FIB NR3 2015 | Page 89

DE MENS DE LEVENSLESSEN VAN HORECAONDERNEMER BJORN VAN DIJL ‘Alles wat ik doe, wil ik goed doen’ Hij bezit acht horecazaken in Dordrecht, Papendrecht, Rotterdam en Scheveningen en mag daarom met recht een invloedrijk horecaondernemer genoemd worden. Maar dat werd Bjorn van Dijl (46) niet zomaar. In een monoloog vertelt hij over zijn levenslessen. ONDERNEMERSGEZIN ‘Als je opgroeit in een ondernemersgezin maakt dat je weerbaarder en sneller zelfstandig dan wanneer je vader bijvoorbeeld onderwijzer is. Daar ben ik van overtuigd. Mijn vader moest noodgedwongen - mijn opa werd ziek - op zijn zeventiende achter de kassa gaan staan in de drogisterij. Koopavonden, Sinterklaas, Kerst... Hij was vaak aan het werk. En als hij thuis was, had hij vaak stress.’ ‘Als kind heb je geen keuze. Je weet gewoon niet beter. Deels ben ik grootgebracht door studenten die voor een fooitje kwamen oppassen, maar ik ben niets tekortgekomen. Je wordt er vroeg zelfstandig door; misschien wel iets té zelfstandig, want op school dacht ik alles beter te weten. Waardoor ik zes jaar over de mavo heb gedaan… Op de Gemeentelijke Economische School ging het me gelukkig beter af. Mijn kinderen van vijftien, twee en een paar maanden weten ook niet beter dan dat papa in de weekenden en met de Kerst niet thuis is. Maar dan ga ik op een donderdagmiddag iets leuks met ze doen. Ook goed, toch? Net als ik destijds komen zij niets tekort.’ BURGERMAATSCHAPPIJ ‘Toen kwam ik ineens terecht in de burgermaatschappij… Bewust solliciteerde ik bij de multinationals McDonald’s en Sony, omdat ik dacht dat ik bij zulke grote bedrijven iets kon leren. Ik werd bij beide bedrijven aangenomen en koos voor McDonald’s. In die tijd, we praten over 1992, hadden ze nog maar veertig vestigingen en groeiden ze ontzettend hard. Ik maakte snel carrière, stond aan de wieg van de opening van de eerste McDrives en leerde om te gaan met gemeentelijke regels en reïntegratietrajecten. Ontzettend leerzaam en waardevol, maar na een aantal jaren had ik het wel gezien.’ ‘Alles wat ik doe, wil ik goed doen. Minder dan honderd procent is niet goed genoeg, zo leerde ik bij de commando’s. Maar bij McDonald’s kwam ik op een gegeven moment in een positie dat ik ja moest knikken op de momenten dat de directie dat eiste. En dat is, zo zeg ik met gevoel voor understatement, niet mijn grootste kwaliteit…’ BRAVENBOER ‘Als frequent bezoeker van de Baja Beach Club (met een knipoog: ‘Ik was bijna grootaandeelhouder’) was ik inmiddels in contact gekomen met de eigenaar: Robin Bravenboer (huidig eigenaar van onder andere COMMANDO’S ‘Na mijn school ging ik in dienst. Dat wereldje beviel me en uiteindelijk kwam ik bij het Korps Commando Troepen (KCT, red.) terecht. Daarvoor moest je aan allerlei eisen voldoen en dat bleek best lastig voor een jongen die nogal van stappen hield en dus niet altijd in topconditie was. Maar goed, van de driehonderd bleven er uiteindelijk 23 over en daar zat ik bij. Ik wilde het erg graag en dus lukte het me. Ik verlegde mijn grenzen en leerde wat teambuilding en kameraadschap is.’ ‘Op een bepaald moment stond ik voor de keuze: word ik beroepscommando of niet? Het leek me de mooiste baan ter wereld. Je krijgt een superdegelijke opleiding en mag taken verrichten voor het landsbelang die lang niet iedereen uit mag voeren. Kortom: een bijzondere club, die KCT. Maar doordat ik een aantal jaren eerder wat minder mijn best had gedaan op school kon ik niet direct officier worden. Ik zou terug moeten naar de schoolbanken, waar ik vergezeld zou worden door net afgestuurde havo-klanten. Daar had ik niet zo’n t