8
Tieleman is eigenaar van de Euromast en de restaurants van Jamie Oliver
in Nederland, België en Duitsland. Hij verklaart zijn succes eenvoudig:
‘Ik ben goed voor mijn mensen en lever kwaliteit en service. En ik ben
ondernemer in de horeca. Dat is wat anders dan een horecaondernemer.’
Dat was ook in de periode dat mijn zoon van dertien maanden een
koortsstuip kreeg en daar niet goed uit kwam. We ontdekten later dat hij
daardoor licht verstandelijk gehandicapt is geworden. Niets was meer
belangrijk voor me en ik zat maanden in de put. De term burn-out
bestond nog niet, maar ik had er eentje.’
Gezin met zes kinderen op een flat
Tieleman werd in 1958 geboren en groeide op in Rotterdam-Zuid. In een
gezin met zes kinderen. ‘We woonden in een flat aan de Ellemare in
Zuidwijk, sliepen in stapelbedden en deelden een bureau. In mijn
beleving was het best ruim, maar toen ik later nog eens ging kijken, vroeg
ik me af hoe we dat in hemelsnaam hebben gedaan.’
Slavinken
‘Mijn vader was hoofd van een school en mijn moeder onderwijzeres.
We hadden het op zich dus niet slecht, maar hij gaf gewoon te veel geld
uit. Hij hield van fotografie en muziekinstallaties en kocht apparatuur die
we ons eigenlijk niet konden veroorloven. Ja… Dat zorgde voor
spanningen. Dan aten we weer drie maanden slavinken en verdiende mijn
vader bij als examinator.’ Dan lachend: ‘Hij was ook elk jaar verrast door
die blauwe enveloppe van de Belastingdienst…’
Goed voor mensen
Nadat hij er eerst een aantal jaren in loondienst werkt, neemt Tieleman in
1979 KE Expeditie over. Dat wordt onder zijn leiding al snel succesvol. ‘Ik
begon alleen, als makelaar in vracht, maar we eindigden met 40 mensen.
Ik had ook een andere strategie dan de andere expediteurs. Ten eerste
gaf ik mijn mensen waar ze recht op hadden. In die tijd was het in ons vak
heel raar dat je van halfnegen tot halfzes werkte. Mensen bleven overal
tot negen uur, halftien. De bazen lieten dagelijks tien, twintig mensen
urenlang onbetaald overwerken. Kun je nagaan wat die gasten extra in
hun zak staken. Ik gaf ze een goed salaris en vond het leuk dat ze in een
auto van de zaak reden. Zo kreeg ik de beste mensen. Daarnaast heb ik
me altijd geconcentreerd op grote opdrachtgevers zoals Coca-Cola,
Grolsch en Siemens. En namen brengen namen. Zo is het nu nog.’
Winnend zinnetje
‘Michel Paulussen en ik deden de koude acquisitie. Dan pakten we het
Duitse Grosshandelbuch der Industrie en belden alle bedrijven in Hamburg
waarvan we dachten dat ze wat te vervoeren hadden. We hadden één
winnend zinnetje… Daar begonnen we gelijk het gesprek mee: “Wir sind
täglich mit LKWs in deiner Nähe und fahren täglich leer nach Hause.
Kommt bei Ihnen Ladung nach Holland oder Frankreich vor?” We reden
immers dagelijks met bloemen en groenten naar Duitsland en moesten
dan leeg terug. In ieder mens schuilt een kruideniersmentaliteit. Zeker in
Duitsers…’
Beter dan verwacht
‘Dus zo’n vent kroop dan bijna door de telefoon, want die wist dat we
hem een goede aanbieding zouden doen en zo voor zijn bonus zouden
zorgen. Dan ging ik bij die klanten op bezoek en direct na de afspraak
belde ik in de auto mijn secretaresse om de prijzen door te geven. Nog
geen half uur nadat ik vertrokken was, had de klant zijn offerte al op de
fax. Als je bij een Duitser iets doet dat eigenlijk beter is dan hij verwacht,
dan scoor je. In bijna alle gevallen konden we direct voor ze aan de slag.’
Burn-out
Het harde werken, het succes, de veranderende omstandigheden in de
transportbranche én een heftige wending in het leven van zijn zoon
eisten hun tol. ‘Het expeditievak was onbetrouwbaar geworden’, zegt
Tieleman. ‘Voor 25 euro werd je door bedrijven waar je jarenlang voor
werkte aan de kant gezet. Ik blokkeerde. Stond hier beneden bij de lift en
kon gewoon niet meer naar boven. Toen ben ik thuis gaan zitten huilen.
Beste vriend
’Michel Paulussen, acquisiteur bij KE en mijn beste vriend, vroeg me wat
ik eigenlijk wilde. Ik gaf aan de zaak te willen verkopen. Maar hij zei dat
híj het bedrijf wilde gaan leiden. Ik was wel bang dat hij dan ook down the
drain ging, maar hij had niet de emoties die ik had. Hij beloofde dat ik me
dan nooit meer met KE Expeditie zou hoeven bemoeien en zo is het ook
gegaan. Hij leidt het bedrijf nog steeds en dat gaat uitstekend.’
Geen ervaring, wel plezier
‘Toen heb ik mijn plezier gevonden in de horeca terwijl ik geen enkele
ervaring in die branche had. Ik was al wel gek van lekker eten en drinken.
Dat heb ik van mijn moeder. Ik ging destijds met mijn broer, die bij een
reclamebureau werkte, wat drinken bij Loos en hoorde dat die zaak te
koop was. Ik zag direct al dingen die beter konden. Zo vonden de
toenmalige eigenaren het bijvoorbeeld niet gepast dat je met een
creditcard kon betalen. Dat was iets voor patsers...’
Van Coque naar Kip
‘Met dat soort gedachten kan ik helemaal niks. Later kochten we het
befaamde restaurant Coque d’Or waar alle Rotterdamse notabelen
kwamen. Ik veranderde die naam in Kip. Nou, dat is me door de upper ten
in de stad niet in dank afgenomen. Ze voorspelden allemaal dat Kip geen
lang leven beschoren zou zijn. Maar ook dat is goed gegaan. En in Loos
hadden we binnen een jaar de omzet verdubbeld. Ja, hoe? In elk geval
door gewoon beleefd en minder joviaal tegen gasten te zijn en goede
kwaliteit te leveren.’
Zakelijke scheiding
Tieleman en zijn broer bouwden samen een horeca-imperium op.
Na Loos volgden Blaeu in de Oude Haven, het Westerpaviljoen, Kip in
het Scheepvaartkwartier, Parkzicht, Hotel New York, Wijnhandel Van
Otterloo en Lulu. De zaken gaan voortvarend. Maar in 2014 eindigt de
samenwerking tussen de broers. ‘Ik heb hem uitgekocht en onze wegen
zijn gescheiden, zoals dat he