DE STAD
steeg, de herinnering cadeau. Veel meer resterende romantiek
bestaat er binnen de brandgrens niet.
De onmiddellijk daaraan gekoppelde gerechtvaardigde vraag is wel:
waarom is het daar ’s zomers altijd druk? Wat zou de reden zijn dat
met name kroegen en eethuizen in traditionele panden zo’n
kalmerende hypnose hebben op de clientèle? Zelfs de Witte de
Withstraat, half nieuw, half oud, in de tachtiger jaren nog in hoog
tempo in aanzien gekelderd, is inmiddels vermaakt tot de hit van
een jeugdig trendy uitgaansleven.
Toch bestaat er geen gelijkluidend samenvattend oordeel over het
nieuwe Rotterdam. Ouderen verlekkeren zich aan het restant van
het Hollands classicisme (Het Schielandhuis), het neoclassicisme
(zichtbaar aan de panden Parklaan 15, Westersingel 102), ze
romantiseren de tijd van de neorenaissance (Westelijk Handelsterrein) en aan de Jugendstil, die door Het Witte Huis en de sociëteit
van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas aan de
Veerhaven worden gesymboliseerd.
'Wat Witteveen als
stadshart tekende, was
op het lullige af'
tekende, was op het lullige af’, zegt architectuur-historicus prof. dr.
Cor Wagenaar in De Volkskrant. ‘Als men hem z’n gang had laten
gaan, was Rotterdam net zoiets als Warschau geworden. Een stad
met van die leuke, gezellige historische pandjes. Hij zocht het in een
sterk ambachtelijke esthetiek die nauw aansloot bij onze bouwtradities uit de achttiende en negentiende eeuw, en wilde Rotterdam
restylen tot zo’n typische Hollandse stad uit de Gouden Eeuw.’
Nou en.
MODERN KIPPENHOK
75 jaar na de eerste plannen, en zeventig jaar na de start van de
renovatie, mag Rotterdam dan een aanlokkend vergezicht zijn, het
centrum is een testimonium paupertatis. Een mislukt modern
kippenhok waarin men futloos berust. Het resultaat van indringende economische soufflages. Het heeft zelfs weinig gescheeld of
ook het Schielandhuis en de Sint Laurenskerk waren gesloopt in de
ongeoorloofde opwinding om definitief met het verleden te breken.
En er is destijds geen enkele serieuze poging ondernomen om de
oude Schouwburg te redden. Historici schreven dat het had
gekund. Zelfs de Delftsche Poort viel te restaureren.
Nu de jaren vergleden zijn en het resultaat van het tegenovergestelde op de oude flaneerboulevards soms pijn aan de ogen doet,
herinnert niets aan de ochtend van 10 mei 1940 toen het centrum
voor het laatst romantisch en behaaglijk was. Alleen de Oude
Binnenweg bleef in glorie overeind. Het straatje met de cafés: De
Stam, Linssen, De Vijgeboom, Melief Bender, Timmer en ’s zomers
de terrasjes. Wie er geen idee van heeft hoe vroeger het centrum er
van Rotterdam heeft uitgezien krijgt daar, in die autoloze wandel-
Jongeren prijzen de skyline. En die is inderdaad fraai. Vooral ’s
nachts. Skylines kunnen oplichtende wolkenkrabbers niet missen.
Internationaal geldt die van Hongkong als de mooiste. Dubai heeft
de langste. Met slechts vier steden in dit genre in de mondiale top
vijftig, waarvan Frankfurt de meest gelauwerde is, telt Europa
eigenlijk niet eens mee. Laat staan Rotterdam. Zeven van de tien
hoogste gebouwen in dit deel van de wereld staan in Moskou. En
dan te bedenken dat Het Witte Huis (in 1898 voor 127.900 gulden
afgebouwd) nog een tijd lang de hoogste kantoorflat van Europa is
geweest.
Bij de wederopbouw van Rotterdam is er door de haast en onder de
druk van woningschaarste architectonisch van alles mis gegaan.
Van de hotsknotsflats in Ommoord is zelden nog iemand vrolijk
geworden. In 1965 was het uitgangspunt: proppen. De roekeloze
hoogbouw heeft de laagbouw gedevalueerd. Het beton in Pendrecht straalt na zestig jaar weinig superioriteit meer uit en wie via
de Karel Doormanstraat in het hartje van de stad de parkeergarage
inrijdt aan de Van Bijlandtplaats ziet dat de nieuwbouwflats rond
de Lijnbaan inmiddels hun naoorlogse sterrenstatus hebben
verloren.
De Meent is een pandemonium van winkelend publiek geworden,
maar in het verlengde heeft de Jonker Fransstraat – waar in 1955
VARA-omroepster Karin Kraaykamp nog op chique woonde – die
ontwikkeling al niet meer kunnen bolwerken. De kralenketting
rond het centrum is klein. In de oude beroemde wijk van de
stervoetballers Faas Wilkes en Coen Moulijn heeft alleen de
Noordmolenstraat nog enigszins de glans van vroeger. De wijk
Crooswijk is aan zijn oostrand herbouwd, maar geen ouwe
Crooswijker raakt ervan in extase.
27