8
In juni 2013 werd het faillissement van J. van Dijk
& Dochters uitgesproken
Eigenlijk begon de ellende in 1990 met het overlijden van Beppie, de vrouw van John
‘Terwijl het níet nodig was. Ik weet 100 procent zeker dat ik het had
gered. Het reddingsplan was klaar. Ik kon het pand met de inventaris voor vijf miljoen euro terugkopen. RTC/RMC wilde dat financieren. Dan konden we verder als reparatiebedrijf. Met de 600 taxi’s
van de RTC hadden we dan een goede basis gehad. Maar ja, ik dacht
als koopman. M’n hele leven gedaan, m’n hele leven geld mee
verdiend. Die accountants, banken en curatoren denken alleen
maar formeel. Niet hoe je praktisch een bedrijf kan redden en de
mensen aan het werk kan houden.’
‘Zo’n lieve vrouw. We waren elkaars jeugdliefde. Ze kreeg kanker.
Ik kreeg het op mijn verjaardag te horen. 26 januari 1990 . Nog een
half jaar te gaan, misschien een jaar. Ik heb toen tegen de dokter
gezegd dat ik het haar zelf ging vertellen. Maar dat heb ik steeds
maar uitgesteld. Ik dacht: “Als ik het vertel, is het over.” Op 28 mei
van dat jaar waren we 25 jaar getrouwd. Daar leefde ze helemaal
naar toe, dat wilde ik haar niet afnemen. We hebben veel gereisd in
die periode. De Côte d’Azur. Dat vond ze heerlijk. Dat zilveren
huwelijk hebben we groot gevierd. In Formentor, daar waren we
ook getrouwd. Dat was ook het afscheidsfeestje van Beppie.’
ING was de huisbankier van John van Dijk. Al
sinds 1967
‘Nee, niks! De ING hoefde niks te laten vallen! Ik heb aangeboden
alle schuld over te nemen, dat was onderdeel van het plan. Er was
ook helemaal geen vordering van zestien miljoen euro. Dat was
misschien wel het rekening-courantbedrag, maar ik had debiteuren,
een voorraad, het pand. Dan was er misschien een klein tekort
overgebleven. En daar had ik een regeling over willen treffen.’
Maar na 45 jaar was de ING klaar met Van Dijk
‘Ze wilden niet meer met mij praten. Alleen nog met m’n dochters.
Formeel klopte dat wel. Ik had in 1997 mijn aandelen aan ze
overgedaan. Formeel had ik geen positie in het bedrijf, niet als
aandeelhouder, niet als directeur. Maar feitelijk ben ik altijd de baas
gebleven van het automobielbedrijf. Zo zag iedereen het. Ook de
bank. Een jaar daarvoor werd ik bij een bijeenkomst van Mercedesdealers in Ahoy nog op het podium gehaald door Bastiaan van der
Knaap, de directeur van ING Rotterdam. Als ouwe rot in het vak,
die voor elk probleem een oplossing wist.’
‘Dat faillissement was
nergens voor nodig, ik weet
zeker dat ik het had gered’
Toen is het gebeurd
‘Na de bruiloft zei de dokter: “Je moet het nu echt vertellen, anders
doe ik het.” We reden weg bij het Sint Franciscus Ziekenhuis. Voor
het stoplicht bij de Gouden Snor heb ik het verteld. Daarna werd
het heel moeilijk...
Op 28 juli is ze overleden. Ik sliep bij Beppie in het ziekenhuis, maar
ik zeg op een morgen om zeven uur: “Ik ga even naar huis om
schone kleren te halen.” Toen is het gebeurd. Een heel fijne vrouw.
Die heeft heel wat van mij geslikt.’
Alleen op zondag
‘Beppie heeft thuis altijd alles geregeld. Ik was er alleen op zondag,
die was voor haar. En elk jaar een maand op vakantie. Ik weet nog
dat ik een keer werd gebeld op Eerste Kerstdag. Een Arabier. Die
landde op Schiphol en wilde auto’s kopen. Ik naar de zaak. Beppie
vroeg of ik gek was. Maar ik zei: “Misschien wil die meneer wel wat
kopen.” Uiteindelijk heeft hij alles gekocht wat ik in de showroom
had staan. Helemaal leeg! Prettige Kerstdagen!
Toon Hermans kwam een keer een auto kopen. Zaterdagmiddag
kwam hij ‘m ophalen en zondagmorgen om vijf uur ging hij weg. Dus
ja, het liep allemaal wel eens uit. Lieve man was dat, Toon! Na het
overlijden van Beppie stuurde hij me nog een gedicht. Dat heb ik
altijd bewaard. Zíjn vrouw overleed dat jaar ook aan kanker.’
Zonder Beppie was alles anders
‘Het was leeg. Het huis. M’n leven. Ik kon m’n draai niet meer
vinden. Ik was nog geen 50 toen het gebeurde, dus ik heb daarna
natuurlijk ook nog wel verkering gekregen. Maar het ging me
allemaal snel vervelen. Je vindt toch nooit meer wat je bij je
jeugdliefde vond.’