DE MENS
DE LEVENSLESSEN VAN HORECAONDERNEMER BJORN VAN DIJL
‘Alles wat ik doe,
wil ik goed doen’
Hij bezit acht horecazaken in Dordrecht, Papendrecht,
Rotterdam en Scheveningen en mag daarom met recht een
invloedrijk horecaondernemer genoemd worden. Maar dat
werd Bjorn van Dijl (46) niet zomaar. In een monoloog vertelt
hij over zijn levenslessen.
ONDERNEMERSGEZIN
‘Als je opgroeit in een ondernemersgezin maakt dat je weerbaarder en
sneller zelfstandig dan wanneer je vader bijvoorbeeld onderwijzer is.
Daar ben ik van overtuigd. Mijn vader moest noodgedwongen - mijn
opa werd ziek - op zijn zeventiende achter de kassa gaan staan in de
drogisterij. Koopavonden, Sinterklaas, Kerst... Hij was vaak aan het
werk. En als hij thuis was, had hij vaak stress.’
‘Als kind heb je geen keuze. Je weet gewoon niet beter. Deels ben ik
grootgebracht door studenten die voor een fooitje kwamen oppassen,
maar ik ben niets tekortgekomen. Je wordt er vroeg zelfstandig door;
misschien wel iets té zelfstandig, want op school dacht ik alles beter te
weten. Waardoor ik zes jaar over de mavo heb gedaan… Op de
Gemeentelijke Economische School ging het me gelukkig beter af. Mijn
kinderen van vijftien, twee en een paar maanden weten ook niet beter
dan dat papa in de weekenden en met de Kerst niet thuis is. Maar dan
ga ik op een donderdagmiddag iets leuks met ze doen. Ook goed, toch?
Net als ik destijds komen zij niets tekort.’
BURGERMAATSCHAPPIJ
‘Toen kwam ik ineens terecht in de burgermaatschappij… Bewust
solliciteerde ik bij de multinationals McDonald’s en Sony, omdat ik
dacht dat ik bij zulke grote bedrijven iets kon leren. Ik werd bij
beide bedrijven aangenomen en koos voor McDonald’s. In die tijd,
we praten over 1992, hadden ze nog maar veertig vestigingen en
groeiden ze ontzettend hard. Ik maakte snel carrière, stond aan de
wieg van de opening van de eerste McDrives en leerde om te gaan
met gemeentelijke regels en reïntegratietrajecten. Ontzettend
leerzaam en waardevol, maar na een aantal jaren had ik het wel
gezien.’
‘Alles wat ik doe, wil ik goed doen. Minder dan honderd procent is
niet goed genoeg, zo leerde ik bij de commando’s. Maar bij
McDonald’s kwam ik op een gegeven moment in een positie dat ik
ja moest knikken op de momenten dat de directie dat eiste. En dat
is, zo zeg ik met gevoel voor understatement, niet mijn grootste
kwaliteit…’
BRAVENBOER
‘Als frequent bezoeker van de Baja Beach Club (met een
knipoog: ‘Ik was bijna grootaandeelhouder’) was ik
inmiddels in contact gekomen met de eigenaar: Robin
Bravenboer (huidig eigenaar van onder andere
COMMANDO’S
‘Na mijn school ging ik in dienst. Dat wereldje beviel me en uiteindelijk
kwam ik bij het Korps Commando Troepen (KCT, red.) terecht.
Daarvoor moest je aan allerlei eisen voldoen en dat bleek best lastig
voor een jongen die nogal van stappen hield en dus niet altijd in
topconditie was. Maar goed, van de driehonderd bleven er uiteindelijk
23 over en daar zat ik bij. Ik wilde het erg graag en dus lukte het me. Ik
verlegde mijn grenzen en leerde wat teambuilding en kameraadschap
is.’
‘Op een bepaald moment stond ik voor de keuze: word ik beroepscommando of niet? Het leek me de mooiste baan ter wereld. Je krijgt een
superdegelijke opleiding en mag taken verrichten voor het landsbelang
die lang niet iedereen uit mag voeren. Kortom: een bijzondere club, die
KCT. Maar doordat ik een aantal jaren eerder wat minder mijn best had
gedaan op school kon ik niet direct officier worden. Ik zou terug
moeten naar de schoolbanken, waar ik vergezeld zou worden door net
afgestuurde havo-klanten. Daar had ik niet zo’n t