26
NA ZES JAAR AFWEZIGHEID KEERDE HET SS NIEUW AMSTERDAM TERUG AAN DE WILHELMINAKADE
FOTOGRAFIE: COLLECTIE GEMEENTEARCHIEF ROTTERDAM
doen. Het centrum was bovendien één onoverzichtelijke
bende. Hier en daar een pand dat overeind was gebleven
in een barbarij waarbij je je moest oriënteren waar dat
vroeger was. Het kwam niet in de mensen op om zich er ook
maar een halve dag druk over te maken. De enige berichten die
in de kranten goed gelezen werden waren die van de Rotterdamse
kamer van het Bijzonder Gerechtshof, want af en toe was er tegen
verraders de doodstraf geëist.’
OOGLIJDERSZIEKENHUIS
Het tempo waarmee ondertussen gebouwd wordt, is indrukwekkend. Het ooglijdersziekenhuis (voorheen Nadorststraat) herrijst
aan de Schiedamsesingel en zal gewoon oogziekenhuis gaan heten.
In september staat de oplevering van de schouwburg ingepland en
er vordert een nieuwe Machinistenschool. Ook de opruimingswerkzaamheden in de Rijn- en Maashaven gaan van start. Eindelijk is de
grootste Nederlandse hijskraan beschikbaar. In een havenveem zijn
inmiddels drie complete ziekenhuisinrichtingen opgeslagen, die nog
tijdens de oorlog door de regering in Londen in Amerika zijn
aangekocht. Jarenlang is er een capaciteitstekort omdat er tijdens
het bombardement vier ziekenhuizen met de grond gelijk zijn
gemaakt, maar er komen er nu duizend ziekbedden bij. Met zekere
trots meldt het gemeentebestuur dat de complete uitrusting
medische, sanitaire, huishoudelijke en administratieve benodigdheden bevat, “van een locomobiel tot units met ragebollen”.
Er is sinds de eerste dagen van de wederopbouw, die eigenlijk al
kort na het bombardement begint, tot aan 1 januari 1946 32
miljoen gulden aan bouwwerken uitbesteed. De stadstrams
vervoeren weer 300.000 mensen per dag en de dienst Volkshuisvesting heeft voor 1946 nog vijfduizend woningen op zijn afbouwprogramma staan. De inmiddels in functie herstelde burgemeester
mr. Pieter Oud benoemt tijdens zijn nieuwjaarsboodschap (bij
burgerslachtoffers in ronde cijfers, omdat er nog altijd vermisten
zijn) de treurige essentialia van vijf jaar oorlog: negenhonderd
doden en 7.700 daklozen. Er is een gebied verwoest van 258
hectaren. Er zijn elfduizend bedrijfspanden, 24.001 woningen en
1.212 fabrieken en werkplaatsen weggevaagd. Ook nog eens 2.393
winkels, 566 cafés en hotels, 21 kerkgebouwen, vier ziekenhuizen,
twintig bankgebouwen, 69 scholen, twee sc houwburgen en zes
vergaderzalen. Zijn tijdelijke oorlogsvervanger F. E. Müller, zwaar
NSB, hoort niet veel later tien jaar gevangenisstraf tegen zich eisen.
Rotterdam telt op 31 december 1945 in totaal 615.828 inwoners
en met dank aan de natuur precies de helft mannen en de helft
vrouwen. Maar het is sinds 10 mei 1940 wel een afname, waaraan
niet alleen het bombardement en de nazitransporten hebben
bijgedragen, maar ook de toename van sterfte gedurende de
'De vijand is
verdreven, maar de
nieuwe vijand heeft
een staatsbaan'
hongerwinter als gevolg van voedseltekort en tuberculose. Maar
dan begint eind maart 1946 de babyboom. In de zomer na de
bevrijding ging de bevruchting los in een roes van feest, halfgare
lampionnen, zakloopwedstrijden en Canadese seksorgieën. Ook
mijn eigen vader nam thuis de trampolinesprong en zodoende
aanschouwde ik op vrijdag 29 maart 1946 het levenslicht in
destijds de grootste kraamfabriek van Rotterdam aan de Henegouwerlaan als onderdeel van de wederopbouw. Het Vrije Volk meldt
die dag op zijn voorpagina dat wie in het bezit is van een petroleumkaart voor kookdoeleinden voor de volgende maand vier liter kan
kopen op de bonnen 29 tot en met 32 op de kaart UA 510.
Ook valt mijn geboorte droevig samen met een zware waarschuwing uit de pen van Klaas Voskuil, de hoofdredacteur van datzelfde
socialistische dagblad, wiens verslaggevers ontdekt hebben dat er
in overheidskringen en verenigingen grootschalig gerotzooid wordt
bij de verdeling van die rantsoenbonnen en bij hulp aan zieken. De
vijand is verdreven, maar de nieuwe vijand heeft een staatsbaan.
‘We hebben al meermalen de wens uitgesproken dat ambtenaren
die het met de eerlijkheid niet zo nauw nemen, te vinden, te
straffen en te verwijderen’, schrijft hij. ‘Corruptie, en vriendjesbevoorrechting en zwendel in particuliere kring moet stevig worden
aangepakt zonder aanziens des persoons. Alleen als een ernstig
zieke slechts kan genezen door een diepgaande operatie moet die