FIB NR4 | Page 29

DE STAD steeg, de herinnering cadeau. Veel meer resterende romantiek bestaat er binnen de brandgrens niet. De onmiddellijk daaraan gekoppelde gerechtvaardigde vraag is wel: waarom is het daar ’s zomers altijd druk? Wat zou de reden zijn dat met name kroegen en eethuizen in traditionele panden zo’n kalmerende hypnose hebben op de clientèle? Zelfs de Witte de Withstraat, half nieuw, half oud, in de tachtiger jaren nog in hoog tempo in aanzien gekelderd, is inmiddels vermaakt tot de hit van een jeugdig trendy uitgaansleven. Toch bestaat er geen gelijkluidend samenvattend oordeel over het nieuwe Rotterdam. Ouderen verlekkeren zich aan het restant van het Hollands classicisme (Het Schielandhuis), het neoclassicisme (zichtbaar aan de panden Parklaan 15, Westersingel 102), ze romantiseren de tijd van de neorenaissance (Westelijk Handelsterrein) en aan de Jugendstil, die door Het Witte Huis en de sociëteit van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas aan de Veerhaven worden gesymboliseerd. 'Wat Witteveen als stadshart tekende, was op het lullige af' tekende, was op het lullige af’, zegt architectuur-historicus prof. dr. Cor Wagenaar in De Volkskrant. ‘Als men hem z’n gang had laten gaan, was Rotterdam net zoiets als Warschau geworden. Een stad met van die leuke, gezellige historische pandjes. Hij zocht het in een sterk ambachtelijke esthetiek die nauw aansloot bij onze bouwtradities uit de achttiende en negentiende eeuw, en wilde Rotterdam restylen tot zo’n typische Hollandse stad uit de Gouden Eeuw.’ Nou en. MODERN KIPPENHOK 75 jaar na de eerste plannen, en zeventig jaar na de start van de renovatie, mag Rotterdam dan een aanlokkend vergezicht zijn, het centrum is een testimonium paupertatis. Een mislukt modern kippenhok waarin men futloos berust. Het resultaat van indringende economische soufflages. Het heeft zelfs weinig gescheeld of ook het Schielandhuis en de Sint Laurenskerk waren gesloopt in de ongeoorloofde opwinding om definitief met het verleden te breken. En er is destijds geen enkele serieuze poging ondernomen om de oude Schouwburg te redden. Historici schreven dat het had gekund. Zelfs de Delftsche Poort viel te restaureren. Nu de jaren vergleden zijn en het resultaat van het tegenovergestelde op de oude flaneerboulevards soms pijn aan de ogen doet, herinnert niets aan de ochtend van 10 mei 1940 toen het centrum voor het laatst romantisch en behaaglijk was. Alleen de Oude Binnenweg bleef in glorie overeind. Het straatje met de cafés: De Stam, Linssen, De Vijgeboom, Melief Bender, Timmer en ’s zomers de terrasjes. Wie er geen idee van heeft hoe vroeger het centrum er van Rotterdam heeft uitgezien krijgt daar, in die autoloze wandel- Jongeren prijzen de skyline. En die is inderdaad fraai. Vooral ’s nachts. Skylines kunnen oplichtende wolkenkrabbers niet missen. Internationaal geldt die van Hongkong als de mooiste. Dubai heeft de langste. Met slechts vier steden in dit genre in de mondiale top vijftig, waarvan Frankfurt de meest gelauwerde is, telt Europa eigenlijk niet eens mee. Laat staan Rotterdam. Zeven van de tien hoogste gebouwen in dit deel van de wereld staan in Moskou. En dan te bedenken dat Het Witte Huis (in 1898 voor 127.900 gulden afgebouwd) nog een tijd lang de hoogste kantoorflat van Europa is geweest. Bij de wederopbouw van Rotterdam is er door de haast en onder de druk van woningschaarste architectonisch van alles mis gegaan. Van de hotsknotsflats in Ommoord is zelden nog iemand vrolijk geworden. In 1965 was het uitgangspunt: proppen. De roekeloze hoogbouw heeft de laagbouw gedevalueerd. Het beton in Pendrecht straalt na zestig jaar weinig superioriteit meer uit en wie via de Karel Doormanstraat in het hartje van de stad de parkeergarage inrijdt aan de Van Bijlandtplaats ziet dat de nieuwbouwflats rond de Lijnbaan inmiddels hun naoorlogse sterrenstatus hebben verloren. De Meent is een pandemonium van winkelend publiek geworden, maar in het verlengde heeft de Jonker Fransstraat – waar in 1955 VARA-omroepster Karin Kraaykamp nog op chique woonde – die ontwikkeling al niet meer kunnen bolwerken. De kralenketting rond het centrum is klein. In de oude beroemde wijk van de stervoetballers Faas Wilkes en Coen Moulijn heeft alleen de Noordmolenstraat nog enigszins de glans van vroeger. De wijk Crooswijk is aan zijn oostrand herbouwd, maar geen ouwe Crooswijker raakt ervan in extase. 27