FIB NR2 2018 ONLINE FIB NR2 2018 | Page 40

36 ‘Wanneer ík tegen de richting in ging? Da’s niet zo moeilijk. Het moment dat ik voor de overname van Kaat Mossel tekende… Tien jaar geleden was dat… In 2008. Inderdaad, de tijd van de kredietcrisis. Ze verklaarden me voor gek…. Tóch gedaan… Hier linksaf trouwens!’ Kok op de fiets Ron Hirt, de 46-jarige eigenaar van Brasserie Kaat Mossel, slaat met een brede lach (‘echt leuk dit!’) de Burgemeester van Walsumweg in. Hij heeft zijn witte koksjas van Kaat Mossel nog aan en beweegt zich voort op een zwarte opoe-leenfiets van buurman MegaBike: ‘Heerlijk toch, om zo met mede-ondernemers om te kunnen gaan? Ik wilde vanochtend voor onze afspraak met de fiets naar de zaak komen, maar door dit prachtige lenteweer moest ik een paar extra stoeltjes voor ons buitenterras regelen. Eén belletje naar de buurman en er staat een fiets voor me klaar… Rechtdoor hier!’ Genieten! We fietsen onder de kubuswoningen door en passeren rechts het onlangs geheel opgepoetste Station Blaak en de imposante Markthal: ‘Mooi man, Rotterdam. Ik ben zó trots op mijn stad. Rotterdam is enorm veranderd in de tien jaar dat ik de scepter mag zwaaien over Kaat. We merken het aan de klandizie. Sinds Rotterdam op de lijstjes verschijnt, zoals die van Lonely Planet en de Wall Street Journal, mogen we steeds meer toeristen begroeten in onze stad en dus ook bij Kaat.’ Onderaan de ladder We fietsen richting de Nieuwe Binnenweg en onderweg wijst geboren Rotterdammer Hirt naar vrijwel ieder pand dat links en rechts gepasseerd wordt. Híer heeft hij nog een tijdje gewoond als student en dáár heeft hij nog een blauwe maandag in de keuken geholpen. Nu leidt hij het succesvolle vis- en vleesrestaurant Kaat Mossel, maar zijn carrière begon onderaan de ladder: ‘Toen ik in 2008 besloot om Kaat Mossel over te nemen, had ik er al een carrière van vijftien jaar opzitten. Ik heb van alles gedaan: afwasser, kelner, kok, noem maar op. De horeca heeft me altijd getrokken. Mijn opa van moeders kant was boekhouder van beroep, maar hij was altijd met eten bezig. Van hem leerde ik reuzel draaien en spareribs bereiden. Als jongen kon ik een centje bijverdienen als afwasser in Restaurant De Ruyf in Capelle waar mijn oom kelner was.’ De dynamiek van Rotterdam Op het Eendrachtsplein slaan we linksaf de Nieuwe Binnenweg op. We moeten eerst vol in de remmen voor een optrekkende taxi en even later voor een horde overstekende Britse scholieren. Het illustreert de dynamiek van Rotterdam, dat zichzelf steeds opnieuw weet uit te vinden. Een prettige cocktail van enthousiasme en chauvinisme. We omarmen vernieuwing, maar koesteren tegelijkertijd onze traditionele, oer- Rotterdamse waarden. Zeetongetje Ron Hirt, met een knipoog naar onze hoofdstedelijke vrienden: ‘Rotterdam jaagt de Rotterdammers de stad niet uit. Dat maakt Rotterdam én Kaat Mossel in mijn ogen uniek. We zijn niet blasé, we rusten niet op onze lauweren. Kijk, bij Kaat Mossel verwelkomen we naast de klanten die we al decennia lang mogen begroeten ook een groep zakenvrienden uit Italië of vertegenwoordigers van een Deense rederij die voor een lekker gebakken zeetongetje komen… Hé, kijk, we zijn er al…’ Jongen van de praktijk In de Breitnerstaat stoppen we voor een prachtig historisch pand, een gemeentelijk monument, schuin voor het Westerpaviljoen. ‘Hier is in 1988 mijn carrière dus écht begonnen, want hier volgde ik als zestienjarige de koksopleiding. Ik was nooit zo’n leertype, meer een jongen van de praktijk, maar ik voelde aan alles dat híer, in de gastronomie, mijn toekomst zou liggen. Met die keuze ging ik tegen de richting in die mijn vader voorzag. Als beroepschauffeur in de internationale transportsector leed hij een tamelijk eenzaam bestaan. Bovendien was hij niet vaak thuis. Ik wilde juist onder de mensen zijn. Zoals zoveel mensen, vooral toen, vond hij een job in de horeca niet echt werk. Zoiets deed je erbij… Kom, we gaan door!’ Strenge leermeester We komen via de Mathenesserlaan en de Nieuwe Binnenweg op de Blaak. Ons tempo is even aangenaam als het weer. Ik verbaas me over het feit dat Ron op zó’n jonge leeftijd aanvoelde wat hij wilde. We stoppen voor het Schielandshui