrastructuur, de aanwezige kennis, de hoog opgeleide werknemers, het leefklimaat en onze ondernemende mindset’, zegt Arends.
‘Dat merk ik aan de Chinese bedrijven die ik adviseer; zij hebben
nog altijd een bovenmatige interesse voor ons land. Er zijn weinig
sectoren die zo internationaal zijn als de Rotterdamse haven.
Daarbij profiteren bedrijven van ons internationale netwerk. We
zijn gevestigd in 157 landen en er werken wereldwijd 195.000
mensen bij PwC, die we binnen 24 uur aan de lijn kunnen krijgen.
Zo kunnen we overal snel achterhalen welke gevolgen deze nieuwe
regels in ieder land hebben.’
TEKST: BAS ABRESCH
FOTOGRAFIE: ANNE BAL
69