14
KRAMER GROUP
DE KRACHT VAN
DE FAMILIE
In een wereldhaven vol gigantische bedrijven is de Kramer Group een relatief
kleine speler. Maar juist vanuit de voordelen van die kleinschaligheid groeit
het familiebedrijf al jaren stug door. Met z’n allen en in een goede sfeer. ’Er
wordt keihard gewerkt, maar ook veel gelachen.’
Zijn dochter wandelt net het kantoor op de Maasvlakte uit, zijn
neefje werkt beneden aan de balie. In zijn eigen kantoor op de
eerste verdieping verdiept z'n broer zich ondertussen in
financiële stukken. En bij een dochteronderneming is de zoon
van zijn broer actief. De Kramer Group, hoe groot inmiddels ook,
is altijd een familiebedrijf gebleven. De charme daarvan? 'Dat
een volgende generatie ook in het bedrijf groeit en met een
beetje geluk het bedrijf uiteindelijk overneemt,' zegt CEO André
Kramer. 'Dat zou hartstikke mooi zijn.'
groeien hard, in mankracht en op andere gebieden. We investeren bijvoorbeeld veel in IT, zodat we uiteindelijk naar een
onbemande balie kunnen overstappen. Eigenlijk gaat het hele
proces bij ons zelfs al volautomatisch, want de mensen aan de
balie zitten er voor als er dingen niet goed gaan. In automatisering zijn we echt toonaangevend, vind ik. Een fenomeen als
automated gates, dat is nu normaal geworden, maar wij lanceerden tien, twaalf jaar geleden al het prototype.'
Heftruckchauffeur wordt CEO
Onafhankelijk en low cost
Omgeven door reusachtige bedrijven houdt de Kramer Group,
gespecialiseerd in container-dienstverlening, zich in de Rotterdamse haven al jaren staande. Misschien wel juist vanwege de
stabiliteit die deze aanpak biedt. 'We zijn natuurlijk een
underdog', zegt Kramer. 'We kunnen ons helemaal niet meten
met ECT, RWG of APM Terminals. Niet met de omvang van hun
investeringen, niet met de volumes die zij draaien. Maar het feit
dat er drie deep sea stuwadoors om ons heen zitten en er maar
één bedrijf zoals dat van ons is, maakt dat we ons toch onderscheiden. Omdat we een onafhankelijke low-cost operator zijn.'
Groeien en verhuizen
Klein en onafhankelijk zijn heeft zijn voordelen, maar het bedrijf
groeit door. Bewust. Kramer wijst naar buiten, naar de ingang
van de Waterweg, zo'n beetje het laatste stukje Rotterdam. 'De
lege containers die hier om ons heen staan, gaan we op termijn
verhuizen. Op deze plek slaan we steeds meer volle containers
op. Die komen van de binnenvaartschepen af, die we behandelen
voor de omliggende deep sea terminals. Daar moeten we
capaciteit en ruimte voor hebben.'
Dus komen er naast de dertig hectare rondom het hoofdkantoor
op korte termijn tijdelijk al zeven hectare bij. Op de Rail Terminal
West 2. Ondertussen wordt er ook gewerkt aan een uitbreiding
op het Distripark, waar het bedrijf vijftien hectare extra gaat
gebruiken.
Het meegaan met de laatste trends en het daarin zelfs voorop
lopen, geeft telkens weer een impuls aan het succes van de
Kramer Group. Dat blijft bepaald niet onopgemerkt. Het bedrijf
viel al meerdere malen in de prijzen. Zelf werd Kramer onder
meer Havenman van het jaar, in 2007. Bijzonder aan zijn
loopbaan is dat hij onderaan de ladder begon. Hij zat zelf op de
heftruck, bediende kranen, deed werk aan de balie. Langzaam
klom hij op. 'De leerschool was stevig', zei hij daar zelf over toen
hij de prijs voor Havenman van het Jaar kreeg.
‘De meiden van de balie zijn
onlangs nog gaan dansen’
Met z’n allen
Wie geen familie is, maar wel bij Kramer werkt, mag zich ook
gelukkig prijzen. Want iedereen hoort erbij, vindt André Kramer
nadrukkelijk. Hij roemt de saamhorigheid onder zijn personeel.
'We doen dit natuurlijk met al onze medewerkers. De sfeer is
hier hartstikke goed. Er wordt keihard gewerkt, maar ook veel
gelachen. De hele reparatieploeg is laatst nog naar de Chinees
gegaan, met een enorm gezelschap. En de meiden van de balie
zijn onlangs nog gaan dansen. We profileren ons echt met z'n
allen.'
Volautomatische processen
TEKST: ANTON SLOTBOOM
Met zoveel groei op komst, groeit het personeelsbestand ook.
Om alle werknemers te herbergen, wordt er deze zomer daarom
een tweede verdieping op het hoofdkantoor gebouwd. 'We
FOTOGRAFIE: FERDY COLLEWIJN