FIB NR3 2015 | Page 123

TOP IN TOWN COLUMN ROB JACOBS Bobbejaanland Ik ben in de verkeerde tijd geboren, denk ik soms. Was ik nu doorgebroken bij Feyenoord, in plaats van in 1963, dan had ik me helemaal scheel gelachen. Twee uurtjes trainen op een dag en dan met een noodgang in je leaseauto terug naar huis scheuren, om daar vervolgens te kijken hoeveel nullen er ook al weer op je salarisstrook staan: vijf of zes. Ter vergelijking: ik moest vijftig jaar geleden twee keer trainen op een dag en verdiende 37,50 per punt. In guldens. Bruto. We zijn totaal doorgeslagen in voetballand. Talenten van Feyenoord verdienen tonnen, terwijl ze net uit de luiers zijn en nog maar bewezen moet worden hoe goed ze écht zijn. Al valt het in Nederland nog mee in vergelijking met de rest van Europa. Voor Kevin de Bruyne - een goede voetballer, zeker, maar iemand die niet eens de veters van Lionel Messi of Cristiano Ronaldo mag strikken - telt Manchester City lachend 74 miljoen euro neer. Manchester United betaalt vijftig miljoen euro voor een Franse speler die nog niet eens een A-interland heeft gespeeld en waar ik - iemand die vrijwel alle voetbalwedstrijden op tv ziet - nog nooit van gehoord had. En Norwich City verdiende met de promotie naar de Premier League vorig seizoen 120 miljoen pond. En nee, dat is geen tikfout. Rob Jacobs is oud-trainer van onder meer Excelsior, Feyenoord en Sparta, voetbalanalyticus voor RTV Rijnmond en Feyenoord TV en ontving in 2013 de Erasmusspeld De gekte in Engeland heeft ons Rotterdammers zelfs een uitstekende trainer gekost. Marinus Dijkhuizen verliet Excelsior, en daarmee het hoogste niveau in Nederland, voor Brentford, dat uitkomt op het tweede niveau in Engeland. Voor de sportieve uitdaging? Misschien. Maar vooral voor het geld, want hij kan daar een veelvoud verdienen van die paar knaken die hij op Woudestein kreeg. Dat was in mijn tijd als trainer ondenkbaar, dat je van de Eredivisie naar het Championship ging. Nu is het, gezien de bedragen, logisch. Met als gevolg dat Nederland voetballand steeds verder afzakt en straks op hetzelfde niveau zit als - pak ‘m beet - Bobbejaanland. Zelf heb ik het ook ooit gedaan, kiezen voor het geld. Dat ik eind jaren tachtig van Feyenoord naar PAOK Saloniki in Griekenland ging, was natuurlijk niet zonder reden. Ik, en later ook mijn collega-trainers Thijs Libregts, Arie Haan en Rinus Israel, verdienden daar zó on-ge-loof-lijk veel en betaalden daar zó ver-schrik-ke-lijk weinig belasting dat ik met enige zekerheid kan zeggen dat wij mede schuldig zijn aan het faillissement van dat land. Met als gevolg dat ik nu iets minder AOW krijg, want dat wordt natuurlijk allemaal razendsnel opgespoord door onze vrienden die die blauwe enveloppen sturen. Gelukkig heb ik nog wel genoeg geld om mijn tv-abonnement te betalen, zodat ik iedere dag kan genieten van al die voetbalwedstrijden op tv. En vervolgens kan concluderen dat ik toch wél in de goeie tijd ben opgegroeid. De tijd waarin we als Nederlandse én Rotterdamse clubs nog wel eens een prijs wonnen. 12