FIB NR3 2016 3 | Page 12

10 “Ik heb meer dan 25.000 Mercedessen verkocht. En jullie?” Afrekening Naar Monaco ‘Ja, als jij het me nu vraagt, ik weet zelf eigenlijk ook niet waarom ik dat heb gedaan. Voor Beppie en mij was de Côte d’Azur ons tweede thuis. We waren er elke zomer. Dat voelde altijd goed. Er zat een vriend van me in Monaco. Die zei: “Kom ook lekker hier wonen!” Toen heb ik het gedaan. Dat is in veel opzichten heel comfortabel, maar zakelijk gezien was dat één van de dingen die ik nooit had moeten doen.’ ‘Misschien was het ook een soort afrekening. Kijk, ik werd officieel dealer in 1974. Maar toen importeerde ik al ongeveer 1.500 auto’s per jaar, buiten Mercedes om, terwijl zij er hier in totaal 9.000 per jaar verkochten. Dus ik kwam al een beetje buitengewoon binnen en dat ben ik in die dealerorganisatie altijd gebleven. Als ik bepaalde wagens niet kon krijgen of het duurde me voor de klant te lang, regelde ik het gewoon zelf. Ik sprak hun taal niet. Ik ben een koopman. Ik wil verkopen. Maar zij lieten iemand rustig vier maanden wachten op een auto.’ Het bedrijf ontglipte me Maar ze wisten overal van ‘Ik heb er altijd bovenop gezeten. Was er elke dag om zeven uur. En ik was ’s avonds de laatste die weg ging. Zes dagen per week. Ik zag alles, wist alles en kon altijd alles verantwoorden. Totdat ik naar Monaco ging dus. Er was altijd contact, soms wel 30, 40 telefoontjes per dag. Maar het was anders. Er ging bij ons best veel contant geld om. Ik weet 100 procent zeker dat er vroeger nooit is gepikt door m’n eigen mensen. Door niemand niet! Maar ik weet ook zeker dat het later wel is gebeurd. Maar ja, als je het niet ziet…’ ‘Eigenlijk mocht je alleen aan eindgebruikers leveren, maar ik verkocht gewoon aan iedereen over de hele wereld. Dat meldde ik ook gewoon. Er zijn jaren geweest dat er in Nederland 1.000 S-modellen werden verkocht en dat ik er 750 deed. Dat zat ze natuurlijk nooit lekker. Maar ja, ik verkocht die auto’s wel. En daar poetsten zij hun verkoopcijfers ook mee op. Bijna 40 jaar lang. Ze wisten overal van en hebben alles geaccepteerd omdat we qua verkoop altijd goed scoorden.’ En er ontstonden problemen ‘We hebben altijd met iedereen zaken gedaan. Ook met ondeugende jongens, om het zo maar te zeggen. Daar heb ik nooit geheimzinnig over gedaan en ik heb er ook nooit problemen mee gehad. Ik sprak ook de taal van díe k lanten. Maar ook dat liep anders toen ik er minder was.’ ‘Het móest gewoon kapot en hij heeft zich laten betalen om dat te doen’ De constructie via de leasemaatschappij ‘Die jongens kwamen dan auto’s kopen, maar die wilden ze niet op hun naam. Dat snap je wel hè? Dan deden ze een aanbetaling van ongeveer 30 procent en gingen dan via onze leasemaatschappij in die auto rijden. Met wat voor kleur geld ze die aanbetaling deden, heb ik nooit gevraagd. Dat doen ze bij Albert Heijn ook niet. Die 30 procent bleef het hele contract open staan. Zo had ik mijn zekerheid als er iets mis ging. Alleen, toen het faillissement werd uitgesproken, waren we allebei dat geld kwijt. Een paar mensen willen dat nog steeds van me terug hebben.’ Later kwam de meldplicht ‘Vanaf 2001 moesten we als autohandelaren dit soort ongebruikelijke transacties gaan melden. Dat hebben we ook altijd gedaan. In al die jaren is dat één keer fout gegaan. Toen ben ik eigenlijk mee gegaan met een klant, die de melding wilde uitstellen tot zijn nieuwe boekjaar. Daar heb ik een boete voor gekregen: 19.000 euro. Verder nooit een probleem gehad, maar die ene keer stond wel met zúlke koeienletters in de krant.’ Mercedes Nederland ging zich roeren ‘Misschien dat dit soort dingen hebben meegespeeld, maar voor mij kwam het als een complete verrassing, dat ze in november 2011 het dealership kwamen opzeggen. Ik zie ze nog zitten, met de hele directie. Flapdrollen. Ja, dan ben ik ook scherp hoor. “Zonder dat visitekaartje van Mercedes in je zak, zijn jullie helemaal niks”, zei ik. “Ik heb meer dan 25.000 Mercedessen verkocht sinds ik officieel dealer werd. De rest tel ik niet eens mee. En jullie?”’ Bij de ING was er veel veranderd ‘Eind 2012 ging het ook mis met de ING. Ja, dat heb ik ook gelezen in het verslag van de curatoren dat ik toen pas zou hebben verteld dat Mercedes al een jaar eerder het dealership had opgezegd. Maar ze wisten het wel! Ze wisten het gewoon. Kijk, in die periode is er bij banken natuurlijk veel veranderd. Ik kon ze vroeger gewoon bellen dat ik voor een miljoen aan auto’s kon kopen en dan vroegen ze alleen maar of ze er wat aan konden verdienen en wanneer ze het geld terug hadden. Dan maakten ze het geld over en was er soms achteraf nog een formuliertje. Ik noemde mijn contactpersoon “Ome Kees”. Hij deed al zaken met m'n vader. Zo kon het allang niet meer, dat snapte ik ook wel. Maar op het hoofdkantoor van de ING wilden ze achteraf recht praten wat in de nieuwe situatie krom was. Maar daar waren ze zelf deelgenoot van geweest. Dus dat kon alleen maar door te liegen.’ De interim-manager ‘Dat liegen konden ze natuurlijk niet zelf doen. Daar kwam die interim-manager voor. Het zat vanaf de eerste seconde fout tussen ons. Een blitser. Kapsones. En inderdaad: liegen, liegen, liegen. Ik zat toen al 45 jaar bij de ING. 45 jaar! Die mensen wisten precies hoe het er aan toe ging én dat ze er altijd geld aan hadden verdiend. Die man heeft me zó gekrenkt. En hij kreeg er 2.000 euro per dag voor, ook als hij er op zo’n dag maar twee uurtjes was. Het móest gewoon kapot en hij heeft zich laten betalen om dat te doen.’