TOP IN TOWN
COLUMN
ROB JACOBS
Bobbejaanland
Ik ben in de verkeerde tijd geboren, denk ik soms. Was ik nu doorgebroken bij
Feyenoord, in plaats van in 1963, dan had ik me helemaal scheel gelachen. Twee
uurtjes trainen op een dag en dan met een noodgang in je leaseauto terug naar
huis scheuren, om daar vervolgens te kijken hoeveel nullen er ook al weer op je
salarisstrook staan: vijf of zes. Ter vergelijking: ik moest vijftig jaar geleden
twee keer trainen op een dag en verdiende 37,50 per punt. In guldens. Bruto.
We zijn totaal doorgeslagen in voetballand. Talenten van Feyenoord verdienen
tonnen, terwijl ze net uit de luiers zijn en nog maar bewezen moet worden hoe
goed ze écht zijn. Al valt het in Nederland nog mee in vergelijking met de rest
van Europa. Voor Kevin de Bruyne - een goede voetballer, zeker, maar iemand
die niet eens de veters van Lionel Messi of Cristiano Ronaldo mag strikken - telt
Manchester City lachend 74 miljoen euro neer. Manchester United betaalt
vijftig miljoen euro voor een Franse speler die nog niet eens een A-interland
heeft gespeeld en waar ik - iemand die vrijwel alle voetbalwedstrijden op tv ziet
- nog nooit van gehoord had. En Norwich City verdiende met de promotie naar
de Premier League vorig seizoen 120 miljoen pond. En nee, dat is geen tikfout.
Rob Jacobs is oud-trainer van onder meer Excelsior,
Feyenoord en Sparta, voetbalanalyticus voor
RTV Rijnmond en Feyenoord TV en ontving
in 2013 de Erasmusspeld
De gekte in Engeland heeft ons Rotterdammers zelfs een uitstekende trainer
gekost. Marinus Dijkhuizen verliet Excelsior, en daarmee het hoogste niveau in
Nederland, voor Brentford, dat uitkomt op het tweede niveau in Engeland. Voor
de sportieve uitdaging? Misschien. Maar vooral voor het geld, want hij kan daar
een veelvoud verdienen van die paar knaken die hij op Woudestein kreeg. Dat
was in mijn tijd als trainer ondenkbaar, dat je van de Eredivisie naar het
Championship ging. Nu is het, gezien de bedragen, logisch. Met als gevolg dat
Nederland voetballand steeds verder afzakt en straks op hetzelfde niveau zit
als - pak ‘m beet - Bobbejaanland.
Zelf heb ik het ook ooit gedaan, kiezen voor het geld. Dat ik eind jaren tachtig
van Feyenoord naar PAOK Saloniki in Griekenland ging, was natuurlijk niet
zonder reden. Ik, en later ook mijn collega-trainers Thijs Libregts, Arie Haan en
Rinus Israel, verdienden daar zó on-ge-loof-lijk veel en betaalden daar zó
ver-schrik-ke-lijk weinig belasting dat ik met enige zekerheid kan zeggen dat wij
mede schuldig zijn aan het faillissement van dat land. Met als gevolg dat ik nu
iets minder AOW krijg, want dat wordt natuurlijk allemaal razendsnel opgespoord door onze vrienden die die blauwe enveloppen sturen.
Gelukkig heb ik nog wel genoeg geld om mijn tv-abonnement te betalen, zodat
ik iedere dag kan genieten van al die voetbalwedstrijden op tv. En vervolgens
kan concluderen dat ik toch wél in de goeie tijd ben opgegroeid. De tijd waarin
we als Nederlandse én Rotterdamse clubs nog wel eens een prijs wonnen.
12