110
UNIBARGE: SNEL, ACCURAAT, DAADKRACHTIG!
‘GAAT NIET
BESTAAT NIET!’
Alex Wanders. Schipperskind uit Rotterdam. Laat zich ook als eigenaar van binnenvaartrederij
Unibarge nóóit knollen voor citroenen verkopen. Samen met Mark Tieman bewaakt hij dat zijn
familiebedrijf aan de hoogste standaarden van kwaliteit en veiligheid blijft voldoen. Met
snelheid, accuratesse en daadkracht als glinsterende wapens.
Schipperskind. Eén gedachte
‘Ja, zeker! Een schipperskind. Op het internaat gezeten in Schie-
broek. Rotterdammer in hart en nieren. Opgegroeid op Zuid. Ik ben
alleen voor Ajax. Daar kan ik ook niets aan doen.’
Tieman: ‘Maar daar werken we aan.’ Wanders: ‘Korte lijnen. Dicht op elkaar. Zo werk ik ook met Daniël.
We zijn heel verschillend. Maar we zijn helemaal op elkaar
ingespeeld, kennen het vak van binnen en van buiten. Niemand kan
hier onzin vertellen, we kennen alle trucs. Zilver is ook verliezen…’
Tieman: ‘Ik denk dat Unibarge zich daarin ook onderscheidt van
concurrenten die alleen maar voor derden de bevrachting doen.
We hebben nu een vloot van 45 schepen. Als je daar, zoals Alex en
Daniël, zelf op gevaren hebt, weet je exact wat er speelt.’
‘We vullen elkaar aan’
‘Kwaliteit, veiligheid, gezondheid en milieu, dat is de kern van ons
gezamenlijke werk. Alex heeft een passie voor techniek, ik heb
meer affiniteit met de procesbeheersing en de interactie met de
oliemaatschappijen daarin’, zegt Tieman. ‘Dat is een beetje de
verdeling, maar we kunnen ook goed uit de voeten als back-up op
het werkterrein van de ander hoor.’
Onder het vergrootglas
‘Ik ben hier nu voor het derde jaar’, vervolgt Tieman. ‘Er was een
keuze gemaakt om vooral voor de majors te gaan varen. Shell, BP,
Esso, Total… Dat vraagt een andere inrichting van je processen. Ik
had zelf bij Esso gewerkt. Dat soort partijen wil vooral zien dat je je
processen voor 100 procent in control hebt. Anders gaan ze gewoon
een deurtje verder. Je ligt echt onder een vergrootglas. Die
vertaalslag hebben we hier heel snel gemaakt. Dus we kunnen voor
al die grote maatschappijen alles doen.’
Daadkracht maakt macht
Wanders: ‘Daarnaast vraagt ons vak vooral daadkracht, snelheid.
Mijn broer Daniël en ik hebben straatlyceum en de rest hier is
allemaal hoger opgeleid. Maar het is de mix, hè. En als je op elkaars
kwaliteiten vertrouwt, kan je lekker snel beslissen. We doen iets
wel of we doen iets niet. Dan is de discussie wel klaar hier… En áls
we het doen, pakken we het direct op. Gaat niet bestaat niet!
Anderen zitten dan nog te vergaderen…’
Ik ben er al
Tieman: ‘Een voorbeeld? Een van onze schepen had in Amsterdam
een veerpont geraakt. Ik was er al binnen een uur, maar een paar
uur later belt de opdrachtgever. Of we al van het incident hadden
gehoord. Dan is het wel lekker om te zeggen dat je al lang aan boord
bent en het onderzoek volop bezig is.’
Het begin
‘Mijn ouders zijn begonnen op een schip’, zegt Wanders. ‘Container-
vaart. Dat zijn wij later ook gaan doen. Ook mooi, maar op een
gegeven moment vroegen we wel aan onze vader: gaan we dit nou
ons hele leven doen? Eerst kwam er één containerschip bij, daarna
een tanker en daar wilden we mee verder. Zo is Unibarge ontstaan,
in 2006, samen met Cees Mooij, die nu met pensioen is. In 2009
hebben we tien schepen in het water gelegd. Toen konden we ook
een positie genereren in de markt…’
Komen wij uit Rotterdam?
‘Nee, daar zat natuurlijk niemand op te wachten’, glimlacht
Wanders. ‘De taart was verdeeld. Iedereen zat lekker comfortabel.
Dus dat is we eens hoog opgelopen. Maar we komen van Rotter-
dam-Zuid, en kennen het klappen van de zweep. En de gevestigde
partijen waren zo met ons bezig dat wij gewoon konden groeien. En
toen ze weer naar zichzelf keken, hadden wij onze positie al
gevestigd…’
Nooit meer varen
Nee, ik vaar nooit meer. Dat heb ik zo veel gedaan. Als ik een jacht
zie, heb ik er al een hekel aan. Een sloepje gaat net, maar dat ben ik
ook na een uur zat.’
‘Weet je wat het is? We hadden ooit het grootste binnenvaart-
containerschip dat er was. Er zitten 8.760 uur in een jaar en wij
voeren er daar 6.400 van. Met z’n drieën weliswaar, maar als je dat
tien jaar doet, is het op een gegeven moment wel prima hoor!’
TEKST: FRANK VIJG
FOTOGRAFIE: FERDY COLLEWIJN