97
De Oude Binnenweg begint op de hoek van het Eendrachtsplein en schenkt het hart van de stad als enig straatje de klassieke sfeer van het vooroorlogse Rotterdam. Wonder boven wonder laten de brisantbommen van de nazi’ s in mei 1940 de kroegjes en oude panden geheel intact. Tot in het begin van de jaren 60 kan men de Oude Binnenweg zelfs vanaf de Coolsingel inrijden. En juist daar, op die hoek, waar je net niet wegwaait, wacht een joekel van een pand met op het dak, als spotlight van de stad, een lichtkrant met voorbijschuivende teksten naar het sinds 1928 bestaande voorbeeld van The New York Times. Bij hot news drommen de binnenstadwandelaars in Rotterdam zich samen om in staccato te lezen wat er op dat moment elders in de wereld gaande is. Men aanschouwt het als een technologisch wereldwonder. Het Rotterdamsch Nieuwsblad onderscheidt zich er op indrukwekkende wijze mee van Het Vrije Volk, De Rotterdammer, De Maasbode, De NRC en het Rotterdamsch Parool. Het immense pand aan de Schiedamse Vest( later Coolsingel) is van na de oorlog. De eerste kranten lopen er pas vanaf 15 april 1946 van de pers. Tot grote opluchting van de werkloze journalisten, die meer dan een jaar lijdzaam hebben moeten wachten tot de Commissie voor Perszuivering het verschijningsverbod had opgeheven. Er zat een oorlogsvlekje op het RN. Journalist Joris Boddaert noemt het in zijn publicatiereeks‘ Rotterdam 50 jaar geleden’ onomwonden een foute krant. In elk geval een krant met journalisten die met een aan God gevraagde vergiffenis hun weeksalaris veilig hadden gesteld door verplicht gemankeerde artikelen onder Duits toezicht te publiceren. Maar was het nog wel een krant? Volgens Boddaert in februari 1945 niet meer dan een miezerig velletje dat voor een groot deel gevuld was met berichten onder toezicht van de opperbevelmeester van de Duitse weermacht.‘ Aanvallen bij Pyritz opgevangen’, luidt de optimistische kop van het RN op 9 februari 1945. Symptomatisch voor de eenzijdige nieuwsvoorziening, ofschoon in dat nummer ook een haargroeimiddel wordt aangeboden en te lezen is dat dominee Westmijne de dienst leidt in de Remonstrantse Kerk. Het laatste oorlogsnummer van het RN onder de directionele leiding van de eigenaren J. Kars en L. Evers verschijnt op 23 februari 1945 en kost vijf cent. Reden staking: papierschaarste. Na de oorlog worden beide heren door de Commissie voor Perszuivering tien, later teruggebracht tot vier jaar geschorst. Een schijnvonnis, want als het RN in 1946 weer verschijnt is de advocaat van het tweetal( mr. J. J. Fokma) de eigenaar met hun geld. Het nog resterende personeel van het RN wordt daarna lange tijd
' Jij kan je Kerstpakket vergeten, Vente!'
scheef beloerd. Aan de andere kant had de krant zelf zwaar onder het bombardement geleden. Het statige oude pand aan de Schiekade, op loopafstand van het Hofplein, was in de vuurzee van mei 1940 onherstelbaar beschadigd geraakt.
Het RN is in de geschiedenis van de Nederlandse dagbladjournalistiek een oude dame. Geboortejaar: 1878 met het Beursplein als locatie. Initiatief van Albert Willem Sijthoff( 18291913), die in de regio Den Haag al met succes Het Vaderland, De Haagsche Courant en het Leidsch Dagblad op de markt had gebracht en algemeen als de grondlegger wordt beschouwd van geïllustreerde bijlagen, kopbladen en de kleine advertenties. Zijn nageslacht houdt de macht op de krantenmarkt vol tot 1994. Maar dan is het schluss. Het RN is drie jaar ervoor met Het Vrije Volk gefuseerd, leeft nog een poosje solo door als Het Rotterdams Dagblad, terwijl het weldadige pand aan de Coolsingel al in 1972 is gesloopt. Het gaat slecht in de krantenwereld in de eindjaren 60. De teruglopende advertentieverkopen nekken een complete bedrijfstak. Drukkerij na drukkerij verdwijnt. Het Vrije Volk draait op de persen van het AD en het RN gaat bij De Haagsche Courant in het lood.‘ En toch hebben we als redactie nooit iets van enige bezuiniging gemerkt. Ik zal het nog sterker vertellen: er kon in die fase juist ineens van alles. Bij Sijthoff heerste er een soort overwinningsdrive’, vertelt voormalig RNjournalist Rob Vente.‘ Het Vrije Volk had van armoe zijn hoofdkwartier in Amsterdam moeten sluiten, de dagbladen De Rotterdammer en De Tijd liepen op half zeven en ook ging het gerucht dat Het Rotterdams Parool geen lang leven meer beschoren was. En toen leek het er verdomd veel op dat Freddy Sijthoff in één klap de winnaar wilde zijn. Dus in plaats van bezuinigen liet hij zijn directie investeren. Om te beginnen gingen de redacties van De Haagsche Courant en het RN samenwerken, maar vervolgens stuurde men Daan Sprong cafés in om journalisten van andere kranten te mobiliseren om voor het RN te komen werken. Daan stond bij wijze van spreken met de contracten op zak aan de bar. Zo’ n journalistieke transferperiode als tussen 1969 en 1972 was er nog nooit geweest en is daarna ook nooit meer voorgekomen. En soms keken we lachend toe, want in café Timmer stuurde ik Daan naar een jongeman aan de bar en zei: die moet je binnen zien te halen, dat is werkelijk de beste journalist die ik ken. Afijn, Daan stapt op hem af en begint een enorm reclamegesprek. Met aan het eind van het liedje één probleem. ' Ik werk al bij het RN ', zei Frank Visbeen. Terug bij ons riep Daan: ' Jij kan je Kerstpakket vergeten, Vente.'